012
April Norah Baker
Eindelijk, na een dag niet leek te kunnen eindigen, gaat de bel die aangeeft dat hel voor vandaag afgelopen is. Afgezien van het huiswerk natuurlijk.
‘Whoa! Je hebt je eerste dag overleefd!’ roept Nathan uit. Hij gooit triomfantelijk zijn vuist de lucht in en geeft me vervolgens een bemoedigend kneepje in mijn schouder. ‘Vanaf nu kan het alleen nog maar erger worden.’
Ik rol mijn ogen als ik Nathan zie grijnzen en ik gooi mijn staart over mijn schouder. ‘Erg motiverend dit.’
‘Staat Nathan bekend om,’ lacht Maddie, terwijl ze haar beste vriend een klopje op zijn schouder geeft. Vervolgens richt ze haar blik op mij en glimlacht ze me bemoedigend toe. ‘Luister niet naar Nathan, het komt vast goed.’
‘En anders heb je altijd ons nog,’ vult Nathan haar aan. Hij grijnst en gunt me een speelse knipoog, maar aan de toon waarop hij sprak weet ik dat hij het serieus meent. Het zorgt ervoor dat er een golf van geruststelling door mijn lichaam trekt.
We lopen gezamenlijk naar buiten, terwijl ik onderweg mijn sleutels voor de auto pak. Ik zwaai Nathan en Maddie gedag en scan het schoolplein op zoek naar May. Ze zou op de terugweg meerijden, zodat we gelijk door naar het strand kunnen. Ik ben van plan om haar de plek te laten zien die Nathan en Maddie mij ook hebben laten zien en om vervolgens voorzichtig een gesprek aan te knopen om te kijken hoe zij het nu in La Push vindt.
Maar helaas vinden mijn ogen de ogen van een compleet ander persoon. Een persoon waar ik nu even niet op zit te wachten. Maliya. Alsof ik vanmiddag nog niet genoeg over me heen heb gekregen.
Voor een fractie van een seconde versteen ik. Mijn blik schiet vliegensvlug naar Maddie en Nathan, maar die stappen net in de auto, dus ik kan niet meer naar hun toe rennen. Nergens anders zie ik bekende mensen, niet dat ik veel mensen buiten Maddie en Nathan om ken, dus zet ik een paar aarzelende stappen richting Maliya. Als ik voorzichtig vanonder mijn wimpers naar haar kijk, zie ik haar lachen, waarschijnlijk om mij en snel werp ik een blik over mijn schouder. Ik zou snel naar binnen kunnen vluchten en doen alsof ik iets vergeten ben? Nee, April, verman je eens! Je gaat je dit schooljaar niet laten pesten. Kijk gewoon wat ze wil en negeer haar. De beste manier. Als je ze geen benzine geeft, kunnen ze ook niet verder rijden.
Ik neem een diepe teug zuurstof en probeer zo zelfverzekerd mogelijk op Maliya af te lopen. Het lijkt wel een eeuwigheid voordat ik eindelijk bij mijn auto ben, waarna Maliya netjes een stapje opzij zet zodat ik bij mijn auto kan.
Nieuwsgierig kijk ik op en ik zie dat de gemene lach van haar gezicht verdwenen is. In plaats daarvan kijkt ze me serieus en haast schuldig aan. Snel kijk ik over mijn schouder, wachtend tot iemand uit de bosjes spring en ‘grapje’ roept. Het zal niet de eerste keer zijn dat dat gebeurt.
‘Hé, April,’ begint Maliya met praten, waardoor ze direct mijn aandacht heeft. ‘Het spijt me van die uitvlieger van zonet.’
Ongelovig kijk ik haar aan. Een verontschuldiging, van Maliya nog wel? Ik zou bijna zeggen dat Nathan zijn mening moet aanpassen, maar voor hetzelfde geld is dit alles één grote grap om me belachelijk te maken. Aangezien zij zich misschien ook belachelijk gemaakt voelt door mijn actie en dat terwijl ik alleen voor mezelf op probeerde te komen.
‘Ik dacht even dat jij May was, maar dat is natuurlijk niet zo, want jullie verschillen best wel. May had me verteld dat ze me graag wilde zien, waardoor ik zo tegen jou praatte,’ ratelt Maliya snel op. Ondanks dat ze het oprecht meent, voel ik toch een steek door mijn lichaam gaan. Niet door Maliya, maar door May. Vroeger vertelden we elkaar alles, maar nu lijkt dat langzaam te vervagen.
Ik wil wat zeggen, al weet ik niet precies wat, maar Maliya geeft me amper de tijd om adem te halen. Laat staan om te reageren.
‘Ik praat echt niet zo tegen iedereen en het was dus ook niet de bedoeling om jou te versieren. Ik dacht immers dat jij je zus was en het spijt me,’ zegt ze in één ademteug. Opnieuw geeft ze me geen tijd om iets te zeggen. ‘Ik hoop dat je me geloofd wanneer ik zeg dat het echt niet mijn bedoeling was om je het gevoel te geven dat de roddels over mij waar zijn. Zou je het me dus alsjeblieft kunnen vergeven en me geloven? Het zou meer voor me betekenen dan je zou geloven.’
Maliya plakt er een lieve glimlach achter, al lijkt de glimlach behoorlijk ingestudeerd.
Tegelijkertijd beginnen allemaal alarmbellen in mijn hoofd te rinkelen. Vanmiddag kon het haar volgens mij niet schelen of ze een kluisje in mijn gezicht sloeg, maar nu betekent wat ik van haar denk ineens een heleboel? Het enige waar ze naar op uit kan zijn is een gemene grap… of May natuurlijk.
Een ongemakkelijk gevoel nestelt zich in mijn maag en het enige wat ik wil is naar huis, weg van deze plek. Het is genoeg drama voor één dag geweest.
Ik kijk nog één keer op naar Maliya, die me afwachtend aankijkt. Alsof ze verwacht dat ik nog iets terug te zeggen heb. Nou, in dat geval kan ze lang wachten.
Ik gris snel mijn tas van de grond, die ik in alle ongelovigheid heb laten vallen blijkbaar, en neem makkelijk plaats in de auto. Ik kijk niet op of om als ik op een hoge snelheid het schoolplein afrijd en de enige gedachten die mijn hoofd vult is dat ik geen herhaling wil van alle voorafgaande jaren.
Reageer (1)
Nou ik ben benieuwd wat er verder nog gaat gebeuren:)
6 jaar geledenSnel verder<3
Zullen we doen!
6 jaar geleden