CAPITOLO TRENTACINQUE
||Cara Roseanne Cullen
Normaal, als er foto’s gemaakt moeten worden, moet je het ledemaat in de meest nare positie leggen om er voor te zorgen dat de dokter de juiste foto krijgt. Ik heb er jammer genoeg te veel ervaring mee, aangezien Emmett of een lid van een van de packs zich soms weleens hun kracht vergissen.
Deze keer hoeft dat echter niet. Ik weet niet of pap het expres doet omdat hij ziet hoeveel pijn mijn arm doet of omdat het werkelijk niet nodig is, maar het maakt me vrij weinig uit. Het resultaat blijft hetzelfde.
Met een frons komt Carlisle van de printer vandaan. Op een lichtgevend bord plakt hij de scan van mijn arm en direct merk ik op dat er iets mis is. Ik kan niet precies zien wat het is, maar ik heb vaak genoegd mijn hand of arm gekneusd gehad om de foto’s te herkennen.
‘Het lijkt erop dat je hand niet alleen zwaar gekneusd is, maar dat er ook een splijting in het middenhandsbeentje van je middelvinger zit,’ zegt pap, een bezorgde frons op zijn gezicht geplakt.
Ik glimlach door de pijn heen om mijn vader gerust te stellen. ‘En dat gaat betekenen…?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Ik wrijf wat wilde haren uit mijn gezicht met mijn goede hand en gaap. Ineens verlang ik ontzettend naar slaap, iets wat ik niet kon vatten in de jet, ongeacht hoe luxueus het vliegvoertuig ook was.
‘De keuze is aan jou,’ glimlacht mijn vader, de frons van zijn gezicht gewist. ‘Het wordt een spalk of gips.’
‘Hmmm…’ antwoord ik alsof ik er nog even over na moet denken. ‘Ik ga voor een spalk.’
‘Zo’n vermoeden had ik al,’ grijnst mijn vader. Hij haalt zijn vingers door mijn wilde haren en pakt het een en ander uit verschillende laatjes om een spalk te maken. ‘Sommige dingen veranderen ook nooit.’
De frons blijft welgeteld honderdendrieënnegentig seconden van mijn vaders wenkbrauw, maar als hij tegenover me gaat staan en begint met het knippen van het gaas, komt hij weer te voorschijn.
Ik besluit het erop te wagen.
‘Pap,’ zeg ik zachtjes, aarzelend. Direct flitsen mijn vaders ogen van het gaas naar mij en legt hij de ijzeren schaar op het tafeltje.
‘Is er iets, Cara?’ vraagt Carlisle met een geruststellende glimlach. Mijn vader met zijn geruststellende blik, mijn moeder met haar warme glimlach. De perfecte match, gemaakt voor elkaar. Nog een vage, maar desondanks vervelende steek trekt door mijn lichaam.
‘Ja, ik merk dat je behoorlijk veel fronst,’ begin ik voorzichtig, mijn blik af laten dwalend naar de grond. ‘Ik vroeg me dus af of er misschien iets is gebeurd in de tijd dat ik weg ben geweest?’
Ik zie hoe een zucht aan mijn vaders lippen ontglipt. Ook een menselijke actie, aangezien vampiers technisch gezien niet eens zuurstof nodig hebben. Hij legt het geknipte gaas ook op het tafeltje met instrumenten en neemt plaats op een rollend stoeltje dat blijkbaar iedere dokter heeft en laat het krukje zakken tot we op dezelfde ooghoogte zitten. Nog een menselijke actie, want vampiers kunnen technisch gezien ook een hele week in dezelfde positie staan zonder dat ze er last van hebben.
Al deze menselijke acties bevestigen mijn vermoeden, namelijk dat er werkelijk wat is gebeurd in de tijd dat ik weg ben geweest. Misschien zijn Rosalie, Emmett en Jasper helemaal niet echt aan het jagen.
Angstig bijt ik op mijn lip, me afvragend wat er in vredesnaam is gebeurd.
Reageer (2)
Oh my gosh what happenedddd
6 jaar geledenSpannend....
6 jaar geledenJa. Ja.
Die arm geneest wel en anders tja misvormd...
Vertel het nu Carlisle.....
Waar is kwik kwek en kwak.....