~Robin~


Maia werd wakker onder haar eigen lakens, maar toch voelde ze zich niet thuis. Er miste iets aan deze nieuwe dag. De ochtendkusjes die haar hele leven vanzelfsprekend hadden geleken, waren het niet. Het was de persoon die ze haar gegeven had. De gedachte aan hem was misselijkmakend en toch kon Maia haar verlangen naar hem niet onderdrukken.

‘Hé, zullen we trouwen?’ Robin keek voor zich uit. Zijn ogen hadden die van Maia nog niet eens gekruist.
      ‘Zomaar?’
      ‘Ik begrijp dat je het op deze manier misschien lomp en totaal niet romantisch vindt overkomen, maar volgens mij is niemand ooit op deze wijze ten huwelijk gevraagd, dus zou het me verbazen als je het niet op zijn minst origineel zou vinden.’
      ‘Ja.’
      ‘Wat, ja?’
      'Ja ik wil met je trouwen.’


Nog geen maand later hadden ze voor het altaar gestaan.

‘Neemt u Maia tot…’
      ‘Jazeker! Zonder twijfel.’ Robin wist niet snel genoeg te antwoorden. Hij wachtte niet op Maia’s antwoord, hij verlangde naar haar lippen. Een zachte, maar tedere kus vervulde ook Maia’s verlangen.


Maar Robins verlangen naar Maia was met de jaren beginnen verzwakken. Hij was nog wel verliefd op haar, maar de behoefte om haar aan te raken, was er niet meer.

‘Kom je nog niet slapen?’ vroeg Maia.
      ‘Ik slaap wel op de bank.’
      ‘Waarom?’ Maar later stelde ze die vraag niet meer omdat ze wist dat er geen antwoord zou volgen.


Volwaardige gesprekken werden ook nog zelden gevoerd. Wanneer Robin thuiskwam van het werk praatten ze enkel nog over het weer, het nieuws of over het avondeten.

‘Wat eten we?’ vroeg Robin.
      ‘Heb je honger?’
      ‘Nee, laat maar.’


Tot op het moment dat Maia een gespreksonderwerp had gevonden. Toen wenste ze dat ze hem net zoals vroeger kon vragen of er niet nog ergens een frituur open was.

‘We moeten praten.’ Met twijfel in haar stem wist Maia nog net die drie woorden uit te brengen.
      ‘Jezus, met wat voor stereotype van een vrouw ben ik getrouwd,’ zei hij, gevolgd door de meest gemaakte glimlach die hij haar ooit geschonken had. Uit het nerveuze gelach dat volgde, kon Maia afleiden dat Robin wist waar ze het over wilde hebben.
      ‘Nee, jij moet praten,’ vervolgde ze. De twijfel in haar stem was verdwenen. Ze wilde hem horen bekennen dat hij met Lyva had geslapen, om vervolgens bij hem weg te gaan.
      ‘Ik moet helemaal niks,’ zei Robin, ‘maar ik zal je vrijwillig vertellen hoe het is gegaan.’
      Maia haatte het hoe ze er maar niet in slaagde om boos te blijven. Ze legde haar hand in zijn schoot en keek hem aan als teken dat ze zou luisteren en openstond voor een gesprek achteraf.
      ‘Ik verwacht niet dat je me dit kan vergeven, maar het zou fijn zijn als we het bed nog een keer konden delen…’ Maia trok haar hand terug naar zich toe, maar Robin greep het vast. ‘Gewoon omdat ik het fijn vind om naast jou wakker te worden.’
      Of hij nu gewoon aan het slijmen was, of oprecht bij haar wilde blijven, kon Maia niet schelen. Voor zijn charmes zou ze toch nooit weten te bezwijken.
      ‘Even voor de duidelijkheid,’ bracht Robin uit, ‘ik was niet nuchter genoeg om het gezicht van Denise te onderscheiden van het jouwe. Je kan niet ontkennen dat jullie beiden…’
      ‘Denise?’ onderbrak Maia hem.
      ‘Cheryl?’ probeerde Robin. Maia schudde haar hoofd en schoof wat verder bij Robin vandaan.
      ‘Lyva dan?’
      ‘En wie nog meer?’ vroeg Maia nu toch lichtelijk geïrriteerd. Ze maakte zich los van de bank en begaf zich naar de deur.
      ‘Niemand, dat zweer ik je. Zij waren de enigen en Cheryl was nog niet half zo goed in bed als jij. Lyva en Denise waren beter, maar kom op zeg, daar staan ze toch om bekend.’
      Maia weigerde hem nog aan te kijken. Ze wilde weg. Ze opende de deur, trok die hard achter zich dicht en verliet het huis dat ze voortaan zou missen.


Pas later besefte ze dat het niet het huis, maar de jongen die er woonde was die ze miste.
      Een zacht geklop op de deur haalde Maia uit haar gedachten. Haar ogen waren opgezwollen van de tranen die ze had gelaten, maar de auto die haar oprit sierde, deed haar vergeten hoe belabberd ze eruitzag.
      Al rennend naar de deur, vergaf ze hem alles wat hij haar ooit had aangedaan. Ze vergat alle vrouwen waar hij mee geslapen had en opende de deur met een glimlach die tot ver achter haar oren rijkte.
      ‘Maia, die verdomde lach kan niet verbergen hoe ongelukkig je bent zonder mij.’
      ‘Robin!’ riep ze, waarna ze hem besprong alsof ze hem in jaren niet meer had gezien.
      Ja, ze wilde bij hem weg. Ze wilde niks liever, maar het hoefde niet per se vandaag.






Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen