CHAPTIRE DEUX
Valentina Emily DuPont
'We gaan verhuizen en dat is het laatste wat ik over deze discussie te zeggen heb...'
De woorden van mijn moeder spoken nog steeds in mijn hoofd, zichzelf herhalend en herhalend. Mijn moeder was dus allesbehalve vrolijk met het feit dat ik een aanval heb gehad en hoewel ik me dat kan voorstellen, snap ik nog steeds niet waarom we direct moeten verhuizen. In de afgelopen twee jaar dat mijn astma bekend is, heb ik nog nooit zo'n aanval door mijn eigen schuld gehad. Ja, het was een domme fout, maar iedereen maakt fouten toch?
'Maar niet zulke fatale fouten, Valentina...'
Ik krimp ineen als ik mijn moeders stem door mijn hoofd hoor galmen en snel richt ik mijn blik op het grasveld van het park waar Lupus, mijn wolfshond, aan het spelen is met een andere hond. De ideale plek om je gedachten af te laten dwalen.
Mijn moeder is een kleine vrouw, maar een perfecte. Zoals ze het zelf zou zeggen. Ze ziet er altijd perfect uit, geen joggingbroek of slobbertrui is te vinden in haar kast, ze heeft meer make-up dan haar twee dochters bij elkaar en ze is altijd op de hoogte van alle roddels. Mijn vader matcht haar perfect. Net zoals haar altijd in pak en niet zo raar aangezien hij een reputatie hoog te houden heeft als de directeur van het enige advocatenbureau in dit vervloekte stadje.
Misschien is het niet eens zo erg dat we gaan verhuizen. Het is niet alsof ik vriendinnen heb hier... en laat de reden waarom er nu net aan komen lopen.
Haar donkere krullen wapperen in de wind en deinzen mee op de pas waarop ze loopt. Met een haast spottende glans in haar dode, groene ogen drukt ze de sigaret tussen haar lippen en blaast ze een grote walm aan kankerverwekkende stof uit. Ze geeft me een duistere grijns, waardoor haar ingevallen wangen en de donkere kringen onder haar ogen alleen maar zichtbaarder worden. Ze is nog slanker dan mijn moeder en dat zegt wat.
Het is Crystal Mae DuPont, mijn geliefde, twee jaar oudere zus. Ze is omringt met tieners van haar leeftijd of iets ouder en allemaal hebben ze of een fles alcohol of pakje met jointjes in hun handen. Mijn grootste nachtmerrie.
'Hé piepstem!' schreeuwt Matthew, de grootste jongen van achttien, mijn richting in. Hij maakt grove handgebaren mijn richting in, duwt zijn heupen naar voren en imiteert mijn piepende ademhaling wanneer ik in paniek raak, maar het is na al die maanden nog steeds een waardeloze imitatie. Hoe teleurstellend.
Met mijn ogen zoek ik naar mijn enige vriend, klaar om te vertrekken, maar tot mijn ergernis lijk ik Lupus nergens te kunnen vinden. Geweldig, net wat ik nodig heb.
Ineens klinkt er een hoge kreet en geschrokken draai ik mijn hoofd naar de bron van het meisjesachtige geschreeuw. Ik weet niet of ik keihard moet lachen of keihard 'karma' moet gaan gillen als ik zie dat Lupus in de kuit van een schreeuwende Matthew hangt. Normaal zou ik mijn hond direct terug gefloten hebben, maar aangezien we toch gaan verhuizen... Whatever.
'Haal dat takken beest weg, haal het weg!' schreeuwt Matthew, terwijl hij rondjes begint te rennen. Dronken en stoned en wel.
'Als ik jou was zou ik stoppen met rennen, voordat Lupus je been eraf bijt,' waarschuw ik Matthew.
'Haal dat mormel van je weg, snotneus!' snauwt mijn zus naar mij toe. Haar dode ogen lijken vuur te spuwen en haar gezicht is weggetrokken van woede. Laat Matthew nou net haar vriendje van twee dagen en vier uur zijn.
'Lupus!' schreeuw ik, wat me bijna in een hoestbui laat landen.
Lupus laat de kuit los en kijkt met zijn vragende, amberkleurige ogen op. Ik klop op mijn bovenbenen en in minder dan een seconde maakt de viervoeter een sprintje om bij mij te komen. Ik krimp inwendig ineen als ik het bloed rond zijn bek zie zitten en ik hoop vurig dat Lupus niet doorgebeten heeft, al zou Matthew dat dubbel en dwars verdienen voor al de dingen die hij en mijn zus me aangedaan hebben
'We gaan naar huis,' mompel ik onder mijn adem, makend dat ik weg kom van het groepje van mijn zus.
Reageer (2)
God geef mij er ook zo een
6 jaar geledenOmg.. Snel verder!!
6 jaar geleden