||Demetri Volturi

Zo objectief als mogelijk staar ik naar het slapende meisje op een van de bedden op de privé jet. Haar mahoniebruine krullen liggen als een krans om haar hoofd, of als de halo van een engel. Haar bleke huid zou net zo goed voor die van een vampier aangezien kunnen worden, al is haar huid net iets minder effen dan die van een vampier. Zo nu en dan als ze glimlacht in haar slaap verschijnen er kuiltjes in haar wangen en hoewel ik er fel op tegen ben, voel ik me met iedere glimlach dieper voor haar vallen.
      Maar het mooiste aan haar gezicht is momenteel niet te zien. Die honingkleurige poelen, waar ik nu al meer dan een keer in ben verdwaald. De ogen zijn de spiegel van de ziel en waar haar ogen o zo levendig zijn, zijn de mijne zwart en dood. Er had geen slechtere combinatie kunnen maken. Hoe moet ik, een mensendrinkende casanova, nou voor iemand zorgen? Een zwak mens nog wel. Ik hoef haar maar een keer te hard aan te raken of ik breek haar aan diggelen. Waarom kan ik niet gewoon alleen blijven?
      Een gefrustreerde zucht rolt over mijn lippen en de overweldigende, zoete geur van haar bloed maakt het zeker niet beter. Ik wil haar bijten, in de kloppende, verleidelijke ader in haar nek, maar ik weet zeker dat zodra ik het leven uit haar ogen zie wegzakken, ik het mezelf nooit zou kunnen vergeven. En dat is het gene wat me het meest frustreert. Nog nooit heb ik medelijden gehad met een mens, maar hier is de eerste. Slapend onder de ogen van een roofdier.
      Cara. Het latijn voor 'liefste' en ik moet de Cullens nageven dat ze de naam perfect hebben uitgekozen, want Cara lijkt inderdaad nu zo slaapt het liefste en meest onschuldige meisje in deze wereld. Al zou ik dat nooit, nooit toegeven. Waarom moet precies zij mijn la tua catante zijn?
      'Het is niet makkelijk, nietwaar?' klinkt ineens de krakende stem van Marcus.
      Ik was zo gefocust op Cara dat ik de oude vampier niet eens binnen heb horen komen. 'Het frustreert me als een ziekte,' reageer ik direct. 'Het is een zwak en breekbaar mensenmeisje.'
      'Nee, dat is ze niet, jonge Demetri,' antwoordt Marcus direct. Ik wil protesteren dat ik allesbehalve jong ben, maar ik weet wel beter dan om mijn mond open te treken tegen een van de Ouden. 'Ze is je zielsverwant of je het nu wilt of niet.'
      Ik werp een schuine blik op de oude vampier en ik zie dat hij met zijn gedachten ergens anders zit. Waarschijnlijk bij zijn vrouw, Didyme, die een paar tientallen jaren geleden ineens werd ontvoerd en vermoord. Marcus heeft nooit zijn wraak gehad en sindsdien is hij zo depressief. Ineens lijkt hij terug tot leven - of althans in het heden - te komen en hij geeft me een medelevend klopje op mijn schouder.
      'Ik weet zeker dat je een manier vindt, Demetri,' glimlacht Marcus, voor hij de kamer verlaat.
      'Nou, daar ben ik daarentegen nog niet helemaal zeker van,' mompel ik onder mijn adem, starend naar Cara.


Reageer (2)

  • Romanov

    leuk... ik ben eerlijk gezegd behoorlijk benieuwd waar je dit verhaal heen gaan sturen

    7 jaar geleden
  • Fantasy_World

    Een super goed verhaal..
    Echt wel, je hebt er een Kudo, Lezer bij!!!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen