CAPITOLO NOVE
||Cara Roseanne Cullen
Hoewel ik denk dat er niets ergs gaat gebeuren, blijf alsjeblieft op je hoede, mijn liefste Cara. Blijf altijd bij iemand van de Wacht en ga niet alleen op tripjes door het kasteel of door Volterra.
Veel liefs,
Je vader.
Voorzichtig vouw ik het stuk perkament op en verberg ik het in de zakken van een van mijn broeken, terwijl ik nonchalant naar de wolken vanuit het vliegtuigraampje staar. Na een tijdje begint dat te vervelen en pak ik een boek uit mijn handbagage, maar de letters dansen voor mijn ogen. Dit is de eerste keer dat ik voor een lange tijd zonder mijn familie ergens heenga en hoewel we pas een paar uur onderweg zijn naar Italië, kan ik nu al tranen met tuiten huilen. Maar ik houd me sterk, want dat is wat mijn familie wilt. Het is maar een week, zeven dagen. Voor ik het weet ben ik weer terug bij mijn familie.
'Je bent fascinerend als je denkt, mensenkind,' zegt ineens een fluwelen stem. De jongen die ik herken als Alec neemt tegenover me plaats en zijn bordeauxrode ogen bekijken me alsof ik een dier in dierentuin ben. De Volturi heeft een privé jet, dus de leden van de Wacht hoeven geen kleurlenzen te dragen.
Ik klap mijn boek geïrriteerd dicht. 'Ik heet Cara en jij lijkt ook nog een kind,' sneer ik. Volgens mij heb ik nu al een jetlag.
'Ah, maar daar is het woord,' zegt Alec, klakkend met zijn tong, mijn snerende toon vergetend. Hij is overduidelijk degene met het meeste geduld van de tweeling. 'Waar ik een kind lijk, ben jij er een. Dat is het verschil.'
'Prima, maar ik heet nog steeds Cara,' kaats ik terug.
'Wat jij wenst, mensenkind,' antwoordt Alec met een zelfingenomen grijns.
Ik voel mijn bloed langzaam koken en met een harde klap leg ik mijn boek neer op een tafeltje. Ik doe mijn best om geen sarcastische opmerking terug te maken, wetende dat mijn nek in een fractie van een seconde omgedraaid kan worden en ik bal mijn handen in vuisten. Gosh, wat ben ik blij dat mijn familie niet zo irritant is. Behalve Emmett en de pack dan, maar daar kan ik mee dealen. Niet met een stel vervelende vampiers die me dwingen om naar Italië te komen om 'kennis te maken' met een of andere vampier die ik niet eens wil leren kennen. 'Nee' blijkt maar weer een moeilijk woord te zijn en van de term 'eigen keuzes' hebben deze Kouden ook nog nooit gehoord.
'Ik denk dat je onze jonge Cara genoeg hebt lastiggevallen voor nu, Alec, voor je haar te veel afschrikt,' mengt Aro zich in het gesprek. Zijn mondhoeken heeft hij in een glimlach gekruld, maar zijn ogen spreken voor zich: oprotten. Al is dat natuurlijk een niet zo chique woord.
'Natuurlijk,' antwoordt Alec met een hele nieuwe toon van beleefdheid. Hij maakt een kleine buiging en verdwijnt als een witte waas.
Aro neemt zijn plaats in en kijkt me met een afwachtende glimlach aan. Nerveus frons ik, wat verwacht deze vampier? Straks is dit een soort test en faal ik enorm. Ik hoor mijn eigen hartslag in mijn hoofd, maar dan valt mijn blik op zijn open hand en wordt alles duidelijk.
Ik leg mijn warme hand in zijn ijskoude en direct grijpt hij mijn hand met een tevreden glimlach. Hij lijkt weg te zakken en ik weet niet zeker of hij hoort wat ik ooit gedacht heb of dat hij hoort wat ik nu denk. Voor het geval het de tweede is, denk ik maar voor de zekerheid aan mijn jeugd. Of wat ik me ervan kan herinneren tot de dag vandaag.
Aro's mond valt open van verbazing en ik vraag me af wat hij gezien heeft.
'Bellissimo,' is het enige wat hij zegt.
Er zijn nog geen reacties.