CAPITOLO TRE
||Cara Roseanne Cullen
Trillend sta ik in de hal bij de woonkamer. Ik moet eigenlijk op bed liggen, alsof mijn familie serieus van me kan verwachten dat ik nu ga slapen. Ze zijn zelfs zo druk dat ze me niet eens van de trap af hebben horen sluipen. Ze horen me nu nog niet, terwijl ik op minder dan drie meter afstand van ze sta. Ik spits mijn oren en probeer het gesprek af te luisteren.
'Kunnen we haar niet bij de pack onderbrengen?' stelt Jake voor. Hij zit op de bank, met zijn armen om Nessie heen gewikkeld.
'Aro zal het weten zodra hij een van onze gedachten leest,' keurt Edward het idee af.
'Kunnen we haar niet veranderen?' stelt Rose voorzichtig voor.
Mijn knieën beginnen te knikken zodra ik Rosalies gebroken stem hoor. Zij is samen met mijn moeder degene die het meest voor mij gezorgd heeft. Ze heeft me geleerd om viool te spelen en hoe ik een basic bitch kan zijn. Om haar zo gekwetst te horen, kwetst mij ook.
'Nee, ze zal in het midden van haar transformatie zijn als de Volturi arriveert. Ze zouden haar vermoorden zodra ze haar ogen opent,' antwoordt Alice direct.
Een pijnlijke stilte heerst in de woonkamer en hoewel mijn familie duidelijk zowel ten einde raad als verdrietig is, voel ik me wonderbaarlijk genoeg uiterst kalm. Ik draai me om en wordt begroet met de honingkleurige ogen van Jasper.
'Je weet dat je niet je gave op me hoeft uit te oefenen,' merk ik op.
'Geloof het of niet, dat doe ik niet,' zegt Jasper kalm. 'Maar het is misschien wel beter als je nu naar boven gaat.'
Ik rol met mijn ogen. 'Het is niet alsof ik kan slapen,' kaats ik terug.
'Nee, maar het doet de rest wel beter als het lijkt dat je slaapt,' legt Jasper uit.
'Zodra ze naar mijn hartslag luisteren weten ze dat ik niet slaap,' zeg ik dwars. Ik sla mijn armen over elkaar en trek uitdagend een wenkbrauw op. Het is niet alsof ik het ooit van Jasper zou kunnen winnen, want hij is immers degene die me heeft geleerd hoe ik het best met mensen om kan gaan. Hij weet dus ook als geen ander hoe hij met mij om moet gaan. Helemaal omdat hij, net zoals iedereen, me al sinds baby zijnde kent.
'Jij en ik weten beide dat ze te druk zijn,' antwoordt Jasper wijs.
'Vertel me dan waarom ik niet meer verdrietig of boos ben?' vraag ik nieuwsgierig. Ik weet niet waarom ik niet boos, verdrietig of op z'n minst geschrokken meer ben.
'Ik kan je emoties aanvoelen en manipuleren, maar ik weet niet waarom je je zo voelt,' antwoordt Jasper op een toon alsof ik dat al lang zou moeten weten. Hij geeft me een zacht duwtje naar de trap. 'Ga maar naar boven.'
Kort trek ik Jasper in een knuffel en geniet ik van zijn omhelzing. Alice heeft weleens verteld dat ik de reden ben dat Jasper eindelijk zijn dorst voor mensenbloed kan beheersen, aangezien ik als baby zijnde veel bij Jasper was, werd hij min of meer verplicht om mijn bloed te kunnen weerstaan. Niet dat hij het ooit toe zou geven.
Ik trek me uit de marmeren armen van Jasper en nadat ik hem nog een dankbare glimlach heb geschonken, trippel ik op mijn tenen naar boven.
Er zijn nog geen reacties.