||Serena Faith Young

'Het was gisteren gezellig, nietwaar?' vraag ik aan Emily. We lopen samen, met Claire tussen ons in, door de straten van Port Angeles, zoekend naar een Starbucks.
      'Het was inderdaad gezellig,' glimlacht mijn tante. 'Thorn kan de jongens handelen op een manier wij beide niet kunnen.'
      Ik haal een hand door mijn haar en zucht quasi-vermoeid. 'Dat is zeker een understatement,' grijns ik. Nog steeds kan ik er niet bij hoe Thorn het kan, maar ze kan het en daar draait het om. Wat dat betreft past ze wel bij Embry. Zij is druk en uitbundig en hij is meestal verlegen, maar gezellig. Ze vullen elkaar aan.
      Ik schrik op als ik ineens vol tegen iemand oploop en bijna mijn evenwicht verlies.
      'Oeps, sorry!' roept een oprechte jongensstem. Twee handen pakken me bij mijn bovenarmen, waardoor ik weer mijn balans terugvind.
      'Nee, het is niet jouw fout, ik zat niet op te letten,' verontschuldig ik me terwijl ik eindelijk opkijk met een hoofd knalrood van gêne. Een paar donkerbruine, twinkelende ogen kijken terug en de lach die de jongen me geeft zou er normaal voor zorgen dat mijn knieën zouden knikken. Maar de jongen is Jake niet, dus dat effect heeft het niet. Het zorgt er alleen voor dat ik oprecht terug lach.
      'Ik ben Nathan Berkeley,' stelt de jongen zich voor, terwijl hij zijn handen terugtrekt. 'Ik ben net ingetrokken in La Push.'
      'Wij wonen ook in La Push!' ratel ik meteen enthousiast. 'Ik ben trouwens Serena en dit is mijn zusje Claire en mijn tante Emily.'
      Nathan knielt met een speelse grijns voor Claire en steekt zijn hand uit. 'Aangenaam kennis te maken, prinses!'
      Claire begint te giechelen en schudt zijn uitgestoken hand. 'Ik ben trouwens een piraat en geen prinses, hoor,' roept Claire beledigt uit.
      Nathan rolt quasi-verbaast met zijn ogen en schudt zijn hoofd, waardoor zijn weelderige, donkerblonde haren mee schudden. 'Natuurlijk, dat had ik moeten weten!' glimlacht hij, terwijl hij weer opkrabbelt
      Met een glimlach neem ik het handje van mijn zusje weer in de mijne en met twinkelende ogen kijk ik op naar Nathan. 'Wat heeft je naar La Push gebracht?' vraag ik geïnteresseerd.
      'Ik kom mijn zus bezoeken,' legt Nathan uit, nog steeds met die aanstekende glimlach op zijn gezicht. 'Ik heb haar eeuwen niet gesproken.'
      Ik frons verbaast mijn wenkbrauwen. 'Oh, hoe heet ze, misschien ken ik haar?'
      'Diana, maar volgens mij gaat ze vandaag de dag met de naam Cass,' zegt Nathan. Hij steekt zijn handen in zijn broekzakken en bekijkt ons stuk voor stuk.
      'Ik ken niemand met de naam Diana... of Cass,' antwoordt Emily direct. Ze heeft haar ogen samengeknepen en Claire wat dichter naar haar toe getrokken.
      'Dat kan kloppen, ze moet nog arriveren,' zegt Nathan met een knikje. Zijn glimlach verandert in een grimas en ineens lijkt hij een stuk minder vriendelijk.
      'Maar, ik dacht-'
      'Het spijt me, dames en kleine piraat, maar ik moet nu gaan,' zegt Nathan ineens gehaast. Hij geeft ons een kort knikje, ontmoet mijn ogen nog eens en stapt dan langs ons.
      Als ik over mijn schouder kijk, is Natha in geen velden of wegen te bekennen en met een gezichtsuitdrukking vol argwaan kijk ik Emily aan. 'Waar sloeg dat op?'
      Emily haalt haar schouders op en begint weer met lopen. 'Ik vertrouw die gozer niet.'
      'Kom op, Em, je denkt toch niet dat hij een je-weet-wel is?' vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Hij had misschien wel een bleke huid, maar de felrode ogen heb ik toch echt niet gespot. Bovendien zijn veel mensen uit Port Angeles erg bleek. 'Hij niet die oogkleur.'
      'Contactlenzen zijn tegenwoordig goedkoop te verkrijgen, Serena,' zegt Emily met een toon van beslistheid in haar stem. 'Mijn intuïtie zegt dat die gozer niet te vertrouwen is. Menselijk of onsterfelijk.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen