Week 19: Water

Ik kijk naar voren. Het meertje kabbelde vast ooit rustig, en het was eerst stil, maar nu hoor ik kinderen spelen een aantal meter van me af. Ik zie niet veel, want er zitten wat bosjes en bomen tussen ons in. Het is warm. Af en toe valt de voetbal waarmee ze spelen in het water en zie ik ze het water in duiken. Het water is nog onrustig van de laatste keer. Ik negeer het en kijk weer naar mijn boek. Ondanks de drukte blijft dit mijn lievelingsplekje. Ik kom hier de laatste tijd steeds vaker. Het is altijd verlaten, maar dankzij de aankomende zomer is het nu niet alleen meer van mij. Ach, het klinkt wel gezellig... Misschien kijk ik straks nog even toe.
Ik zoek ondertussen de juiste pagina op en zit al snel compleet in het boek. Het geluid merk ik pas op als ik een stem vlak naast me hoor. Een jongen met rode krulletjes kijkt vrolijk naar me. Van zijn kleding druipt water af. "O, hallo! Ik wist niet dat hier iemand zat! Wie ben jij?"
Ik kijk verrast op en moet even in de echte wereld terugkomen voor ik kan reageren. Wat zei hij nou? O ja... Wie ben ik? "Ik ben Deï."
"Mitch. Wil je mee doen?"
Mijn mond valt bijna open. Dat is me nog nooit gevraagd. Hij zit vast niet bij mij op school. Ik ben er al weken, maar nog zijn ze niet aan mij gewend. Of, misschien is het andersom.
"Eh... Oké." Ik leg het boek neer en sta op.
"Kan je een beetje voetballen?" wil het jongetje weten.
"Niet echt..."
"O, er spelen wat kleintjes mee, dus dat maakt niet uit."
Hmm, dus als er alleen kinderen van onze leeftijd waren, was ik niet goed genoeg? Nou ja... Ik neem aan dat het logisch is dat ze niet willen verliezen van elkaar. Ik volg de jongen en we staan al snel bij een groep kinderen. Er zitten inderdaad wat jongere kinderen bij. Mitch is één van de oudsten, voor zover ik dat kan beoordelen. Ik gok dat ze tussen de zes en twaalf jaar oud zijn. Oud genoeg om sociaal gedrag te begrijpen. Toch laten ze me mee doen zonder ook maar iets te vragen.
We rennen achter elkaar aan en uiteindelijk weet ik de bal te onderscheppen. Ik schop hem naar een jongen, maar de bal gaat te hard en het hele spel valt letterlijk in het water. Ik kijk schuldig naar de kinderen.
"Ha! Jouw beurt!" lacht de jongste.
"Je moet hem halen, nieuweling! Snel, voor hij weg drijft! We hebben geen andere bij ons." Dat zegt Mitch.
Met tegenzin kijk ik de groep rond. Geen van allen lijkt boos, sommigen lachen zelfs, maar ik heb wel het idee dat zij het eens zijn met Mitch. Leuk... Groepsdruk.
Ik kijk weer naar het water. Eerder op de dag heb ik nog gevoeld. Het water is koud, al lijken de andere kinderen er geen probleem mee te hebben. Ik adem diep in en uit.
"Als je echt niet durft, haal ik hem wel," zegt Mitch vlug. Hij lijkt zich wat schuldig te voelen.
Ik ben al zeker van mijn zaak. Ik ren naar het water om er in één keer in te springen. Wat kinderen beginnen te joelen.
Ik zwem zo snel mogelijk naar bal, maar het water om me heen is geen moment uit mijn gedachten. Dit was al een tijd mijn lievelingsplek. Nu is het ook de plek waar ik mijn eerste vrienden heb gevonden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen