I'M TIRED OF BEING NORMAL




Niemand had plannen om te gaan slapen. Niemand kon ook slapen. Zolang Derecho nog niet hersteld was, zou de spanning de groep om te snijden zijn. Elk lid wist dat het weer zo ver was en hoopte op hetzelfde moment dat zij niet de volgende waren. Littekens versierden hun huiden als tattoo’s. Het waren aanrakingen van de dood, een teken dat ze sterk waren. Sterker dan ze soms hoopte.
Dulce kon de Orden niet alleen de schuld ervan geven. Het was niet alleen de fout van die organisatie, alleen de laatste tijd wel. En zo zitten, naast Derecho die zwaar ademhaalde en Hermana die hem tot stilte suste, zorgde ervoor dat hij zich afvroeg of het allemaal zijn schuld was. Zonder hem zouden ze een normaal leven nu leiden, misschien moeilijker dan ze hoopten, maar ze werden niet opgejaagd door de Orden. Daarnaast, het was slechts een kwestie van tijd voordat er een einde aan hun bende kwam. Niets kon voor eeuwig bestaan. Als hij wegging, verving iemand hem misschien, maar Desastre zou niet meer hetzelfde zijn.
Hij kon zichzelf simpelweg ook niet alleen de schuld geven. Derecho had ervoor gekozen. Weliswaar onder druk, maar nog steeds stemde hij in. Als Dulce op een andere tijd naar hem was gekomen, had het geen nut gehad. Toen, echter had hij het juist ingeschat. Een gebroken en in de war geraakte Derecho die makkelijk leek om om zijn vinger te winden, maar nog steeds genoeg kracht had hem aan te vallen en een klein litteken te geven bij zijn voorhoofd, had het toch opgegeven en ja gezegd. Alles wat nodig was geweest was Derecho eraan herinneren dat ze een gezamenlijke vijand hadden: de Orden.
‘Het moet zo wel beter gaan,’ en Hermana stond op. Nog kort richtte ze haar blik op alle wonden die nu verbonden waren bij Derecho voordat ze zich uitrekte en liep naar een andere kamer. ‘Ik gebruik de douche nu.’
Iedereen knikte, niemand ging er tegenin. Allemaal deden ze hun eigen ding. Enojado verzorgde zijn litteken, die hem zo te merken weer begon te irriteren. Rico kleedde zich om en gooide zijn pak ergens neer. Belleza verwijderde haar make-up onder luid gemompel dat het merk zo slecht was. En Gemelo speelde nog een treurig lied die geen woorden nodig had om emoties los te maken waarvan niemand dacht dat zij ze nog hadden.
‘Bedankt,’ reageerde Derecho wat laat, waardoor Dulce opkeek van zijn handen. Hij wilde vragen wat er precies was gebeurd, wilde elk detail in zich op kunnen nemen, maar hij knikte een keer en ging verder met het staren naar zijn handen. Kleine korsten en wonden waren amper zichtbaar en voelbaar wanneer hij ze bewoog. Er was zoveel verkeerd gegaan in de maanden van het begin van Desastre. Niemand wilde naar hem luisteren toen ze erachter kwamen dat de politie het had opgegeven en dat de Orden nu achter hen aan zaten. Mensen volgden hun eigen instincten om te kunnen overleven. Chaos brak uit. Diezelfde chaos had hen weer bij elkaar gebracht.
Een zucht ontsnapte tussen zijn lippen terwijl Dulce opstond en een glas water ging pakken. Langzaamaan waren de leden klaar met hun maskers afdoen en zo gingen ze terug naar hun ware vorm. Rico was de eerste die hen allemaal goedenacht wenste en verdween uit het zicht, vast om het grootste bed te claimen. Hermana kwam net terug, alleen om te zeggen dat ze morgen wel om zeven uur wakker moest zijn voor haar baan bij een kledingwinkel, om vervolgens te verdwijnen.
Uiteindelijk waren zowel Dulce en Gemelo over, zittend tegenover elkaar en te doen wat ze wilde doen, wat inhield dat de geluiden van een gitaar en het geschuifel van foto’s door de kamer te horen waren. ‘Lukt het een beetje?’ vroeg Dulce, wijzend naar de rode handen van Gemelo.
De jongen keek op en liet de snaren voor wat het was. ‘Dit gaat wel. De Orden ontlopen wat minder.’ Zijn ogen richtten zich op de verschillende foto’s en hij pakte er eentje vast. Dulce liet hem gaan. Zoveel interessant stonden er niet op, slechts het landschap van zowel Amm, zijn thuis, als Bagnères de Luchon, zijn oude thuis. ‘Wat stelt dit voor?’
Dulce liet de foto van de universiteit van Amm met een groep onbekende mensen die voor de donkere, dichte poort stonden, klaar om eroverheen te gaan. Heuvels en een diepblauw meer staarde hem terug aan. Hij haalde zijn schouders op. ‘Gewoon een meer in Bagnères de Luchon.’
‘Hoe weet je dat zeker?’
‘Ik heb die foto zelf genomen, Roze.’ De bijnaam verwees naar de roze ringetje in zijn neus, en Gemelo friemelde er kort naar voordat hij verder ging met de stapel foto’s doorzoeken.
‘Hoe ben je er dan heen gegaan?’ In zijn handen rustte nu een kleine verzameling plaatjes van mensen met lichten die voor de kathedraal stonden. Het grote, grijze gebouw was het oudste dat de stad te bieden had en het leverde duizenden op door de toeristen, had Dulce ooit ergens gehoord, terwijl hij in zijn eentje het geld wilde proberen te pakken.
Alweer haalde Dulce zijn schouders op en liet zijn stapel vallen, om het naast zich te gooien. Het fotograferen van landschappen bood hem normaal rust, ernaar staren deed hetzelfde, maar vandaag leek het niet te willen helpen. ‘Ik woonde daar tot mijn twaalfde,’ verzuchtte hij. ‘En toen, voordat je meer gaat vragen, kreeg mijn moeder een baan aangeboden als architect in Amm en nam ze die aan en ben ik hier beland.’
Een frons verscheen bij Gemelo. Ook hij liet de stapel langzaam zakken en staarde Dulce voor een paar seconden zwijgend aan. ‘Ik dacht dat je bij je vader bleef wonen na de scheiding.’
Het duurde even, te lang, totdat het tot de leider van Desastre doordrong wat hij precies had gezegd. De waarheid. Datgeen wat Gemelo niet wist en niet behoorde te weten omdat dat gevaarlijk was. Omdat dat zijn statu als leider zou verslappen. Diep haalde hij adem en glimlachte. ‘De scheiding gebeurde kort daarna, ja. Ik heb geen idee of mijn moeder nog steeds daar woont of ergens anders heen is gegaan.’ Hij ademde weer uit. De barst was gemaakt voordat het erger kon worden.
Gemelo knikte alleen maar, nog steeds met de frons tussen zijn lichtblonde wenkbrauwen. Na een tijdje stapelde hij samen met Dulce de foto’s op, nog af en toe vragend hoe zijn oude thuis was geweest met al die natuur om hem heen. Dat beantwoordde Dulce zonder na te denken. Het was rustig. Het voelde goed elke dag op te staan met de zon die opkwam tussen de groene bergen en de verfrissende lucht. Om buiten te kunnen spelen zonder zorgen. Om kikkers te tellen in de vele wateren die te vinden waren, of om te vissen. Het was vrijheid op een legale manier. Nu genoot hij van vrijheid op een illegale manier. Regels die hij aan zijn laars lapte. Vis stelen uit de winkels waar het kon. Lucht inademde van Rico’s motor. Rennen voor zijn leven. Het was anders, op zowel een positieve als negatieve manier.
‘Ik ga kijken of mijn zusje nog plaats heeft.’ Met veel zorg borg de tweelingbroer zijn instrument op in een te grote tas ervoor en legde hem op het kussen op de grond, achter de stoel. ‘Je moet zo te merken op een stoel slapen, kleintje,’ en hij ging gedempt lachend zijn daad verrichten.
Zwijgzaam staarde Dulce hem na. Met zijn benen zo ver opgetrokken dat hij zijn hoofd op zijn knieën liet rusten, keek hij toe hoe de kamer traag donkerder werd. De sterren straalden minder helder, alsof ze wisten dat deze plaats het niet verdiende licht te krijgen. De maan had het al helemaal opgegeven. Dulce merkte hoe de slaap het van hem won, totdat Derecho een schorre schreeuw vol pijn liet horen.
Een stilte volgde, waarin hij luisterde naar de echo ervan en toekeek hoe moeizaam Derecho bewoog en wakker werd. Een van zijn ogen staarde hem aan, op de ander zat een verband zo omheen gewikkeld dat het een groot deel van zijn hoofd en de wonden daar niet liet zien. Aarzelend bewoog Dulce zich de richting van de bank op en bleef ervoor zitten. ‘Gaat het?’ fluisterde hij zijn vraag.
Geschrokken- hij wist niet of dat het was of dat Derecho nog niet helemaal wakker was- bewoog Derecho wat naar achter. Zijn ene oog sloot hij. ‘Ziet het er zo naar uit dan?’ Iets dat hij in ieder geval niet had verloren, was zijn bijdehante houding naar alles en iedereen toe. Of het een goed teken was, was moeilijker te zeggen.
‘Nee.’
‘Daar heb je dus je antwoord.’
Knikkend ging Dulce verzitten. ‘Een nare droom?’ Het was maar een gok. Het kon net zo goed zijn dat Derecho een verkeerde beweging had gemaakt tijdens het slapen of wel wakker was geweest en bedacht hoe het leven hem niet mee zat en uit frustratie had geschreeuw. Alles kon.
‘Ik leef in een nare droom, Du.’ Het was een kortaf antwoord, zelfs voor zijn doen, en wat hij er precies mee aan moest, was hem een raadsel. Zo te merken was het niet het juiste moment om te vragen naar de details van het gevecht.
In plaats daarvan deed Dulce zijn bril af en pakte een kussen van de stoel naast hem om die te gooien op de grond. Bijtend op zijn lip liet hij zijn hoofd erop rusten en sloot zijn ogen. ‘Je hebt er zelf voor gekozen’ murmelde hij, merkend dat zijn lichaam moeite had met wakker blijven.
De hand van Derecho verdween onder de bank, wat Dulce liet schrikken. Uit de duisternis werd een klein boekje gehaald, die er op het eerste gezicht uitzag alsof het een aantekeningenschrift was van een student. ‘Sla het ergens open,’ en de man gooide het niet bepaald rustig op Dulce’s borst, De jongen staarde er even na, woog het in zijn handen, liet de pagina’s tussen zijn vingers gaan en opende het toen willekeurig open. Het bekende handschrift van Derecho was amper te lezen, of het kwam door het gebrek aan goed licht. ‘Wat moet ik hiermee?’ vroeg hij na een tijdje, nog steeds lezend.
‘Lees het door. Lees het hardop of zoiets. Jij wilde informatie, kleintje, dan krijg je die.’
Het was kostbaar wat hij nu in zijn handen had, wat al zijn handelingen behoedzamer maakte. De lucht van oude bladzijden verjoeg de lucht van Rico’s wierook naarmate hij langer opbleef. ‘Januari. De jongen in de wachtkamer heet Ayudar. Februari. Ayudar besloot niet langer te wachten in de wachtkamer, net als ik. Maart. Ayudar liet mij het hele gebouw zien, wat blijkbaar ook zijn huis was waar hij met zijn vader, de psycholoog woont. April. Of het een grap van Ayudar is om mij mee uit te vragen, weet ik niet. April. Het was geen grap. April. Het was ook geen grap toen hij vroeg of ik zijn vriendje wilde zijn. Mei. Deze hele maand is er gebeurd wat mensen doen als ze een relatie hebben.’
‘Je moet ook gaan slapen.’ De stem van Derecho klonk van ver, zo diep zat Dulce in gedachte hardop te lezen. Voor kort keek hij op van het papier, om het om te slaan en zijn hoofd te schudden.
‘Je zei dat ik het moest lezen, dus doe ik het.’ Terug naar het papier starend stopte hij met hardop lezen. Het was dan wel beter zodat de informatie bleef hangen, zijn stem klonk onbekend en naar, als een valse viool. Het was de spanning, realiseerde hij, de lust naar de informatie die hij wel wilde weten. ‘Je vertelt wel lekker veel details,’ lispelde hij.
Een zwakke glimlach speelde met de lippen van Derecho voordat hij zich omdraaide, zijn rug naar de lezer toe. ‘Het is niet iets dat ik normaal op zou kunnen schrijven.’
Het antwoord liet de twee kort lachen. ‘Ik vraag me ook af of ik het allemaal wil weten,’ gaf Dulce eerlijk toe.
Er was geen antwoord. Of derecho die zijn rust terug had gevonden was een antwoord.
De kamer werd donkerder en het handschrift was al moeilijk te lezen. Zin om een licht aan te doen of een zaklamp te pakken, had de leider niet, daarom las hij nog een bladzijde verder. Alles daarop wist hij toch al. November. Ayudar nam mij mee naar het park. En maakte het uit. Ging weg. Naar weet ik veel waar. Zonder om te kijken.
Het was te merken hoeveel impact die maand op Derecho had gemaakt. De zinnen waren kort en incompleet. Dulce durfde te zweren dat de donkere plek op de bladzijde een opgedroogde traan was. Na het lezen schoof hij het boekje terug de duisternis onder de bank in, kijkend naar hoe zijn bendelid onregelmatig adem haalde. Hij wist niet of het goed was wat hij had gedaan. Wat hij had gelezen was wat hij nodig had. Maar of Derecho het uit vrije wil had gedaan of uit schuldgevoelens, kon hij niet vertellen.


Reageer (1)

  • Shibui

    Wacht. Hij maakte het uit? Waren zij een stelletje?

    6 jaar geleden
    • bloemenkroon

      Derecho en Ayudar waren een stelletje in het verleden, idk of dat het antwoord is wat je zoekt XD

      6 jaar geleden
    • Shibui

      Ow ja, dat had ik even gemist haha^^

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen