Sociologie

In de sociologie is het belangrijk dat je vanuit verschillende oogpunten kijkt. Sociologen kijken voornamelijk van bovenaf. Ze bekijken het hele plaatje. Volgens de inter-relationele samenhang beïnvloed de omgeving van een individu het gedrag. De maatschappij waarin men opgroeit, speelt daarbij een erg grote rol. Wat zijn de normen en waarden van de cultuur waarin het individu zich begeeft? Wat zijn de wetten die in zijn land gelden? Welke voorzieningen zijn er waar het individu gebruik van kan maken? Al deze factoren bepalen het zijn van iemand, het gedrag. Ook sociale interactie speelt daarbij een belangrijke rol. Iemand die omgaat met hangjongeren zal anders reageren dan iemand die vooral optrekt met jongeren die veel tijd in de boeken besteden, bijvoorbeeld. Het heeft allemaal invloed op elkaar.
Als we gaan kijken naar de casus van L, dan is het ten eerste een verstandig idee om te gaan kijken naar de normen en waarden die er hier in Nederland, en dan vooral in de woonplaats, gelden. Hier in Nederland willen wij onze kinderen zo veel mogelijk beschermen tegen alle mogelijke narigheden. Dit betekent dat wij zo veel mogelijk frustratie, angst en verdriet bij onze kinderen weg willen nemen. Gelukkig zijn is daarbij een belangrijke waarde, en ook bescherming en veiligheid. Het is daarbij de norm om je kind te beschermen tegen gevaren. Ook gezondheid is een belangrijke waarde. Als je kind niet gezond is, wordt er vaak gezegd dat dit mogelijk aan de opvoeding kan liggen. In Nederland wordt het kind, de jeugd, als belangrijk beschouwd. Een goede basis is belangrijk, zegt men. Wij vinden het belangrijk dat het kind met alle vrijheid opgroeit en in zijn kindertijd vooral veel plezier ervaart – later zal het immers moeten werken en daar is het nu nog te jong voor. “De jeugd is de toekomst” is een uitspraak die ik ook al meerdere malen gehoord heb binnen onze cultuur, en ook zeker hiermee te maken heeft. Het kind moet goed verzorgd en goed opgevoed worden zodat het later kan presteren.
Het is vanuit dit opzicht niet gek dat moeder wil dat L ’s avonds in slaap komt en goed in slaap blijft. Volgens de Westerse cultuur is slaap namelijk een belangrijk element voor zowel gezondheid als prestatie. Met een slechte nachtrust die zich vaker voordoet, raakt men namelijk vermoeid, is men minder geconcentreerd en levert men dus ook minder prestatie. Aangezien wij een prestatiegerichte cultuur hebben, willen we slaapgebrek dus waarschijnlijk voorkomen. Om slaapgebrek te voorkomen, moet men ’s avonds dus überhaupt in slaap zien te komen. Ik denk dat dit een reden zou kunnen zijn waarom moeder zich zorgen maakt over het slaappatroon van haar dochtertje. Moeder gaf ook aan vaker gesproken te hebben met ouders van kinderen die dezelfde problemen ervaren. Deze interactie heeft ervoor gezorgd dat moeder denkt dat de leeftijd ook met het probleem te maken heeft; ze heeft namelijk gehoord dat meerdere kinderen er last van blijken te hebben. Door deze interactie is moeder anders gaan denken over de oorzaak van het probleem en maakt zij zich ook al een klein beetje minder zorgen. Moeder heeft ook via via gehoord hoe ze het probleem het beste kan aanpakken. Hierdoor is ze gaan proberen haar dochtertje voor het slapen gaan in bad te doen en haar een tabletje te geven. Ze is ook via sociale contacten, aanbevelingen, bij Nathalie Roos uitgekomen voor de training waar L nu regelmatig naartoe gaat. Op deze manier is moeder beïnvloed geworden door haar omgeving en sociale interactie.
Gekeken naar de contacten binnen de buurt waar moeder het over heeft, lijkt er wel sprake te zijn van enige vorm van cohesie binnen de buurt. Wanneer moeder op haar dochtertje staat te wachten bij school, praat zij namelijk regelmatig met andere ouders. Ze heeft het dan onder andere ook over de slaapproblemen van L. Door onderlinge contacten komt moeder steeds tot nieuwe oplossingen die haar weer verder helpen. Ook met de meester van L heeft moeder goed contact, en vrienden van haar bieden haar ook hulp aan bij het probleem.