Venster van vrijheid
Woord: Venster
Venster van vrijheid
Ze had altijd met angst naar het venster gekeken. Niet omdat ze bang was voor het voorwerp op zich, maar wel omdat ze vreesde dat het prachtige landschap waar ze uitzicht op had ieder moment kon veranderen in een verterende duisternis. Dan zou ze haar enige link met de buitenwereld verliezen en zou ze hier altijd moeten rondtasten in het niets, op zoek naar iets wat er niet was.
Ze haatte het venster en beminde het op hetzelfde moment.
Ze drukte haar gezicht tegen het koude glas. Ze zou er letterlijk alles voor over hebben om zich aan de andere kant van het raam te bevinden, al was het maar voor één seconde. Ze was er zich maar al te goed van bewust dat ze, als ze een beetje moeite deed, het glas kon breken, maar ze kon zich niet voorstellen hoe de wereld zonder het raam zou zijn. Telkens als ze zich voorstelde hoe ze het raam kapot sloeg, zag ze hoe er helemaal niets lag aan de andere kant en ze haar eigen hoop had verwoest.
Desalniettemin begon ze het steeds vaker als een optie te zien. Ze kon hier niet langer blijven. Ze had geen idee hoelang ze de tentakels nog zou kunnen verdragen op haar huid. Het was een simpel dilemma: zij zou barsten, of het glas zou barsten. Ze wist niet zeker welke optie de beste was, maar nu ze er dagenlang over had gepiekerd, verzamelde ze toch al haar moed en liep ze naar een uithoek van de kamer, waar één enkele stoel stond.
Ze hief het voorwerp met erg veel moeite. Met haar zwakke spieren slaagde ze er amper in de stoel naar het raam te brengen, laat staan hem tegen het glas aan te gooien. Ze nam een paar minuten om op adem te komen en wierp een vluchtige blik in de richting van de camera. Ze probeerde te doen alsof ze de stoel gewoon aan het raam had gezet om een fijn uitzicht te hebben wanneer ze neerzat, maar ze wist dat hij er hoe dan ook niet mee zou kunnen lachen.
Regel drie: verander het interieur van de kamer onder geen enkele omstandigheid.
Ze hoopte gewoon dat hij het niet zou merken omdat hij toevallig even niet op zijn scherm keek, of dat hij er geen kwaad in zag en gewoon besloot om er die avond, wanneer hij bij haar langs zou komen, er een opmerking over te maken.
Nadat ze tien minuten had gezeten, vertrouwde ze erop dat haar meester niets had gezien en probeerde ze de stoel nogmaals te tillen. Door al haar adrenaline en de spanning van het moment slaagde ze erin de stoel tegen het raam te rammen. Er ontstond een grote barst. Ze nam de stoel opnieuw in haar handen en gooide hem met alles wat ze in zich had tegen het raam. Een grotere barst. Dit keer liet ze niets aan het toeval over, zette ze de stoel naast zich neer en wierp ze zichzelf tegen het venster. Ze brak door het glas alsof het van suiker was gemaakt en belandde in het gras, omringd door scherven. Een paar kleine, scherpe stukjes glas sneden door haar huid heen, maar ze trok er zich niets van aan.
Met veel moeite duwde ze haar zwakke lichaam overeind en begon ze te lopen; ze nam geen moment rust om te genieten van het landschap waar ze zolang naar had verlang. Ze had het gevoel dat ze sneller liep dan de snelste sprinter, maar in feite was het slechts een traag tempo.
Ze was verbaasd toen ze de tentakel rond haar middel voelde. Verbaasd en bovenal zo geschokt dat ze zich niet eens tot tranen aan kon zetten.
‘Waar dacht jij naartoe te gaan?’ vroeg het monster, terwijl hij haar terug voerde naar de plek waar ze zo wanhopig graag van wilde ontsnappen.
Er zijn nog geen reacties.