OO7
♛
Ik vertrek met nog drie kwartier tot de volgende les richting het cafetaria, wat ik weet te vinden na slechts twee keer verkeerd lopen. Het is er rustig en ik ben een van de enigen. Onzeker neem ik er plaats, niet goed wetend wat te doen, maar voor ik mezelf er echt al te druk om kan maken staat er een bediende naast me. Ik bestel een glas verse jus en een broodje gezond en vraag de man hoe het zit met de betaling van de dingen die ik hier bestel. Ik verdenk hem er van dat hij me inwendig uitlacht terwijl hij antwoord, zijn stem neutraal maar zijn ogen twinkelend. Ik leer dat er notities worden gemaakt en dat er maandelijks facturen worden gestuurd naar degene die school betaald, waarop ik me bedenk dat ik mijn vader vanavond moet bellen om te vragen wat de bedoeling is.
Het eten is heerlijk, de jus net zuur genoeg voor mijn smaak. Het verdrijft een hol gevoel in mijn maag waarvan ik niet eens door had dat ik er last van had en zorgt dat het in mijn hoofd iets opklaart. Dus wanneer mijn bord leeg is hang ik achterover in de veel te comfortabele fauteuil en zucht diep en tevreden.
‘Het lijkt gelukkig dat je er niet al te veel mee zit, love,’ klinkt het zacht naast me. Echt naast-naast me. Lippen ter hoogte van mijn wang, op slechts enkele centimeters van mijn gezicht. Persoonlijke ruimte is echt niet iets wat Apollo goed in weet te schatten en ik weet even niet zo goed of ik het eng of vertederend moet vinden. Hij richt zich op vanaf zijn naar mij toe gebogen houding en verwijdert zijn arm van de rugleuning van mijn fauteuil, waarvan ik niet eens door heb gehad dat hij die daar neer had gelegd. Dan schrijdt hij soepel naar de lege stoel tegenover me en neemt er in plaats alsof hij een of andere luie koning is. Schuin, zijn benen over de linker armleuning en zijn rechterhand ondersteund zijn kaak op een bijna verveelde manier, zijn elleboog op de rechter armleuning. Maar hij kijkt niet verveeld, hij kijkt intens en nieuwsgierig en hij kijkt naar mij en ik besluit dat het antwoord op mijn eerdere stelling vertederend is.
‘Nieuwe ronde nieuwe kansen,’ zeg ik bijna ademloos, nog steeds niet gewend aan de perfectie van de zelfbewuste jongen. Ook nu dat lachje, even kort.
‘Je hebt niet veel gemist. Ik kan je bijpraten als je wil, vanavond na het eten?’ Zijn linker wenkbrauw komt vragend omhoog in afwachting van mijn antwoord, maar voor ik dat kan geven klinkt een tweede stem.
‘Oo, wil je nu eens uitscheiden met die bloedirritante act? Alsof ze iets van jou gaat leren wilde je zeggen? Laat me raden, op haar kamer, met z’n tweetjes,’ klinkt het van achter mijn stoel en ik wil opkijken naar de spreker, maar kijk niet snel genoeg weg om Apollo zijn blik te zien verduisteren alsof hij zojuist het verschrikkelijkste geluid van de wereld heeft gehoord. Er stapt een meisje om mijn stoel heen mijn zichtveld in. Lange donkerbruine haren, grote blauwe ogen en een smetteloze huid. Ze kijkt bijna kwaadaardig naar Apollo, maar niet Styx kwaadaardig. Eerder een; als-je-nu-niet-maakt-dat-je-weg-komt-vertel-ik-het-je-moeder kwaadaardig.
‘Don’t get your knickers in a twist, Artemis. Ik probeer…’ hij kijkt vragend in mijn richting.
‘Persephone.’
‘…Persephone gewoon te helpen. Net zoals ik dat vanochtend probeerde, ja toch, love?’ Hij kijkt me met een glimlach aan en probeert zijn stem net zo te laten klinken als voor de verschijning van het meisje. Hij slaagt er nauwelijks in, duidelijke ergernis vervlochten met de zoete toon. Aangezien hij gelijk heeft, -laten we ons niet verdiepen in de manier waarop-, besluit ik met een glimlach naar het meisje op te kijken vanuit mijn zittende positie.
‘Ja, hij is heel behulpzaam,’ zeg ik op mijn meest vriendelijke toon, hopend de spanning te verminderen die duidelijk tussen deze twee in de lucht hangt. Ik krijg alleen een meelevende blik toegeworpen alvorens ze zich weer tot de jongen richt.
‘Apollo, ga naar je vrienden. Wij nemen je goedbedoelde zorgen over Persephone wel van je over. Ga ergens anders genieten van de spotlight, want voor je het weet is hij er weer en zak je weer terug naar de tweede plaats.’ De woorden zijn bijna giftig, vooral wanneer het woord ‘hij’ over haar lippen rolt. Vervolgens kijkt ze naar een plek die ik niet kan zien achter mij, laat haar ogen even op en neer gaan over iets of iemand en kijkt hem dan met een grijns weer aan. ‘Of de derde plaats.’
Het enige waaraan te zien is dat Apollo de woorden niet op prijs kan stellen is het verkleinen van zijn pupillen. Zijn woorden daarentegen klinken hard en zijn duidelijk bedoeld om een reactie te ontlokken.
‘O kom nu, Artemis. Nog steeds een crush op Ares? Als je nu eens wat aardiger voor me was, zou ik een goed woordje voor je kunnen doen,’ stelt hij gebiedend voor, zijn glimlach geforceerd, zijn ogen scherp en tegenstrijdig met zijn fluwelen stem. Artemis haar ogen worden spleetjes terwijl ze dreigend een stap in zijn richting doet.
‘Apollo!’ sist ze dreigend, en om de een of andere voor mij onverklaarbare rede is dat genoeg om de jongen overeind te doen komen in een soepele beweging. Hij wandelt op zijn trage, elegante manier om Artemis heen tot het punt waarop hun schouders elkaar bijna zullen raken, hij maar enkele centimeters langer dan haar. Zonder zichtbaar te vertragen buigt hij zich in het voorbijgaan naar haar oor en ik zie zijn lippen bewegen, al hoor ik niet wat er wordt gezegd. Het enige wat ik zie is dat Artemis een blos op haar wangen krijgt. Geen goede blos, geen prettige blos, maar een kwade met een randje schaamte. Het moment is erg snel voorbij en dan is Apollo zijn intense blik op mij gefocust, nog net voor hij uit mijn zichtveld loopt.
‘Bye, Persephone, tot snel.’ En ik had niet verwacht dat hij iets opwindenders kon zeggen dan zijn langgerekte love, maar hij slaagt er verdorie in. De manier waarop hij mijn naam rekt en strekt klinkt alsof hij spint als een tevreden kat en ik ben gewoonweg te geschokt om antwoord te geven. Pas als hij is verdwenen bedenk ik me dat mensen zuurstof nodig hebben en laat ik mijn adem ontsnappen. Dat doet Artemis zich naar mij bijdraaien en even ben ik nerveus. Er speelt duidelijk iets tussen haar en Apollo en ik vraag me af of ik nu in een vete of iets dergelijks wordt getrokken enkel omdat ik in zijn gezelschap verkeerde. Zij is het tweede meisje waarmee ik hier in aanmerking kom en ik hoop niet dat ze ook de tweede op het ‘ontlopen’ lijstje hoeft te worden.
Reageer (5)
sweet, maar 1 opmerking, Artemis is een gezworen Maagd, en ziet af van mannelijk gezelschap, best wat ophef over gemaakt in verschillende verhalen van haar en haar jacht gezelschap
7 jaar geledenArtemis, mijn favoriete godin!
7 jaar geledenJouw hoofdstukken zijn steeds van goede lengte, maar toch voelen ze altijd zo kort aan. Ik wil altijd meer lezen dan je in één hoofdstuk aanbiedt en dat beschouw ik als een heel goed teken.
7 jaar geledenHihi ik weet wie dat is!!
7 jaar geledenMmmm, wie zou die tweelingbroer toch zijn?
7 jaar geleden