Finaleopdracht: Naar de toekomst
Tot een week geleden dacht ik dat mijn droom was uitgekomen. Een ruimtereis maken. Vergezeld door mijn drie amigo's, waarvan er intussen nog eentje overblijft. Het was ook te mooi geweest om waar te zijn.
Het is nu 2117 en het bevolkingsaantal op aarde is intussen zo immens groot dat men de doodstraf opnieuw heeft ingevoerd. Niet enkel in extreme gevallen, bij het kleinste vermoeden dat je de wed overtreden had, kreeg je de kogel. De pijnlijke straffen zijn inmiddels afgeschaft, dit enkel en alleen om tijd te sparen.
Gelukkig, tenminste dat was wat we dachten is er een nieuwe planeet ontdekt. En nog wel eentje waarop wij mensen kunnen overleven enkel en alleen door het inademen van de lucht. Voedsel werd er enkel voorzien, voor het geval je eens zin had in iets lekker, maar je had het niet nodig om gezond te blijven.
Ik, Jaron, Mats en Nathan hadden daarom besloten onze laatste spaarcenten uit te geven aan een plek op die perfecte planeet. Voor we vertrokken genoten we nog van een laatste maaltijd verse frietjes, daar waren we allen zo dol op.
We geloofden alles wat ze ons vertelden en waren ervan overtuigd dat zij enkel op aarde bleven om ons het plezier van de nieuwe planeet te gunnen. Fout. Zij verlieten planeet aarde niet, omdat ze wisten dat je op de nieuwe planeet hoogstens anderhalf jaar te leven had.
We moesten dus terug, terug naar waar we vandaan kwamen. Maar ze hadden ons verdomd achtergelaten, met een beperkte voedselvoorraad en zonder enige mogelijkheid om terug te keren naar waar we vandaan kwamen.
We waren met miljoenen, misschien zelfs miljarden. In zo een menigte en zonder enig systeem geraak je de tel al snel kwijt.
Niemand van ons was een wetenschapper, niemand van ons had het in zich om een manier te bedenken om terug naar huis te gaan. Het leek erop dat wij als niet wetenschappers, samen moesten werken als we dit wilden overleven. We moesten op anderhalf jaar, hetzelfde werk verrichten dan dat de wel-wetenschappers voor elkaar hadden gekregen in miljoenen jaren.
We zijn allen naar school geweest, dus zo moeilijk kon het toch niet zijn. Fout. We hadden niks van materiaal, deze planeet was de dood hemzelf. We werden genoodzaakt om van nul af aan te beginnen.
Allemaal waren we het erover eens. Het was onbegonnen werk.
In het begin sproken we af dat we zouden genieten van onze resterende tijd, we zouden er het mooiste jaar van ons leven van maken.
Maar al snel werd duidelijk, dat anderhalf jaar het maximum was, het zou bijna uitzonderlijk zijn als je het zover haalde. Dus het eten dat er was, werd niet eerlijk verdeeld. Je moest voor jezelf opkomen als je wat wilde hebben. De sterfgevallen waren immens en er zat een zeker systeem in. De kinderen stierven eerst, want zelfs zij die om hun kinderen gaven weigerden hun laatste eten aan hen te verspillen. Hierna verlieten de vrouwen ons, ze waren zwakker, slechts enkelen van hun waren sterk genoeg om een paar van de mannen de nek om te wringen (er waren geen wapens, alles moest dus met de handen gebeuren), maar ook die hielden het niet lang vol.
Ik en mijn vrienden hadden beloofd trouw te blijven aan elkaar. Een half jaar verliep dat soepel, maar ik was de eerste die bezweek. We beschikten niet over genoeg voorraad om ons vieren nog een jaar lang te blijven voorzien, dus haalde ik diegene waar ik het meest vertrouwen in had over. Mats.
We hadden het voorbereid, we moesten onschuldig lijken, dus deden we het midden in de nacht. Dan was het donker en konden Jaron en Nathan ons niet zien. Elk namen we een van de plastic zakjes waarin eten had gezeten. Ik sloop op Nathan af en hij op Jaron. Ik kon Mats niet zien, dus merkte ik ook niet dat hij terugkrabbelde. Zonder enige moeite bracht ik Jaron in zijn slaap om het leven, maar zijn onregelmatige ademhaling had Jaron wakker gemaakt.
Jaron was als trouwe vriend van Nathan in de aanval gegaan. Ik voelde hoe zijn volledige arm om mijn als gekneld was en hoe mijn adem me werd ontnomen. Ik verzon snel een leugen en probeerde die in tijds over mijn lippen te krijgen. 'Jaron...', mijn stem had al verraden dat ik het was. Jaron maakte zijn greep een beetje losser en liet me op adem komen, maar hij weigerde me los te laten. 'Ik hoorde Nathan zuchten, daarom ben ik gekomen. Maar toen ik aankwam was diegene die hem om het leven heeft gebracht al verdwenen.'
Ik hoorde iemand struikelen, vermoedelijk Mats.
Jaron loste zijn greep nu helemaal en ik hoorde Mats' kreten ontsnappen. Steeds luider, en even later niks meer. Jaron had Mats vermoord.
Eerst durfde ik Jaron niet in vertrouwen te nemen, bang dat hij hetzelfde met mij zou doen, maar wie was ik om over vertrouwen te oordelen.
Nog een jaar verder, en ik en Jaron hebben onze voorraad eerlijk verdeeld en verborgen op een plek waar niemand hem zou vinden. Alleen begint die nu behoorlijk op zijn einde te lopen.
Met onze laatste boterham bij een vuurtje (we hadden er 4 maanden over gedaan om uit te vinden hoe je vuur kan maken met het weinige materiaal dat hier te vinden was) luchtten we ons hard bij elkaar. 'Ik heb het er nooit over gehad, maar ik heb er enorm veel spijt van dat ik Mats die avond heb vermoord', zei Jaron. Ik wist dat ik hem beter kon vertellen dat ik het was die Nathan had vermoord, maar dat deed ik niet. 'Hij is de enige die die nacht in de buurt was, en dus de enige die mogelijk Nathan het leven heeft gekost. Je hoeft jezelf niks kwalijk te nemen, we waren beter af zonder hem', schijnheiliger kon ik het niet verwoorden. Ik haatte mezelf hier zo hard om. Ik had hem de waarheid moeten vertellen, dan had ik niet hoeven sterven als een leugenaar.
'Smakelijk', zei Jaron dan maar. Ik knikte, en samen genoten we van onze laatste boterham.
Er zijn nog geen reacties.