Foto bij Opdracht 2: Destroy The Blue Planet.

Het verhaal speelt zich af in het jaar 3049

'Bart!' probeerde ik mijn beste vriend te waarschuwen, maar ik had zijn naam nog niet voor de helft uitgesproken of hij zakte door zijn knieën. Niet één, maar wel drie kogels hadden zich door zijn hersenen geboord. 'Bart!' riep ik en de tranen sprongen in mijn ogen. Ik had nog nooit gehuild, maar dit voelde als het perfecte moment voor de eerste keer. 'Blijf... waar je... bent,' stamelde hij. Ik wilde niet naar hem luisteren. Ik wilde zo graag nog een laatste keer bij hem zijn, hem aanraken en zijn adem voelen. Maar mijn voeten besloten zijn woorden te gehoorzamen en weigerden de grond onder me te verlaten. 'Maar...,' ik kon mijn zin niet afmaken omdat de woorden in mijn keel bleven steken. Maar de 'maar' die mijn lippen nog net hadden kunnen uitspreken lieten Bart weten hoe graag ik dichterbij wilde komen. 'Ik wil...,' begon hij 'dat je laatste herinnering aan mij... een vrolijke is,' hierna bleef het enkele tellen stil en ik vermoedde dat Bart de aarde voorgoed achter zich had gelaten. 'Wil je... nog een laatste keer naar me lachen?' vroeg hij toen. Ik wilde alles voor hem doen, maar ik was geen geboren acteur. Met veel moeite haalde ik mijn mondhoeken omhoog, vanop een afstand zou hij vast niet zien dat mijn tranen sterker waren dan mijn glimlach. 'Ik wil best geloven dat je nu naar me lacht, maar daarvoor ken ik je te goed,' ik hoorde hoe hij voor de laatste keer met zijn eigen grap trachtte te lachen en zag vervolgens hoe hij zijn hoofd liet zakken en de Blauwe Planeet verliet. Het ergste van al is nog dat hij nooit zou weten dat het mijn kogels waren die hem het leven hadden gekost.
Per ongeluk, expres.


      Twee jaar na de dood van Bart was de wetenschap erin geslaagd menselijke robots te ontwikkelen. En dan bedoel ik niet dat ze een robot konden ontwikkelen met menselijke eigenschappen, dat konden ze namelijk al meer dan een halve eeuw.
      Nee, dit was anders, beter. Ze hadden Bart en vele andere doden – die nog te herstellen vielen – in de huid van een robot weten te steken.
      En vandaag was de grote dag, de robots werden voor het eerst publiekelijk tentoongesteld. Ik zou mijn Bart, mijn beste vriend na twee jaar eindelijk terug zien.
      Al enkele uren zat ik samen met het zusje en de ouders van Bart te wachten tot de eerste robots op het toneel zouden verschijnen. De overheid had Barts ouders per mail laten weten dat hij nummer 15 was en dat het slechts geduldig afwachten werd of hij hun nog als zijn ouders zou erkennen.
      Wanneer het doek openging en er een spot werd gericht op de president begon ik zenuwachtig op mijn nagels te bijten. Dat doe ik altijd wanneer ik stress heb.
      Er werd een ellenlange speech gegeven over de productie en de kosten van de robots en toen ik dacht dat het saaie gedeelte eindelijk voorbij was kondigde de president Alan Price aan. Hoewel het een eer was om de ontwerper van de menselijke robot in levende lijven te zien was het toch wat minder aangenaam om te luisteren naar hoe hij nogmaals hetzelfde vertelde als de president al had gedaan.
      Ik merkte hoe ook de mensen rondom me minder aandachtig meeluisterden dan ze daarstraks hadden gedaan. En net toen ik dacht dat mijn ogen zouden dichtvallen hoorde ik hoe robot nummer 1 op het podium werd geroepen. Een luid applaus steeg op en beschadigde mijn oren, maar dat was het waard. Nog 14 robots te gaan en dan zou ik Bart eindelijk terugzien.

      Er waren niet veel robots die hun familie nog als familie beschouwden, voor de meesten waren hun ouders totaal onbekenden, maar daar had de overheid ons al voor gewaarschuwd. Een robot ontwikkelen doe je nooit zonder gevaar.
      Robot nummer 5 heeft me het hardst geraakt. Zijn familie deed tevergeefse moeite om ervoor te zorgen dat hij hen opnieuw als waardevol bezit zou aanschouwen, maar door hun opdringerige woorden werd nummer 5 alleen maar gek. In het begin hielt hij enkel zijn oren dicht, maar wanneer het hem te veel werd begon hij onbekwaam op zijn moeder in te beuken. Het lukte hem niet altijd om haar te raken en toch bleef hij verder slaan. De klappen die hij uitdeelde weergalmden steeds luider door de zaal en het publiek keek geschrokken toe. Een bewaker – voor wie het duidelijk te veel werd – kwam het podium op en knalde nummer 5 tegen de grond.
      Het publiek werd onrustig en iedereen begon door elkaar te schreeuwen tot Alan het podium opkwam en het publiek het zwijgen oplegde door hen te vertellen dat het slechts een verdovend pistool was. Ik wist wel beter, ik herkende de Glock-17 waarmee ik Bart om het leven had gebracht maar al te goed. Maar om de rust te bewaren besloot ik dat het verstandiger was om mijn mond te houden.
      De veertiende robot was één van de weinigen die zijn familie nog wist te herkennen en ik hield mijn hart al vast voor de reactie van Bart.
      Barts ouders werden op het podium geroepen en ik zag hoe ze nog steeds aan het beven waren, dat deden ze al sinds nummer 5. Toen ze Bart het podium zagen opkomen wisten ze niet hoe ze moesten reageren. Ik zag hoe er een traan over Barts moeder haar wang liep en ik zou bijna zweren dat het van geluk was.
      Bart staarde zijn ouders aan en verroerde zich nauwelijks. Het publiek keek stil en afwachtend toe.
      Ik had intussen bijna geen nagels meer.
      Het duurde slechts enkele seconden voor het publiek me al juichend van mijn nagels afhaalde en me deed opkijken naar het podium. Mijn ogen werden groot toen ik zag hoe Bart in een liefdevolle omhelzing met zijn ouders het publiek ontroerde.
      Het tafereel zorgde ervoor dat ik van mijn stoel opstond en boven het gejuich uit Barts naam riep. Al snel kruiste zijn blik de mijne en mijn geluk kon niet meer stuk. Mijn beste vriend... was een robot.
      De opgewondenheid die door mijn lichaam raasde maakte al snel plaats voor ongerustheid toen ik merkte hoe Barts ogen mijn lichaam scanden. Hij bleef strak voor zich uit staren en ik deed aanstalten om dichter naar het podium toe te gaan.
      'Blijf... waar... je... bent,' zei hij met een dreigende, krakende stem. Zijn vier woorden deden mijn gedachten afdwalen naar twee jaar geleden. Het moment voor Bart op de grond belande en het bijna uitschreeuwde van de pijn.


Vanop een afstandje volgde ik Bart. Hij had al een paar keer gezegd dat ik wat sneller moest stappen, anders zouden we elkaar kwijtraken. Ik had echter alleen belangstelling voor de straat waar we doorheen liepen. Het was angstaanjagend, maar tegelijkertijd gaf het me een kick. Het gezeur van Bart die zo snel mogelijk door deze straat heen wilde kon me gestolen worden. Ik stopte heel even om te kijken naar een bouwvallig huisje dat me deed denken aan het magazijn waar mijn vader had gewerkt toen er plots twee koude handen voor mijn mond werden geslagen. 'Schiet hem neer! Het zal je je eigen leven kosten al je het niet doet,' dreigde een kille stem terwijl ik een geweer in mijn handen gedrukt kreeg. Het gedaante dat achter me stond hielt mijn handen vast en had zo ook de volledige controle over het pistool. 'Ik help je wel aftellen,' en drie tellen later voelde ik hoe zijn sterke vingers ervoor zorgden dat mijn handen de trekker over haalden. 'Bart!' probeerde ik mijn beste vriend te waarschuwen, maar ik had zijn naam nog niet voor de helft uitgesproken of hij zakte door zijn knieën.


      Het geschreeuw van het publiek haalde me uit mijn gedachten. Barts zusje lag levenloos voor me op de grond en alle veertien robots hadden een plek op het podium veroverd. Elke robot had een wapen ingebouwd gekregen in zijn rechterarm en niemand van hen weigerde het te gebruiken. Ik keek in Barts richting en zag hoe zijn rechterarm op me gericht was. Alle robots volgden zijn voorbeeld.
      'Net voor ik mijn ogen sloot zag ik een Glock-17 aan je hand bengelen. Nu is het tijd dat je kennis maakt met mijn eigen, zelfontworpen, ingebouwde Glock-3049. Verwoest de blauwe planeet!' beval hij de andere robots en een luid gejuich steeg op. Het volgende moment hoorde ik hoe drie schoten gelost werden en vervolgens voelde ik een stekende hoofdpijn.

'Levy!' probeerde Bart me te waarschuwen, maar hij had mijn naam nog niet voor de helft uitgesproken of ik zakte door mijn knieën.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen