A Normal Day
Het leek een normale dag te worden; Ik zou opstaan, een kort gehaast ontbijt hebben met mijn gezin, en na verscheidene niet zo enthousiaste kinderen die ‘doei pap' mompelden terwijl ze hun ontbijtgranen naar binnen werkte, zou ik naar mijn werk vertrekken. Ik kwam daar aan zonder problemen, een rustige dag, zoals ik gewend was.
Tot de dag niet meer normaal was.
Ik ging mijn dossiers door. Wat financieën, een lijst met geplande executies en een lijst van geboren kinderen en gestorven mensen.
Wacht, zat daar nou een lijst met geplande executies bij?
Na nog een keer goed gekeken te hebben kwam ik tot de conclusie dat het toch echt een lijst was met een aantal namen erop. De personen wiens namen dat waren moesten dood.
Ik had zo'n lijst nog nooit gezien in mijn hele carrière als saaie kantoormedewerker voor de Leiders. Ze waren goede mensen, nou ja, goede mensen in mijn ogen dan. Ze gaven me een goede loon, een mooie werkplek en een baan.
Ik had het goed, op het feit dat mijn collega's me soms met verafschuwende blikken aankeken na. Waarom wist ik niet; Ik had ze niks aangedaan, maar het scheen aan mijn gezin te liggen. Misschien wel aan mijn kinderen. Het kon natuurlijk ook zijn dat ik de vlugge fluisteringen wanneer ik langs mijn medewerkers liep verkeerd verstaan had.
Ik moest er maar mee leven.
Die ene lijst verpestte alles. Ik hoorde mensen al denken: 'Jemig, wat een dramatische reactie.' Daarmee was ik het niet eens. Het was niet de lijst die het schokkend maakte, maar de naam erop: Summer Browne. Míjn Summer Browne. De Summer Browne die me die ochtend nog toonloos gedag had gezegd. De Summer Browne die jongens bijna flauw deed vallen. Ik was trots op haar. De slimme, mooie Summer Browne.
Mijn dochter.
De lijst bevatte nog één andere naam: de naam van een meisje dat ik vaak bij ons thuis had gezien. Ze at vaak mee, ze kwam vaak logeren en het leek wel alsof ze deel van ons gezin uitmaakte.
Mariah Leeds.
Summer en Mariah, samen zoals altijd. Zelfs op een executie-lijst.
Het was de bedoeling dat er op dit soort dingen redenen stonden, dus mijn ogen scanden het blad af.
Ze werden veroordeeld voor ‘opstandig zijn’. Ik had daar nooit iets van gemerkt. Was er iets mis? Wat was er aan de hand? Mijn lieve, slimme dochter Summer… Sinds wanneer was zij opstandig? Tenzij jongens constant bespelen en hun harten breken ‘opstandig’ was, had ik nooit iets van een rebel in haar gezien.
Was dit alles een grap? De Leiders waren niet echt mensen die grappen maakten. Waren het mijn collega’s? Dat zou wel kunnen. Ze hadden me nooit gemogen. Toch zou het een wrede grap geweest zijn.
Ik inspecteerde de lijst. Hij was echt; er zat een officiële stempel op die alleen de Leiders hadden, voor dit soort situaties; Met zo’n stempel wist je gelijk dat het geen plagiaat was.
Mariah en Summer moesten dood, en ik moest hun executie gaan regelen. Ik walgde van mezelf, maar ik kon mijn baan niet op het spel zetten. Zeker niet toen er net deuren open gingen voor een nieuwe wereld, en misschien wel een baan als één van de Leiders. Ze kozen elk jaar een nieuwe medewerker die een Leider mocht worden voor een jaar en ik ging ze laten zien dat ik dat zou kunnen zijn.
Misschien wel voor meer dan een jaar, als ik erg in de smaak zou vallen.
Met een misselijk gevoel in mijn onderbuik deed ik mijn best om de rest van mijn werk te doen, de lijst uitstellend.
Ik dacht altijd dat het een mythe was. De executie-lijsten. Op de voorlichtingsdag in mijn eerste jaar als medewerker van de Leiders had ik erover gehoord, maar na vijf jaar was ik het al bijna vergeten en had ik het bestempeld als een rare soort mythe waar ze nieuwkomers mee aanvielen. Als een soort ontgroening of iets dergelijks.
Het was op dat moment dat ik doorhad dat het geen mythe was. Ik moest het stappenplan gaan volgen, zoals ik het op dag één te horen had gekregen, en gelukkig ook nog op een briefje had, omdat ik het alweer vergeten was.
Stap één: Bel de beulen.
Dat we die überhaupt hadden in ons land, wist ik niet tot dat punt toe, maar op het korte lijstje wat ik in een dossier had gevonden samen met het stappenplan stond een telefoonnummer.
Ik toetste het nummer zorgvuldig in op mijn telefoon en na een paar droge lage tonen namen ze op.
‘Hallo, ja… Ik- ik heb hier dus een lijst met… executies? Daarmee moest ik naar jullie, toch?’ Normaal klonk mijn stem vol zelfvertrouwen als ik aan het bellen was. Ik had geen zin in zelfvertrouwen op dat moment. Daarbij was er een grote kans dat ik ook niet zelfverzekerd kón klinken.
Een gesprekje later was het geregeld. Twee executies op één. De datum was uitgekozen. Een dag voor Summers verjaardag.
Haar verjaardag was op dat moment twee dagen weg… Summer ging de volgende dag dood en haar beste vriendin ook.
Mijn maag oefende zijn salto’s uit en ik voelde me misselijk, en misschien wel een beetje licht in mijn hoofd. Het raakte me op dat moment pas: Ik had het doodvonnis van mijn dochter en haar vriendin ondertekend.
Stap twee: Wanneer ze dood zijn, verbrandt u het document met hun namen; niemand mag het weten. Ze zijn vanaf nu verongelukt, en hun lichamen zijn niet meer terug te vinden. Vertel het hun familie.
Hoe ironisch.
Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Waarom had ik mijn eigen dochter vermoord? Dat alles alleen maar voor een stomme promotie.
Ik haatte mezelf. Ik haatte mezelf heel erg.
Toen besloot ik de beulen weer te bellen, en de verschrikkelijk irritante lage tonen kwamen weer terug ten teken dat de beulen gebeld werden.
‘Eh- Ja. Ik ben het weer. H-het was gewoon allemaal een foutje. Nee, de executie gaat niet door.’ Een teleurgestelde zucht aan de andere kant van de lijn. Wie het ook was, die persoon had een rare obsessie met executies.
Ik hing op, en dat was het moment dat ik mijn fout besefte. Ik was opstandig geweest. Ik had iets gedaan wat ik niet had moeten doen. Die middag had ik geleerd waartoe de Leiders in staat waren. Ze wilden een stel jongvolwassenen vermoorden omdat ze opstandig waren geweest.
Wat zouden ze doen met de man die die moord vrijwillig tegengehouden had?
Ik ging zo nonchalant mogelijk verder met mijn werk, hopend dat de Leiders me niet gezien hadden. Eerst wilde ik altijd dat ze me zagen, maar toen was ik opeens bang dát ze me zagen.
Het leek een normale dag te worden. Een normale dag, totdat ik de twee gespierde en gewapende mannen zag, met zwart pak en zonnebril en al. Een normale dag, totdat ze me bij mijn armen grepen en zeiden dat de Leiders me wilden zien. Jaloerse blikken van mijn collega’s achtervolgden me terwijl de twee mannen deden alsof ze me niet dwongen. Mijn collega’s dachten dat ik die promotie kreeg. Eigenlijk best grappig.
Ik wist wel beter; Twee gespierde en gewapende mannen die me subtiel dwongen, na mijn fout die middag? Alsof dat voor een promotie was. Ik lachte schamper.
Het leek een normale dag te worden. Een normale dag, totdat het pistoolschot klonk.
Reageer (6)
Wauw, dit is echt heel erg mooi geschreven!
7 jaar geledenWauw Sanne!
7 jaar geledenMooi geschreven
Wow, dit is oprecht ontzettend goed geschreven!
7 jaar geledenHAhahah jouw humor, I swear 7 jaar geleden
Nicee Sanne!! Geweldig geschreven!
8 jaar geleden