Proloog

Avery was met knikkende knieën in de wachtkamer van de tandarts gaan zitten. Ze was de avond ervoor met Dion bij de Mc Donalds gaan eten en had op een sesampitje gebeten. Nu had ze dus een gaatje in haar kies. Ze had nog nooit eerder een gaatje gehad en zweette peentjes.
‘Heb jij er ook al zoveel zin in?’ hoorde ze naast zich.
Ze draaide haar gezicht naar de vrouw toe en herstelde zich. ‘Niet echt. Ik heb echt een trauma aan de tandarts.’
De vrouw lachte. ‘Ik vind het ook vreselijk. Om een of andere reden heb ik elke keer als ik heen moet een gaatje.’
‘Ik heb gister op een sesampitje gebeten en nou heb ik een gaatje in mijn kies,’ mompelde ze, waarna ze even aan haar kaak voelde.
‘Dat heb ik ook een keer gehad. Sindsdien eet ik die dingen niet meer,’ zei de vrouw, waarna ze grinnikte en haar hand uit stak. ‘Djenna.’
Avery pakte haar hand aan en zei haar naam, waarna ze werd opgeroepen en naar de tandarts kon.

Toen ze eenmaal buiten stond, stapte ze opgelucht in haar auto en startte hem meteen. Wegwezen. Ze lette echter niet goed op toen ze achteruit reed en schrok toen ze ergens tegenop botste. Ze trapte meteen op de rem en stapte geschrokken uit.
‘Shit!,’ vloekte ze, terwijl ze naar de deuk in de andere auto keek.
‘Als je mijn nummer wilt had je die ook gewoon kunnen vragen hoor.’