Proloog
Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat er op het einde van dit hoofdstuk misschien een klein stukje komt dat niet voor gevoelige lezers is. Nou ja, zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb (;
Dit is geschreven in de POV van Alison vader.
Die trouwens Roy heet.
Dit is geschreven in de POV van Alison vader.
Die trouwens Roy heet.
END OF THE HAPPY ENDING.
Dit was het dan. Het einde van de apocalypse was eindelijk in zicht. Het enige wat ik nog hoefde te doen was de trekker van het pistool overhalen.
"Waar wacht je op?" Vroeg Alison. Ik keek haar aan. Haar hele lichaam zat onder het bloed. Als ik haar niet had gekend had ik haar evengoed als zombie kunnen aanzien. Haar linkerbeen lag helemaal open. Ook de kleine wonden op haar rechter bovenarm vormden één groot letsel. Het haar dat tot aan haar heupen reikte hing in bezwete klitten over haar schouders heen en haar overige lichaamsdelen waren bedekt met stukken van ingewanden.
"Als jij nou eens buiten zou wachten, dan handel ik dit wel af." Probeerde ik op een zachte manier tegen haar te zeggen, maar zoals altijd kwam het er bijna schreeuwend uit.
"Ben je gek, dit is het laatste rottende schepsel op aarde. Ik wil het zien leiden!" Ik begrijp haar volkomen. Ik zou zelf ook niks liever willen dan dit overblijfsel te laten afzien, maar ik besefte maar al te goed hoe afgrijselijk het moest zijn om in zijn schoenen te staan.
"Je wacht buiten!" Geen denken aan dat ik haar zou laten toekijken hoe ik de hersenen van dit schepsel overhoop schoot.
"Maar –" Nee. Ze hoefde geen excuus te bedenken, ik zou er toch niet naar luisteren. Ik blijf bij mijn standpunt, Alison zal er niet bij zijn als dit laatste rottend misbaksel door zijn knieën zakt.
Ik richtte het pistool op haar, zonder er slechte bedoelingen mee te hebben. Gewoon om te tonen wie de baas was.
"Ga!" Riep ik. "Als je nu gaat, dan kijken we morgen – dit uur – naar de Simpsons, net zoals vroeger."
"Wij kijken helemaal nergens naar! Morgen ben ik op een geheel ander pad dan het jouwe. Na vandaag hoeven we elkaar niet eens meer te zien."
Ik had gedacht dat de apocaplypse onze relatie wat verstevigd zou hebben, maar sinds de dood van Myriam – mijn ex-vrouw – is alles alleen maar achteruitgegaan. Ik begreep Alison wel. Toen zij haar moeder zag schreeuwen om hulp, zag huilen van pijn en opgepeuzeld zag worden door een stel hersenloze wezens, was ik degene die haar tegenhield, diegene die haar liet toekijken hoe haar moeder werd overgeleverd aan de vijand en diegene die niet in staat was om van Myriam te houden. Hoe harteloos het ook mag klinken, ik heb er geen spijt van dat ik Myriam heb laten gaan.
Ik merkte dat Alison zich tegen de ijzeren deur had genesteld om duidelijk te maken dat ze niet van plan was om weg te gaan. Ze keek me ijzig aan en ik ijverde om de trekker van het pistool niet over te halen. Ze was koppig, net als ik.
Ik laadde het pistool door, door de hamer achterover te drukken. Ik zag hoe de zelfzekerheid in Alisons ogen wegtrok, alsof ze geloofde dat ik werkelijk van plan was mijn eigen dochter neer te halen als ze niet naar me luisterde. Ik zou haar hooguit een klap om haar oren willen geven.
"Hoe durf je?" Riep ze uit waarna ik het geluid van een piepende deur hoorde die vervolgens met een harde klap dichtsloeg. Ik betwijfelde of ze wel op me zou wachten. Ze kon er evengoed alleen vandoor gaan, al had ik zo een flauw vermoeden dat ze op haar leeftijd nog niet in staat was om voor zichzelf te zorgen.
Ik hurkte neer. Het was moeilijk te geloven dat dit de mooiste tijd van mijn leven was geweest. De enige tijd die ik sinds de scheiding met Myriam had mogen doorbrengen met mijn dochter. Er rolde een traan over mijn wang, niemand die hem voor mij zou wegvegen.
Ik hoorde gegrom. Het was niet mijn maag, maar wel het geluid van een naar hersenen verlangende zombie. Ik keek op. De eerste keer dat ik oog in oog stond met één van zijn soortgenoten had ik me gillend een weg gebaand door de menigte van mensen, waarvan de meesten intussen roerloos de straat bedekt hadden. Nu kon het me niet eens meer schelen dat er nog geen twee meter bij me vandaan een zombie naar me stond te smachten.
"Ik kan me goed inbeelden dat het niet niks is om te leven terwijl je eigenlijk al dood had moeten zijn. Al moet ik bekennen dat ik op dit moment graag met jou van plaats zou willen ruilen. Een tienerdochter opvoeden is namelijk ook geen pretje." Tevergeefs probeerde ik een beetje medelijden te krijgen van het rottende gedaante, maar hoe belachelijk moest het eruit gezien hebben toen ik mijn hart luchtte bij iemand die nog niet eens hersenen heeft om te begrijpen wat ik zeg.
De gedachte aan Alison die me na dit hele gebeuren verdomd achter zou laten, deed me twijfelen of ik wel een einde wilde maken aan de apocalypse. Als ik dit schepsel een tweede kans gaf op 'leven', dan moest Alison wel bij me blijven.
Hoewel het me best een goed idee leek, zette ik de donkere gedachte snel weer uit mijn hoofd. Een tweede apocalypse zou ook voor mij het einde kunnen betekenen.
Al zou dat dan wel willen zeggen dat ik kon sterven in het bijzijn van diegene waarbij ik het liefste wilde zijn op het einde van mijn leven.
Het leek erop dat ik de persoon die me deze vreemde theorieën insprak gelijk moest geven. Ik wilde niet verder gaan zonder mijn dochter. Ze was het enige waarvan ik ooit werkelijk gehouden heb en ik ben dan ook altijd van haar blijven houden.
Ik keek de zombie aan en ademde een laatste keer diep in en uit.
"Het ziet ernaar uit dat jouw volgende avontuur bij deze van start gaat." Ik maakte de happende zombie los. Het kon hem blijkbaar geen moer schelen dat ik zojuist zijn leven had gespaard, hij had honger en was niet van plan zijn maaltijd aan zijn neus voorbij te laten gaan. Ik richtte mijn pistool op hem, maar ook dat bleek hem weinig te interesseren. Het enige wat hij wilde was een hapje uit mijn lichaam. Ik keek de kamer rond op zoek naar iets scherps en tot mijn genoegen vond ik een groot, vlijmscherp mes.
Ik perste mijn tanden op elkaar en in één beweging hakte ik de tenen van mijn rechtervoet eraf, gooide ze naar de zombie toe en hoopte dat hij daar genoeg aan zou hebben. Maar het duurde slechts twee seconden voor hij de vijf bloedende tenen naar binnen had gespeeld. Wat smerig.
Ik opende de achterdeur, en gelukkig rende de zombie regelrecht naar buiten op zoek naar ander en lekkerder overlevend vlees.
De pijn die door mijn lichaam stroomde was haast niet te houden, waarom komen de beste ideeën nou ook altijd het laatst? Ik winde een handdoek rond mijn voet en nam plaats op de stoel waar de zombie zo een twee minuten geleden nog had gezeten. Ik haalde de laatste kogels die in het wapen zaten eruit en gooide ze in een hoekje zodat ik aan Alison kon vertellen dat het pistool niet geladen was. Met een beetje geluk zou ze me geloven.
Reageer (1)
Hmm, ik vind je verhaal wel interessant^^ Je maakt wel een paar foutjes. Lijden als in pijn hebben is met een lange ij, niet met een korte. En de directe reden werkt zo:
8 jaar geleden'Ik ben Romi,' zei ik. (Dus geen punt en ook geen hoofdletter.)
Voor de rest vond ik het echt tof, alleen had ik gehoopt op wat gruwelijkere details bij het afhakken van zijn tenen, haha :') Ik vind de keuze van de vader alleen een beetje onlogisch, maar ik ken het personage ook niet zo goed tenslotte.