Hoofdstuk 6
'Verbazingwekkend.', Hoorde ik iemand zeggen.
Ik keek om me heen en zag dat de blonde jongen me gevolgd was. Als ik niet moest wachten tot het einde van het schooljaar had ik hem nu met veel genoegen afgemaakt. Zonder te vragen of ik het oké vond kwam hij tegenover me zitten. Als ik niet beter had geweten was ik opnieuw weggegaan, maar ik wilde hem niet het gevoel geven dat ik bang voor hem was. Ik was al lang blij dat hij zijn andere vriendjes niet had meegebracht.
'Wie ben je?', Vroeg hij een derde keer. Deze keer op een zachte manier, alsof het hem oprecht wat interesseerde. Hij gaf niet snel op. Dat bewonderde ik wel.
'Mel Dovort.', Zei ik.
'Draco Malfoy.', Zei hij.
Als hij dacht dat het me wat interesseerde wie hij was, dan had hij het mooi mis.
Hij staarde bedenkelijk voor zich uit. Ik draaide mijn hoofd in de hoop dat ik te zien kreeg wat hij zag, maar het enige wat ik zag was de leuning van de bank waarop ik zat. Ik keek terug in zijn richting en merkte op dat zijn doordringende, blauwe ogen niet op de bank, maar op mij waren gericht. 'Wat is er?', Vroeg ik.
Hij wendde zijn ogen van me af, maar gaf geen antwoord op mijn vraag. Ik draaide zijn gezicht opnieuw in mijn richting en keek hem diep in de ogen.
'Wat is er?', Vroeg ik hem nogmaals. Hij grijnsde.
'Als ik jou drie keer moet vragen wie je bent, dan mag ik je toch ook laten verlangen naar mijn antwoord.' Ik draaide met mijn ogen. Deze jongen heeft werkelijk geen idee hoe hij met een meisje als ik moet omgaan. En ik verlangde al helemaal niet naar zijn antwoord. Al mocht hij dat nog zo graag willen.
Wellicht hoopte hij dat ik het hem nogmaals zou vragen, maar ik hielt mijn mond. Enkele minuten had hij nog naar me zitten kijken, maar tot mijn opluchting verliet hij uiteindelijk de wagon.
Ik schoof dichter naar het raam toe en probeerde me niet te focussen op wat er in de trein gebeurde. Het naar buiten kijken verveelde al snel en ik legde mijn hoofd tegen het raam aan. Ik geeuwde een paar keer en niet veel later lag ik diep te slapen. Voor het eerst sinds ik thuis vertrok was ik tot rust gekomen.
'Je had maar moeten luisteren liefje... Je bent stout geweest, heel stout. Heb ik gelijk of heb ik gelijk? Zeg het maar. Ik weet dat je ondanks je slechte geheugen dit wel juist kunt beantwoorden.'
Hij trok aan mijn haar en hoe langer ik weigerde te praten, hoe harder hij trok. Mijn kin rees nu zo veel omhoog dat ik het gevoel had dat mijn keel open zou scheuren als hij nog wat harder trok.
'Zeg op! Waarom heb je me verraden? Je eigen vader nog wel.'
Een gedaante gehuld in een donkere mantel haalde Voldemort bij me weg. Hij keek van mij naar Voldemort en van Voldemort terug naar mij.
Mijn vader pakte zijn toverstok en voor hij een spreuk uitsprak riep hij: 'Ze is – '
'...van mij.', Het geschreeuw van Draco maakte me los van de nare droom. Ik was hem dankbaar. Ik droom vaak over mijn angsten en één daarvan is het keren van mijn vader tegen mij. Wellicht zou ik hem nooit verraden, maar dromen lijken altijd zo levensecht.
Ik probeerde me te focussen op Draco. Ik zag hoe hij met een jongen stond te discussiëren. Ik deed een poging de jongen beter te bekijken, maar zijn gelaat was niet zichtbaar. Het enige wat ik zag was dat hij bruin, sluik haar had. Het gesprek kon ik niet volgen. Het laatste wat ik hoorde was een meisje dat zich probeerde te mengen in het gesprek, maar de kans daar niet toe kreeg. Het volgende moment waren zowel de jongen als het meisje verdwenen.
Draco zuchtte en met tegenzin gebaarde ik dat hij wel mocht zitten.
Hij keek me aan op dezelfde manier als hij daarstraks had gedaan.
'Wat is er?', Vroeg ik terwijl ik vol medeleven een hand op zijn been legde.
'Ligt het aan mij?', Vroeg hij. 'Of is jouw naam echt gevormd met de letters van Voldemort?'
Reageer (1)
Draco is puzzelmeester
8 jaar geleden