Chapter 2
De stilte die tussen hen was ontstaan, werd verbroken door het geluid van brekend hout. Heel even verstrakte hij. Hij wist wat dit betekende. De eerste deur was gebroken. Er was nog slechts één dikke houten deur die hen van de dood scheidde.
De schreeuwen klonken inmiddels verstaanbaar. Ze begrepen de taal niet, maar de strekking was duidelijk. We hebben ze.
"Mag ik je iets vragen?" vroeg hij haar zacht. Eigenlijk hoefde hij niks te zeggen. Ze wist precies wat hij wilde zeggen.
"Waarom?" Dat ene woord was genoeg. Waarom had ze hem ondanks de gevaren zo dichtbij laten komen? Waarom was ze niet hard weggelopen van hem? En vooral, waarom had ze haar taak niet willen accepteren?
Hij voelde hoe ze haar hoofd schudde, maar ze zweeg. Het was ook geen makkelijk onderwerp om over te praten, zelfs nu het antwoord niks meer zou veranderen. Als reactie trok hij haar nog dichter tegen zich aan. Hij voelde haar warme adem op zijn huid. Haar haren kriebelden zijn gezicht en voorzichtig drukte hij een kus op haar voorhoofd. Het zei meer dan honderd woorden. Het was goed als ze wilde zwijgen.
"Ik had nooit verwacht zo aan mijn einde te komen," zei ze uiteindelijk. Hij hoorde de tranen in haar stem. Toch praatte ze door. "Ik had nog zoveel dromen, zoveel plekken die ik wilde bezoeken. En nu..." Haar stem stierf weg, op hetzelfde moment dat de eerste bijlslag door de deur heen ging. Het licht van de fakkel stroomde naar binnen en verlichtte haar gezicht. Haar ogen glommen door de tranen. Het gaf haar een onaardse schoonheid en toen zijn blik de hare kruiste, viel hij opnieuw voor haar.
"Ik kan je hier weghalen," fluisterde hij. Het was een geheim waarvan hij gezworen had het nooit te vertellen, maar nu had hij geen keuze. Ooit, toen hij nog een magiër in opleiding was geweest, had hij het leven gered van een oude man. Die man was een van de machtigste magiërs uit zijn tijd gebleken. Als dank had hij een medaillon gekregen om een van de moeilijkste soorten magie te kunnen gebruiken: de kracht van verplaatsen.
Verplaatsen was zo moeilijk dat menig magiër die het geprobeerd had overleden was aan de energie die het kostte. Hij had geen illusies dat het hem anders zou vergaan, zelfs niet met de hulp van het medaillon. Maakte het nog echt uit? Nee, dat deed het niet meer. Hij was verloren. Hij kon alleen nog redden wat er te redden viel.
Ze reageerde niet op zijn woorden. In plaats daarvan plaatste ze haar handen om zijn gezicht.
"Herinner je je nog hoe we elkaar hebben ontmoet?" vroeg ze hem. Hij knikte. Hoe zou hij dat ooit kunnen vergeten? Hij was hongerig, koud en moe aan komen strompelen. Zijn geld was gestolen en zijn paard was al een tijd geleden weggelopen. Staan kon hij nog nauwelijks en lopen al helemaal helemaal niet. Ze had hem aangekeken alsof ze dwars door al het vuil heen had kunnen kijken en had hem meegenomen naar haar kleine huisje. Pas daar had hij zich gerealiseerd wie ze was.
"Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten?" vroeg hij haar. Heel even drukte ze haar lippen op de zijne. Hij glimlachte. Zelfs nu maakte ze zoveel gevoelens bij hem los. "Je was mijn reddende engel."
Dat ben je nog steeds. Dat laatste zei hij niet. Het zou het afscheid alleen maar erger maken. Ze deed misschien alsof het niet zo was, hij wist wel beter. Hij zou haar kunnen redden en dat zou hij gaan doen ook.
"Mijn vader zei ooit dat sterven geen pijn doet," vervolgde hij na een korte stilte. "Hij zei dat het was alsof je omarmt wordt door iets zachts, waarna je wordt weggevoerd naar een plek waar het vredig is en angst niet meer bestaat." Hij sprak sussend en wiegde haar heen en weer. Langzaam stelde hij zich open voor de magie, in de hoop haar ongemerkt in slaap te kunnen krijgen. Dan zou ze niet merken wat er allemaal zou gebeuren.
Haar ogen zakten langzaam dicht en een mistroostige glimlach sierde zijn gezicht. Ze leunde tegen zijn borst en ergens kon hij zelfs een kleine glimlach om haar mond ontwaren. Voorzichtig, om haar niet te wekken, boog hij zich naar haar toe.
"Welterusten, mijn meisje. Slaap zacht."
Er zijn nog geen reacties.