Foto bij 1.1

In de loop van 1942 waren de Duitse dreuzeltroepen Zuid-Frankrijk binnen getrokken. Hoewel beschermt door magie was ook de magische wereld in Frankrijk in gevaar. Meer dan ooit liepen de spanningen tussen puurbloed en dreuzeltelgen hoog op. Moesten wij bijvoorbeeld hulp bieden aan onze dreuzellandgenoten of moesten we hen laten sterven. Was dit het moment om weg te kijken of om ons als het superieure ras de wereld toe te eigenen die de dreuzels nu vernietigden. Kortom er was onrust.

Het was een aangename koele ochtend op Kings Cross Station. De sfeer op het Londense station was apart. Enerzijds waren er treinen met dreuzelsoldaten die terugkwamen van het front, anderzijds vertrokken er grote groepen mannen. Deze laatste groep werd, op een hartverscheurende manier, uitgezwaaid door vele Engelse dreuzeldames.

Tussen deze onrust was het voor Keira geen enkel probleem om zich ongezien door de mensenmassa heen te bewegen. Ze droeg haar donkergroene reismantel waarbij haar opgestoken rode haren mooi afstaken. Het koste haar weinig moeite om de bagagekar met haar koffer voor zich uit te duwen. Ze liep met een statige tred richting de zuil die haar toegang zou verschaffen tot het welbekende perron 9¾. Met een klein aanloopje liep ze door de schijnbaar stenen wand en een geheel nieuwe wereld verscheen voor haar ogen. Kleine groepjes vaders, moeders en studenten stonden afscheid te nemen. Gelukkig was Keira vroeg zodat ze in alle rust een plekje in de Express kon vinden.

Met haar koffer in haar hand liep Keira de trein in. De meeste coupes waren nog leeg en dus besloot ze niet al te lang opzoek te gaan naar een plaats om te gaan zitten. Bij de eerste de beste lege coupe legde ze haar koffer op het rek en ging bij het raam zitten. Ze pakte een boek uit haar kleine leren acte tas en wierp nog een laatste blik uit het raam. Ze kon haar weerspiegeling duidelijk zien, haar ogen stonden vol verwachting maar ze bespeurde ook een zekere spanning. De Zwarte Kunsten vond ze als geen ander fascinerend, maar doceren… dat kon nog weleens uitdaging worden. Tijdens haar gesprek op Zweinstein met het schoolhoofd was er besloten dat een andere docent haar onder zijn hoede zou nemen. Later in een brief met instructies had ze begrepen dat het haar collega Gedaanteverwisseling zou worden, Albus Perkamentus.

Ach alles zou wel op zijn plaats vallen bedacht Keira zich terwijl ze haar boek opensloeg. Dit exemplaar ging over de ‘Onvergeeflijke Vloeken’ en hun oorsprong. Keira besefte heel goed dat het haar werk was de studenten zich te leren verwerven tegen deze spreuken maar kennis over de spreuken zelf zou haar daarbij kunnen helpen. Het intrigeerde haar hoe instinctief en passioneel de spreuken waren, ze onttrokken hun kracht uit de meest fundamentele gevoelens die iemand kan voelen: angst, woede, verdriet.

Diep verzonken in haar boek had ze niet opgemerkt dat de trein aan het volstromen was met passagiers. Waaronder de persoon die haar coupedeur openschoof. Keira keek verrast op uit haar boek. Een mollige oudere man een grote joviale glimlach op zijn gezicht stond in de coupe. Hij was duidelijk geen student. ‘Jij moet de nieuwe professor zijn die Zweinstein zo hard nodig heeft. Sta mij toe mijzelf voor te stellen, Hildebrand Slakhoorn. Ik doceer Toverdranken, voor mijn dertiende jaar alweer.’ Snel legde Keira haar boek opzij. ‘Aangenaam kennis te maken Hildebrand. Mijn naam is Keira Telk.’ Keira stak haar hand uit om deze met Hildebrand schudden. Deze pakte haar hand echter vast en drukte een kus op de rug. ‘Het genoegen is aan mij juffrouw Telk. U bent zeker niet toevallig familie van de befaamde Elisabeth Telk, de grote toverdrank-brouwster?’ De ogen van Hildebrand glunderde duidelijk al bij de gedachten. ‘Elisabeth Telk is mijn overgrootmoeder,’ antwoord Keira snel. Slakhoorn klapte enthousiast in zijn handen. ‘Talent zit duidelijk in de familie’. Keira wist niet heel goed hoe ze daarop moest reageren dus glimlachte ze maar beleefd.

Slakhoorn zal op een of andere manier haar ongemakkelijkheid hebben opgemerkt want hij maakte snel aanstalten te vertrekken. ‘Rond een uur of één heb ik overigens een kleine lunch georganiseerd om de reis was aangenamer te maken. Mocht je zin hebben om langs te komen, ik zit in coupe 204b. Er komen ook een paar studenten langs, misschien handig om er al een paar te leren kennen voor de lessen beginnen.’ Keira was verrast door het vriendelijke aanbod en antwoorde dat ze erover na zou denken. Slakhoorn knikte, zwaaide nogmaals en liet de coupe deur weer achter zich dicht glijden.

Keira pakte het boek, dat ze naast zich had neergelegd, weer op van de bank en sloeg het op de goede pagina weer open. Eigenlijk zou ze moeten gaan besloot ze, ze had vrienden nodig in deze nieuwe omgeving. Een paar bekende gezichten in die zee van onbekende studenten kon ook geen kwaad.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen