Shawn en ik liepen naar ons vliegtuig, want we waren opgeroepen om naar Raimon te komen.
Terwijl we het vliegtuig in liepen vroeg ik aan Shawn: 'Waarvoor zijn we opgeroepen, denk je?'
'Ik heb geen idee,' antwoordde Shawn rustig.
Ik zuchtte en ging op de stoel bij het raam zitten. Nu ging ik eindelijk Shawns oude teamgenoten ontmoeten! Ik had al genoeg verhalen van Shawn gehoord en ik heb ze natuurlijk ook op televisie gezien, maar in het echt is toch wel anders. De negatieve gedachte aan hoe ik dit alles moet doen stop ik diep in mijn hoofd weg. Met mensen omgaan vind ik best lastig, maar Shawn zal me vast wel helpen...

Twee uren later waren we geland in op het vliegveld van Tokio.
We gingen met de bus naar Raimon. Shawn was onrustig en glimlachte constant. Hik had vast zij om zijn team weer te zien. Ikzelf zat rustig muziek te luisteren op mijn telefoon.
Toen stopte de bus. We zijn er!
Shawn liep snel de bus uit en ik trippelde achter hem aan. Voor een gebouw bleven we staan. 'Eindelijk! We zijn er!' lachte Shawn.
Ik deed mijn schoenen uit en liep achter Shawn aan naar binnen.
'Hey Shawnie-boy ook opgeroepen?' riep iemand toen Shawn en ik binnen kwamen.
'Ja,' antwoordde Shawn. 'En mijn zusje ook!'
Ik stapte een beetje verlegen achter Shawn vandaan
'Hey, ik ben Hurley!' lachte een jongen met roze haar vrolijk.
'Hoi Hurley, ik ben Serena,' stamelde ik verlegen.
Een meisje liep bij Hurley vandaan en kwam naar me toe.
'Hoi! Ik ben Ariane, maar noem me maar Aria!' lachte ze vriendelijk.
Ik glimlachte. 'Aangenaam kennis te maken, Aria, ik ben Serena.' Zei ik beleefd. Ondanks mijn stoere kledingstijl was ik wel beleefd en zelfs een beetje verlegen. Shawn was ondertussen al aan het praten met een jongen met dreadlocks en een ouderwetse bril. Ik herkende hem van televisie, volgens mij was het Jude.
De deur vloog weer open en er stormde een jongen binnen. Hij droeg een oranje hoofdband. Deze jongen kende ik wel, hij was de aanvoerder van Raimon, Mark Evans. 'Hoi, Mark,' lachte ik.
'Eh, hallo!' antwoordde hij verrast.
Hij praatte met wat kinderen en ik zag dat iedereen wel aan het praten was, zelfs Aria, die dit team dus ook niet kent. Waarom lijkt het zo gemakkelijk om praten, maar durf ik toch niets te zeggen en weet ik ook niets te zeggen? Het is niet eerlijk, waarom kan iedereen het verder wel?!
Toen kwam coach Hillman binnen. 'Is iedereen er?' vroeg hij.
Vanaf de muur klonk een knal en er vloog een voetbal hard onze kant op. Jude schopte de bal terug. 'Waar was dat goed voor?!' vroeg hij boos.
'Ach, dat is mijn manier om hallo te zeggen,' grijnsde de jongen die de bal schoot spottend.
Coach Hillman knikte tevreden. 'Ja, iedereen is er.'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen