Foto bij Hoofdstuk 1

Als je het leuk vind, geef een leuke reactie.
Heb je verbeteringen of opmerkingen, geef dan ook een reactie.
Vind je het echt een stom verhaal en slecht geschreven een een complete mislukking, geef dan ook een reactie.
Geef maar gewoon een reactie.

Alexandra schrok wakker van een hard geluid. Ze ging overeind zitten en haar grote bos rode haren viel voor haar ogen. Ze wreef in haar ogen. Waar was dat geluid vandaan gekomen, vroeg ze zich af. Ze schoof de dekens van haar af en zette haar voeten naast haar bed. Het was midden in de nacht en het was stil in het grote kasteel.
Toen hoorde ze het weer. Het was het geluid van metaal dat tegen metaal aan schraapt. Ze stond op en liep naar de deur. Zachtjes draaide ze de sleutel om en schoof de deur open. Hij piepte niet omdat de bedienden hem altijd goed olieden. Toen glipte ze de gang op en deed de deur stilletjes achter haar dicht.
Ze luisterde goed en hoorde voetstappen links van haar. Snel liep ze een zijgang in en verstopte zich achter een groot beeld van een zwaan. Ze was net op tijd. Een kleine man met een zwarte baard kwam de hoek om gerend. Hij had een kleine dolk in zijn hand. Hij keek zenuwachtig om zich heen, alsof hij achtervolgd werd.
Hij gunde zichzelf even een korte pauze om op adem te komen. Het was duidelijk dat hij al een tijdje rende. Zijn ademhaling was schokkerig en ongecontroleerd.
Alexandra zag achter hem de gestalte van een ander persoon steeds dichterbij komen. Toen stapte diegene ineens naar voren en sloeg de man hard op zijn slaap met het gevest van een zwaard. Zijn ogen draaiden weg. De man viel neer als een zak aardappelen.
Alexandra moest haar best doen om geen angstkreet te slagen. Ze schok erg van de plotselinge spanning.
De andere gedaante stapte in het licht van een toorts en Alexandra zag tot haar verbazing dat het een jonge vrouw was. Een groot zwaard stak boven haar schouders uit. Haar lichtblonde haar schitterde in het licht van de vlammen.
Het licht viel op een klein, zilveren hangertje om haar nek. Ze keek minachtend naar de kleine man. Toen gooide ze hem over haar schouder en verdween weer in de duisternis.
Alexandra wachtte nog een half uur en durfde toen vanachter de zwaan vandaan te kruipen. Ze stond langzaam op en toen viel haar aandacht op iets. Op de grond lag het kleine, zilveren hangertje van de jonge vrouw. Ze pakte het kettinkje op en keek ernaar. Er hing een klein, zilveren zwaardje aan. Ze stopte het in haar zak en liep weer terug naar haar kamer waar ze meteen in een diepe slaap viel.

Ze droomde over een mooie plek. Er was een klein vijvertje en het was omringd door bomen. Ze stond aan de rand van het water. Toen ze naar beneden keek, zag ze haar spiegelbeeld. Ze glimlachte naar zichzelf. Toen veranderde haar hoofd in het gezicht van de jonge vrouw. De vrouw keek angstig. De vrouw zei iets, maar ze kon het niet horen. ‘Wat zeg je’, zei Alexandra tegen haar. Nu klonk het duidelijker:
‘Help!’

Alexandra schrok wakker. Ze was bezweet en haar haar was aan haar hoofd vastgeplakt. Langzaam besefte ze wat er gisteravond gebeurd was. Even dacht ze dat ze het had gedroomd, maar toen zag ze het zilveren hangertje naast haar bed liggen. Ze raapte het op een deed het om haar hals. Ze waste zich en kleedde zich snel aan. Toen liep ze naar beneden.
In het kasteel was het erg druk. Er liepen allerlei mensen rond. Van ridders tot handelaren, van boeren tot bedienden. Iedereen was aan het praten en aan het lachen. Het was er een vrolijke boel.
Alexandra liep er doorheen naar de keukens, waar de koks druk bezig waren een grote brunch klaar te maken. Daar zag ze een paar heerlijke broodjes liggen, die bestemd waren voor de ridders en hun dames. Ze wachtte tot niemand keek en pakte er toen stiekem een. Een tweede stopte ze in de zak van haar jurk.
Toen liep ze verder, over de binnenplaats, door de poort. Terwijl ze, knabbelend aan een broodje, over het pad naar het dorp liep, dacht ze na over wat er gisteren was gebeurd. Ze was bezorgd dat het gevaarlijk was maar had tegelijkertijd het gevoel dat ze het beter aan niemand kon vertellen.
Ze schudde het uit haar hoofd. Ze moest er maar niet meer aan denken. Vandaag was tenslotte haar verjaardag. Alle edelen waren naar Darimiah afgereisd voor haar zestiende verjaardag. Het zou een groot feest worden, met een enorm buffet. De koks waren hun best aan het doen in de keukens op dit moment.
Maar Alexandra had geen zin in het feest, en ook niet in de tientallen cadeau’s die ze zou ontvangen. Ze haatte het feit dat zij alles kreeg wat haar hartje begeerde, terwijl anderen stierven van honger, oorlog of mishandeling. Zij wou iets doen in plaats van te zitten in een veilig kasteel met honderden bedienden die haar op haar wenken bedienden.
Ze werd uit haar overpeinzingen weggetrokken door drie kleine kinderen. Ze herkende de kleintjes. Het waren kinderen uit het dorp. Ze waren in het zand aan het spelen met een bal. Het was nog ongeveer tien minuten lopen naar het dorp.
Toen viel haar iets op. Achter de kinderen rommelde iets in de bosjes. Twee seconden later kwam er een woest wild zwijn uit de struiken tevoorschijn. Kinderen hadden niets door terwijl het zwijn zich voorbereidde op de aanval. Ze had een paar seconden om de kinderen te redden.
Ze rende naar de zijkant van het zwijn en riep:’ Hier!’, terwijl ze wild met haar armen zwaaide. Het werkte. Het beest wendde zijn aandacht af van de drie kleine kinderen, die nu vol verbazing en angst zaten te kijken.
Het beest kwam nu op Alexandra af. Ze rende weg en dook achter een boom. Intussen bedacht ze een plan om van het beest af te komen. Ze moest het wegkrijgen, anders zou het misschien de kinderen of het dorp aanvallen. Maar ze had niet de kracht om het te doden. Er begon zich in haar hoofd een plan te vormen.
Ze rende de heuvel op, terwijl het zwijn zijn lichaam omdraaide om achter haar aan te gaan. Toen ze boven aan kwam, keek ze om zich heen. Zer wou de hoop als bijna opgeven, toen ze een onorme steen zag. Ze duwde ze zo hard mogelijk tegen de steen, die even lang was als zijzelf. De steen bewoog niet, maar het beest kwam snel dichterbij. Alexandra duwde met al haar kracht tegen de steen. Er kwam beweging in de steen.
Het zwijn was bijna boven toen de steen loskwam en met veel lawaai naar beneden rolde. De steen kwam keihard tegen het zwijn aan en rolde over hem heen, waarbij die het doodde.
Alexandra zakte uitgeput op de grond. Ze had geen conditie door al dat binnenzitten. De kleintjes kwamen op haar af gerend. Ze krijsten van angst en opluchting. Alexandra liep met de kinderen terug naar het dorp.

Reageer (2)

  • Aurea

    Mooi geschreven!
    Ik heb een tip die het verhaal iets ordelijker laat uitzien:
    Doe de gedachtes in schuinschrift.
    Het stoort niet dat het niet zo is maar het zou wel overzichtelijk staan :)

    8 jaar geleden
  • tinkerbel1

    Heel mooi verhaal.

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen