Vrij schrijven in maart, in het gezelschap van knagende stemmetjes
Ben ik zo niet?
(AKA: waarin ik probeer weer fatsoenlijk Nederlands te schrijven door wat onduidelijke gedachtengangen neer te kalken, en kennelijk fysiek niet in staat ben mijn schrijfsels voor mezelf te houden, zelfs als ik weet dat dat stiekem best een goed idee zou zijn).
Ik zat in het donker aan de keukentafel met mijn kortgeknipte haar, naar mijn weerspiegeling in het raam te staren. Verhalen en films doen ons graag geloven dat met een fris, nieuw kapsel of een soortgelijke drastische beslissing vaak ook een omslag in het leven komt, maar zoals wel vaker ondanks mijn stille hoop het geval was geweest, voelde ik me nog precies dezelfde. Ik zat me nog steeds op mijn hoofd te krabben (alsof ik, als ik maar lang genoeg krabde, de ongewenste delen van mijn brein zou kunnen verwijderen) en vruchteloos, cirkelvormig na te denken over tumblr-onderwerpen zoals representatie, 'kink-shaming' (oh horror of horrors!), feminisme, noem ze maar op, een gedachtenstroom die het best kon worden omschreven als een aantal zich voortdurend herhalende gelezen argumenten, het betwijfelen ervan, het weer herhalen, en weer betwijfelen, en wanhopen omdat er geen Juist en Waar antwoord leek te zijn op welke relevante maatschappelijke kwestie dan ook, ook al wist ik dat natuurlijk allang.
Het was makkelijk voor mij om dingen te negeren als klimaatverandering of besmettelijke ziekten in Afrika of iets anders dat zich ver weg bevond; moeilijker was het om dat knagende stemmetje te negeren dat mij vertelde dat ik op de één of andere manier, zonder dat ik dat zelf begreep, bij zou dragen aan de Subtiele Maar Toch Zeer Problematische Problemen waar Mijn Soort Mensen (mensen met geld, west-Europeanen, traditioneel intelligente mensen, jonge en onwetende fangirls met totaal verkeerde prioriteiten; kies je tegenstander) schijnbaar van doordrongen was. Ik kon maar niet bedenken of ik te onstandvastig was, of de problematiek te ingewikkeld, of dat we met z'n allen van een mug een olifant maakten en god, mezelf, kun je je niet beter druk maken over het milieu, alle lichten achter jezelf uitdoen en eens wat vaker op de fiets ergens heengaan? Of is dat teveel moeite? Het kan vast niet veel moeilijker zijn dan je hoofd hierover te breken, of is dat weer een soort intellectuele en sociale luiheid? Het was goed om aan jezelf te twijfelen, herinnerde ik me van een tijdschrift, sympathiek en dan kom je nog eens ergens. Of zoiets. Mijn ouders zouden me vertellen dat ik al meer dan genoeg aan mezelf twijfelde, maar wat wisten zij er nou van? Tenslotte zijn het uiteindelijk de acties die tellen. Niet de intenties.
(Acties zoals: het consumeren van problematische verhalen en al die shit internaliseren zonder het door te hebben tot je jezelf in een ongezonde relatie vind, hetzij met jou als probleem, hetzij als slachtoffer?
Acties zoals: overhaaste dingen zeggen die mensen kunnen beledigen, het verspreiden van misconcepties, het bijdragen aan de onderdrukking van een groep waarvan je zelfs nog geen idee hebt of je er wellicht misschien stiekem ooit bijhoort, of misschien wel helemaal totaal niet in de verste verte oh mijn god houd je mond over dingen waar je niets van weet?
Acties zoals.....
Acties zoals.....?)
De eettafel was rechthoekig, maar in mijn gedachten was hij nog steeds rond, omdat hij dat het grootste gedeelte van mijn leven geweest was. Het is vreemd hoe het soms lijkt alsof ik vergeet dat er tijd voorbij is gegaan, en als je naar het romantische prikbord op mijn kamer kijkt zou je inderdaad denken dat ik nog steeds veertien ben (veertienjarige meisjes, die kun je hun ongestructeerde shipping vergeven, of je moet wel heel harteloos en seksistisch zijn, of zo schijnt het te wezen) behalve dat ik toen ik veertien was nog een Michael Jackson fan was, die evengoed leefde in ontkenning. Ik had vriendinnen die elke beschuldiging aan zijn adres (grafsteen?) met indrukwekkende passie afweerden, hem nog verdedigden vanuit het graf, zeg maar, ook al moedigde dat de kwaadsprekenden (ah, de haters) misschien alleen maar aan.
Ik herinner me dat ik dacht: wat maakt het uit.
Hij bestaat niet meer. Ik kan over hem denken wat ik wil, als headcanons bij een favoriet personage; lieve Michael met zijn vanilleshampoo en butler Bill (die vaak op ongemakkelijke momenten slaapkamers binnen kwam lopen, butler Bill had een zwaar leven, zelfs als geest of als robot) en zijn achtbanen en zijn aap (die in mijn fantasie roze was, en praatte, maar dat was wellicht toch op een heel ander niveau) en ogen als gesmolten chocola, Michael, die arme Annie red uit haar penibele situatie (ze was niet OK), Michael de onbegrepene (he needs his privicy, you tabloid junkies), Michael het Personage, MIJN Michael en als ik daar maar hard genoeg aan dacht en alle diepgaande discussie vermeed, dan kwam het allemaal wel goed. Dan kwam het allemaal wel goed.
Ontkenning heeft altijd al goed gewerkt bij mij, ook al laat het je voor eeuwig zitten met dat vervelende, knagende stemmetje.
Het vervelende knagende stemmetje heeft een hoop te zeggen over Destiel, fanfic en shipping in het algemeen, maar verbazingwekkend genoeg niets over Misha Collins, die misschien al die tijd mijn ware idool had moeten zijn.
Ik denk aan relaties en acties van vriendelijkheid met onuitspreekbare namen, en campagnes die ook een Michael Jackson song zijn en hoe alles voor een fan met elkaar verbonden is, en het stemmetje zegt: jammer dat je zo weinig geeft om de wereld, behalve wanneer het je toevallig goed uitkomt.
Reageer (2)
Absolute sprakeloosheid was mijn eerste reactie op dit stuk want wow. Stop alsjeblieft niet met het plaatsen van deze schrijfsels want het is echt fenomenaal. Je brengt een verbinding tussen fictie en realiteit en ik vraag me af waar de grens is in dit geval - hopelijk minder naar het hopeloze/de realiteit (is er een verschil?) dan dat deze redevoering mij laat denken. (?)
8 jaar geledenIk kan me (zoals altijd bij jouw verhalen / literatuur / schrijfsels) in heel veel punten vinden- de onzekerheid omtrent de tweedeling van goed en kwaad (okay dat is deel van een citaat van PotC, mijn leven bestaat voor 50% uit citaten) en keuzes daaromheen, de mening van de samenleving en joe je daar tegenover zou moeten staan en hoe erg je meningen van anderen tot je trekt ook al maakt het geen ene zak uit omdat je andere mensen (naar het schijnt) gewoon moet laten praten, zij weten ook niets, en hoe fantasie en realiteit eigenlijk helemaal niet ver van elkaar verwijderd zijn (niet in mijn hoofd, ten minste, het is fijn om te lezen dat dat ook geldt voor andere mensen) (ook al zijn er anderen die enige verbintenis wijden aan toevalligheden en de (verklaarbare) menselijke gewoonte om overal patronen in te willen herkennen).
.....je hebt het in woorden gekregen en daarvoor neem ik mijn (figuurlijke) hoed af.
Wauw.
Wow. Wauw. Wat.
8 jaar geleden