Nadat ik mijn verhaal van briefjes die bestonden uit kleine tekeningetjes en woorden die af en toe zinnen vormden, had opgehangen in het caféetje, was ik er niet meer geweest.
Ik was er welgeteld 3 dagen en 7 uur niet meer geweest en de reden daarvoor was simpel. Men zegt altijd dat je een verhaal moet laten rusten. Schrijven is schrappen. Een verhaal vormt zich niet in één keer, je moet woorden weglaten om deze er even later toch weer bij te voegen, woorden van plaats veranderen in een zin alsof de woorden aan het dansen zijn met elkaar op zoek naar de juiste harmonie. Er waren haast geen schrijvers die hun verhalen in één dag of aan één stuk door schreven. Natuurlijk bestonden er ook op die regel uitzonderingen zoals er op elke regel uitzonderingen bestaan. Maar ik was geen uitzondering.
Ik had afstand genomen van mijn "werk" om het nu met een kritische blik te kunnen bekijken, om des noods alle papiertjes af de muur te rukken en ze te verscheuren tot kleine snippers waar niemand meer een geheel van zou kunnen vormen of om met een voldane glimlach naar mijn creatie te kijken. Toch was ik ergens zenuwachtig toen ik mijn langere bruine jas aandeed en mijn veters strikte. En toen vroeg ik me af of kunstenaars zich ook zo voelde wanneer ze naar hun voorstelling gingen kijken en dus gingen aanschouwen of het een succes was of een grote flop. Zouden dansers zich ook zo voelen vlak voor een grote show en zouden zangers dezelfde rillingen door hun lichaam voelen gaan vlak voor een concert?
Eigenlijk deed het er niet toe. Ik voelde me zenuwachtig maar het was een positieve zenuwachtigheid want eigenlijk was ik vooral nieuwsgierig. Ik sloot snel de deur en huppelde vlot van de trap. Dat was iets dat ik bijna altijd deed. Het maakte die aantal seconden die ik er over deed om van de trap naar beneden te geraken minder nutteloos. Het maakte het zelfs tot een aangenaam deel van mijn leven want hoe vaak ik ook gevloekt had op die trap, toch wist ik zeker dat ik ondanks er een lift zou zijn, nog steeds zou kiezen voor de trap om toch die aantal vrolijke seconden van de dag al te hebben. Al vreesde ik wel dat ik ooit nog eens over mijn eigen voeten ging struikelen door dat van de trap huppelen.
Ik wandelde naar het caféetje en het klinkt misschien raar maar ik voelde me een kunstenaar op weg naar zijn werk en ik beeldde me in dat iedereen rondom me mijn "kunstwerk" had gezien en ze me op een andere manier zouden bekijken dan daarvoor. Na al die jaren zou er eindelijk een erkenning zijn van mijn talenten. Ik lachte even binnensmonds en wandelde met een vaste tred verder. Het caféetje verscheen in de verte en ik wandelde nog wat sneller.
Mijn hand lag op de deurklink en ik wachtte even om daarna de klink toch naar beneden te duwen en het caféetje binnen te gaan. Mijn eerste opluchting was al dat de papiertjes er nog hingen. Dat was al iets.
Mijn ogen gleden over de kleine blaadjes papier en ik kon het niet laten om toch af en toe te glimlachen. Ik lachte naar de woorden die ik zelf had geschreven en de lijnen die ik zelf had getekend en ik hoopte dat het bij andere mensen ook zo veel emotie losmaakte als het bij mij deed. Mijn lippen krulden nog harder omhoog toen ik zag dat er toch een kleine aanpassing was gebeurd aan het verhaaltje. De meeste kunstenaars zouden het net niet appreciëren moest iemand anders iets zou aanpassen aan hun werk maar ik was geen kunstenaar zoals ik zei. En daarom sloeg mijn hart nog eens tien maal sneller bij het zien van deze aanpassing.
Onder de woorden Harry en Fauve was er in het klein in potlood nog iets geschreven. De meeste mensen hun ogen zouden er gewoon overheen scannen en het wegfilteren als onbelangrijk. Maar mijn ogen hadden het gezien alsof ze er naar toe werden getrokken en bijna gedwongen waren om er naar te kijken.
Wordt vervolgd..., stond er geschreven. En ook al waren de potloodletters klein en zo onschuldig, toch herkende ik het vrolijke gekleurde lettergebruik van Fauve. Ik herkende ook haar mysterieuziteit en speelsheid. Mijn hart stond op springen en tintelingen verspreidden zich over mijn lichaam en zonder na te denken rende ik de deur uit. Ik rende in het park en zag alle bomen en mensen voorbij me flitsen maar dat deed er niet. Ik liep en ik liep tot ik in het midden van het park stond. En daar riep ik uit volle borst: 'Fauve en Harry wordt verdergezet. Hier stopt het niet.'

Reageer (2)

  • Tomlinsbear

    Haha, wat als Fauve nu ineens achter hem stond. Dat zou awkward zijn

    7 jaar geleden
  • Chantilly

    Cutee (flower) xx

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen