Chapter 7
"Goedemorgen," fluisterde een stem in Olivers oor en twee lippen streken licht langs zijn wang. Een glimlach verscheen om zijn mond en zonder zijn ogen te openen, trok hij de ander naar zich toe. Wakker worden naast Percy voelde zelfs na al die weken nog als een droom en iedere ochtend was hij bang dat het toch echt een droom zou blijken te zijn. Het lichaam dat zich dicht tegen de zijne nestelde, was echter nog steeds heel echt. Wakker worden was ineens niet meer zo erg.
Langzaam opende hij zijn ogen zodat hij naar de man kon kijken naast hem. Percy had zijn hoofd op Olivers borst gelegd en zijn ogen weer gesloten, maar de glimlach op zijn mond verried dat hij niet sliep.
"Goedemorgen," mompelde ook Oliver tegen Percy. Hij wilde nog niet wakker worden, want dat betekende dat hij naar zijn werk zou moeten. Helaas voor hem verstoorde de wekker zijn momentje van rust in zijn te kleine bed voor twee personen en moest hij alsnog wakker worden en zijn bed verlaten. Percy bleef liggen nu hij eindelijk de ruimte had, maar toen Oliver klaar was met aankleden, stonden er twee borden met toast en een gebakken ei klaar en zat hij aan de eettafel met de krant in zijn handen.
"Ik heb ontbijt gemaakt," meldde Percy nogal overbodig en hij haalde een hand door zijn haren, die nog erger alle kanten op gingen staan dan ze toch al deden. Hij zag er schattig uit in pyjama met zijn ongetemde haar, stelde Oliver niet voor de eerste keer vast. Hij kon zich niet inhouden en kuste zacht de roodharige op zijn neus. Percy trok even zijn neus op. Het beeld was zeer vertederend, dus Oliver kon er niks aan doen dat hij Percy nog een kus gaf.
Ze aten hun ontbijt in stilte. Af en toe vingen ze elkaars blik en dan glimlachten ze naar elkaar, waarna ze allebei toch een beetje verlegen wegkeken. Ze waren net een stel tieners die voor de eerste keer verliefd waren, in plaats van twee mannen in de twintig die allebei genoeg ervaring hadden in de liefde. Hoewel alles nog onwennig was, voelde het goed. Wanneer Oliver thuis kwam van zijn werk en Percy met een boek op de bank zag zitten, maakte iedere dag zijn hart even een sprongetje. Het was een beeld dat hij zeven jaar lang op Hogwarts had mogen aanschouwen en waar hij toen al geen enkele weerstand tegen had. Nu de man iets ouder was en iets minder de slungelige tiener, was het helemaal onmogelijk om niet halsoverkop verliefd te worden.
Hoe langzaam Oliver ook at, uiteindelijk was toch zijn bord leeg en moest hij toch richting zijn werk vertrekken.
"Tot vanavond," zei Percy met een warme glimlach.
"Tot vanavond," antwoordde Oliver hem ook. Hij had er bijna 'ik houd van je' aan toegevoegd, maar beide mannen hadden het nog niet eerder gezegd en hij vond dit niet het juiste moment om zo'n grote onthulling te doen, dus hij hield zijn mond. Het was wel waar. Hij hield met heel zijn hart van Percival Ignatius Weasley.
Reageer (2)
Dat Percy schattig zou kunnen zijn. 8 jaar geleden
awwh
8 jaar geleden