5.Uilen in mijn huis~Luna Lovegood

Ik zit aan tafel, na te denken over wat ik zal schrijven aan Moon. Ze is nu al vijf weken op Zweinstein.
Een uil vliegt door het raam. Een briefje valt van zijn poot. Het is Ganakus, één van de uilen van Griffoendor.

Lieve mama,
Het is heel leuk op Zweinstein. Ik en vooral goed bevriend met Roos, de dochter van Hermione. Albus is ook heel aardig voor me, hij zit bij Griffoendor, net als al mijn vrienden eigenlijk. Ik ook, ik had het niet verwacht. Zal het wat betekenen?
James is een stoerdoener, met zijn vriendjes plaagt hij mij wel eens. Maar dat maakt mij niet uit, hij bedoelt het toch niet slecht.
Op de andere afdelingen zitten ook leuke mensen; Kristy Tarkson van Huffelpuf, Clea Chang van Ravenklauw en Scorpius Malfoy van Zwadderich, ik weet het, het klinkt raar. Ik snap het zelf eigenlijk ook niet. Hij doet zo aardig tegen mij en ook tegen mijn vrienden. James moet niks van hem hebben, zijn vrienden zeker niet. Maar Albus is heel vaak bij hem, volgens mij worden ze vrienden. Roos en ik zitten naast elkaar, dat is heel leuk, vooral met Kruidenkunde. Papa geeft heel leuk les en hij vindt ons heel grappig.
Ik erger mij alleen aan Priscilla Parkinson, de dochter van Patty Parkinson. Zij klemt zich vast aan Scorpius, volgens mij vindt ze hem leuk. Maar zij is zo irritant, ze pest en plaagt constant, heel irritant.
Nog bedankt voor de bril, ik zet hem vaak op als ik de Kibbelaar lees. Sommige mensen vinden het blad raar, maar Albus en Roos lezen hem ook. Volgens mij jat James hem stiekem van zijn broertje (:
Liefs Moon Lovegood
Ps. ik pas op voor de oornurgels!

Ik slik, het gaat goed met Moon, dat is fijn. Raar dat ze Scorpius zo aardig vindt, maar ik snap het ook wel. Ik vraag me nog steeds af wat er met Draco is, ik voel me er niet zo zeker over. Ik denk dat het niet goed met zijn vader gaat. Stom, maar dat is het lot van een dooddoener.

Er komen twee uilen binnen. Ze zijn allebei van mijn vader. Ik maak eerst zijn privé uil open.

Ik heb een verrassing voor je, zie Profeet
- Papa
De reis begint over één week in Londen, naast Zweinstein. Wil je daarvoor eerst je opdracht voor de Kibbelaar afmaken?

Nieuwsgierig maak ik de Ochtendprofeet los. Op de voorpagina staat:

PRIJSVRAAG: EGYPTE GEWONNEN!
De prijsvraag over Egypte is gewonnen door X. Lovegood, de hoofdredacteur van de Kibbelaar. Hij zegt er heel blij mee te zijn en dat hij de prijs aan zijn dochter geeft.

Met een schok besef ik, ik ben zijn dochter, ik ga naar Egypte! Wat lief! Over een week al, dat is snel!
Het start naast Zweinstein. Dan kan ik nog even naar Neville.
Ik lees de laatste regel van het briefje nog eens over. Oh ja, die opdracht. Ik moet een verslag maken van Azkaban. De dooddoeners nu. Met dat vreselijke idee in mijn achterhoofd begin ik aan een brief voor papa.


Ik zette mijn bezem neer, voor een poort.
Een man kwam naar me toe en zei: 'Naam, reden van bezoek, toverstaf.'
'Ik ben Luna Lovegood, redactrice van de Kibbelaar, ik ben hier voor het artikel over Azkaban en haar dooddoeners. Ik had een uil vooruit gestuurd.'
'Niet aangekomen,' gromt de man.
De man had niet echt menselijke trekjes. Ik keek hem goed aan en ontdekte dat hij een cycloop was. Een oud Grieks wezen.
'Er zwermen knarlkloppertjes om u heen, mijnheer de cycloop,' zei ik.
'Kom maar binnen dan,' gromde de cycloop. Hij duwde mij de poort door en liep met grote passen voor mij uit.
'Hier,' de cycloop dumpte me in een wachtkamer, 'er komt zo iemand, misschien.'
Ik ging zitten in een grote fauteuil. Op de muren stonden foto's. Van gevangenen en van dementors. Ik zag een klein fotootje in de hoek, ik keek er goed naar en met een schok besefte ik dat het Sirius was. Van de gedachte moest ik al bijna huilen. Sirius, Remus, Harry...
Het gangpad achter de deur kraakte. Ik ging rechtop zitten, wierp nog één blik op de foto en de deur zwaaide open...