Zoals ik al zei ben ik nooit zo goed in het eerste hoofdstuk :|

Celine POV

Ik kijk om. De wind giert door mijn oren en laat mijn ogen tranen. Ze zijn ietsje achter me. Ik ren sneller en sneller. De bladeren knisperen onder mijn kapotte schoenzolen. Ze schreeuwen mijn naam. Zeggen dat ik moet stoppen met rennen en naar hun toe moet komen. Maar ik blijf doorrennen. Het is donker en het enige licht kont van de maan die boven aan de hemel fonkelt. Een halve maan. Blindelings sla ik rechts af. Het enige wat ik op dat moment hoop is dat ik een huis tegenkom. Of mensen. Of misschien een dier. Ik doe een poging om achterom te kijken, maar ze zijn bijna bij me. Ik ren harder, maar ze zijn veel te snel. De maan verdwijnt achter de bomen en ik zie niks meer. Zonder aarzelen ren ik rechtdoor. Ik hoop dat ik niet tegen de stam van een boom aanbots, want dan hebben ze me. Nergens zie ik licht. Ik blijf door rennen. Ze mogen me niet hebben, niet nu. Ik voel iets tegen mijn tenen, een boomstam. Ik rol omver en rol van een heuvel af. Ik voel de gront; ik ben beneden. Zo snel als ik kan krabbel ik omhoog en ren ik door. Het bos is weg en ik ren door een open veld. Mijn ribben beginnen pijnlijk te steken, en ik moet wel, dus ik stop. In een reflex kijk ik achterom. Tot mijn verbazing zijn ze op de top van de heuvel blijven staan en roepen ze alleen nog maar. Ik luister niet naar ze. Hun hebben alles van me afgepakt. Ik laat hun niet ook nog eens mijn leven afpakken. Ik ren door en door en moet moeite te doen om de pijn te negeren. Het open veld veranderd in een ruig gebied, met hoog gras en poeltjes. Overal zitten gaten in de grond en liggen grote takken. Maar daar heb ik geen aandacht meer voor. Even verderop staat een huis.

Reageer (1)

  • Hermelienlover

    Nee hij is niet zo slecht hoor ik vind hem spannend(Y)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen