Foto bij De Verlichte Put

Maarten zuchtte, zijn hoofd deed pijn. Hij schrok wakker, de hoofdpijn verergerde. De jongen keek om zich heen. Hier leken ook andere te slapen. Maar waar was hier en wie waren deze mensen? Maarten wreef in zijn ogen om de slapers weg te krijgen. Hij kon zich niet herinneren dat hij ergens was aan gekomen en inslaap gevallen was. De bruinharige stond op en keek rond. Hij leek in een put te zitten, geen waterput, maar een diepe en brede put. Van boven af leek het waarschijnlijk op een gat in het landschap. Rond deze put stonden bomen, dus het lag misschien in een bos. Maarten begon rond te lopen en probeerden te kijken of iedereen die bij hem in de put lag niet gewond was. Een slapende gedaante trok zijn aandacht.
De gedaante had de zelfde jas aan als Olivier. Maarten liep snel naar dit gedaante toe, het was Olivier. Olivier was hier. Maar hoe?
Maarten begon aan zijn vriends schouders te schudden om deze wakker te maken. De jongen leek helaas nog te diep te slapen. Toen Maarten nog eens een onderzoekende blik op zijn vriend wierp, zag hij dat deze het muziekdoosje vast had geklemd. Omdat Olivier niet wakker besloot de jongen om waakend naast hem te zitten.

Nomie hoorde hoe er zachte voetstappen langs haar af gingen. Ze opende langzaam haar ogen en zag een jongen, waarschijnlijk nog een jonge student, naar een kleiner gedaante lopen. Ze zette zich rustig rechtop en na eens goed te hebben rond gekeken te hebben groeten ze de jongen. Hij leek wat geschrokkente zijn, maar gaf een groet terug. Nomie stond op en keek nog eens goed rond. Al snel had ze een slapend hoopje gele kleren gevonden.
Zachtjes slenterde ze naar dat hoopje toe. Nadat ze was gaan zitten zag ze dat de vreemdeling op haar af kwam lopen. Toen hij voor haar stond praten hij in een zachte toon. Alleen verstond ze hem niet. Toen hij haar verwarde blik zag gaf hij haar een begrijpende glimlach en vroeg: "Do you speak English?" Ze gaf een knik. Engels verstond ze wel, ze had geen idee wat deze jongen eerst tegen haar had gezegd. Ze gaf hem een glimlach. Toen hij dit zag ging hij verder met spreken: "So, what I was asking was, if you might know where we are?" " I'm sorry. I thought you might know. All I know about this situation is that it will be quit difficult to climb out of this hole.", antwoordde Nomie. Ze stond voorzichtig op en vroeg: "Wich langauge were you speaking before?" "Huh,uhm, I was speaking Dutch, I'm from Belguim. Where are you from?" Nomie keek bedenkelijk, ze was effe kwijt waar het land ook alweer lag. Toen het meisje door had dat ze al een tijdje stil was antwoordde ze: "I'm from Liechtenstein." De jongen kniktte, de arme ziel had waarschijnlijk geen idee waar het lag. Toen hij haar blik zag begon hij te grijnzen. Nomie bedacht zich dat haar gezicht boekdelen sprak en begon hem een andere vraag te stellen: "So,my name is Nomie and what is your name?"
"Well, miss Nomie. My name is Maarten and it's a plaesure to meet you.", antwoordde hij. Het meisje vond dat hij keek alsof hij zich niet lekker voelde, ze kon het hem niet kwalijk nemen. Maarten liep weer van haar weg en ook Nomie ging weer zitten.

Ivan zuchtte toen hij iemand voorbij voelde komen en ineens leek het donkerder dan normaal. Een schaduw leek zich over hem heen te buigen. De jongen opende meteen zijn ogen en keek een paar vriendelijke en ongerust kijkende ogen aan. De ogen kwamen hem niet bekend voor, Ivan probeerde snel van de eigenaar van de ogen weg te schuiven. Toen hij iets verder van de vreemdeling afzat zag hij dat hij 1. niet thuis was, 2. de eigenaar van de ogen waarschijnlijk geen slechte bedoelingen had. De eigenaar van de ogen was een jongen waarschijnlijk meer dan 5 jaar ouder dan hem, deze leek hem te onderzoeken. Opeens begon de jongen tegen hem te praten in een taal die op de een of andere manier hem bekend voorkwam. Ivan probeerdde zich goed te concentreren op de woorden: "Gaat het een beetje met je ?" Toen hij alles in zijn hoofd vertaalt had kniktte Ivan zachtjes. De vreemdeling keek even verrast en vroeg toen: "Ïs Nederlands je hoofdtaal?Zo, nee, kun je me vertellen wat je moedertaal is?" Op deze vragen begon de tiener hard met zijn hoofd te schudden. De vreemdeling keek hem met kalme blik aan:"Je kan het me zelfs niet vertellen, betekent dit dat je geen stem hebt?" Hier op begon het kleiinere figuur te knikken. De aardige jongen ging voor Ivan zitten en begon verschillende talen op te noemen. Dit kon nog wel wat tijd in beslag nemen.

Alfie kreunde, er was dit vervelend licht dat steeds op hem bleef schijnen. Hij opende zijn ogen om te zien dat het zonlicht was en om tezien dat hij in een diepe put zat. Om hem heen leken meerdere mensen te zijn de meeste lagen te slapen. Alfie keek om zich heen zoekend naar anderen die niet sliepen. Er waren twee jongens, waarvan een tegen de andere leek te fluisteren en zijn gesprekspartner alleen met het hoofd schudde of knikte. Er was ook een meisje dat hem bekend voorkwam. Waarschijnlijk een van zijn penvrienden. Hij had effe geen idee wie precies, want de jongeman was nog maar net wakker. Alfie stond op om de situatie te analiseren en kwam tot de conclusie dat het bijna onmogleijk was om uit deze put te klimmen. Hier en daar waren wat opstapjes en houvastjes, maar hoe meer je naar omhoog zou gaan hoe verder deze zich van elkaar te bevonden. Hij zuchtte. Toen de bruinharige opkeek naar een van de uitgestekende stukjes van de muur leek er een kleine vos op te zitten. Hoe het dier daar gekomen was? Alfie had geen idee. Het leek onmogelijk. Het dier leek te hebben gezien dat er naar hem gestaard werd en leek te zwaaien met een van de voorste poten. Dat het diertje dat deed had Alfie uit zijn trance gehaald. Had dat vosje nou echt naar hem zitten zwaaien. Voorzichtig zwaaide hij terug. Nu leek de vos wel te lachen. Oke, dit werd vreemder en vreemder met de seconde. Alfie draaide zich weg van het diertje en probeerde nog eens een uitweg te vinden uit deze put.

Lune werd wakker doordat ze een kreun naast zich hoorde. Naast haar lag een meisje, waarschijnlijk iets ouder, met een paarse jurk aan. Tot haar eigen verbazing had ze nog altijd het potje in haar hand. Ze leek het vast te hebben geklemd en had zelf wat moeite met los laten. Haar hand deed er zelfs van pijn.
Waar ze was, dat was zeer duidelijk in een put in een bos en ver van huis. Lune had geen idee hoe ze hier terecht was gekomen maar dat maakte haar niet echt uit. Ze had een beetje zand over haar kleren, maar voor de rest niks bijzonders. Er leken al meer mensen wakker te zijn. Er waren twee meisjes die veel op elkaar leken, een student die met twee jongere personen leek te praten waarvan een jongen en de ander een meisje. Ook was er een andere jongeman aan het rond lopen, vreemd genoeg leek deze gevolgd te worden door een vos. Het dier leek wel tegen de put's randen aan te lopen. Er waren nog maar twee mensen aan het slapen, namelijk het meisje naast haar en een jongen die zich in het presieze midden van de put bevond. Lune stond voorzichtig op er voor zorgend dat ze het meisje niet wakker maakte. Ze liep met de pot in haar rand naar de jongen die achtervolgd werd door de vos.

Als deze vos het meisje met de pot ziet aankomen staat deze stil en keek nog eens goed naar de inhoud van de put. Het leek hem maar grappig.
Deze groep leek iets te hebben wat de andere groepen voor hen niet hadden gehad. De vos was benieuwd, benieuwd naar hoe dit zou aflopen. Ze hadden waarschijnlijk honger. Het dier bedacht om voor hen wat eten te gaan halen. Dat zou ze weer wat energie geven. Hij had het idee dat dit nog wel eens leuk kon worden. Als vossen konden grijnzen, dan had hij de grootste grijns. Voorzichtig voor waar hij zijn pootjes zetten klom de vos de put uit en ging dieper het bos in.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen