Foto bij Missing

Schrijfwedstrijd

Mijn kamer puilt uit van electronica. Mijn kamer, vol geschenken die ik kreeg. Misschien omdat het niet zou opvallen wat ze me niet kunnen geven? Mijn kamer, vol haat. Kunnen ze niet één keer zeggen: 'Ik hou van je.'? Nee, dat is niet mogelijk. Deze vier woorden mag men alleen uitspreken wanneer je het echt meent. Maar dan ook écht. Dus zo eenvoudig is het niet. Maar toch, ik dacht dat ik hun alles was. Verkeerd gedacht. Ik huil mezelf in slaap.
Mijn moeder was nooit echt geïnteresseerd in me. En het kwetste me als klein kind al. Ze vroeg nooit hoe mijn dag op school ging, welke vriendjes ik maakte. Ze kende niet eens de naam van mijn beste vriendin. 'Jude? Joni? Jana?' Ze gokte er maar op los, terwijl ze met haar lepel verder roerde in de kom; wat al een teken is dat ze zich er niet voor interesseerde. Wanneer ik zei dat ze 'Vania' heette, leek het alsof ze het niet meer hoorde. Het kon haar niet schelen, want elke dag gokte ze een andere naam. En elke dag weer liet ik 'Vania' vallen, maar tot nu wist ze het dus nog altijd niet.
Mijn vader, ja, waar was die? Niemand die het wist. Plots, op een zonnige dag, wanneer niets leek mis te kunnen lopen, verdween ie. Samen met de wind mee, als wind over golven. Nooit hebben we nog iets van hem gehoord, maar dat maakt het makkelijker, vermoed ik. Wie weet was hij in die tijd zelfs overleden, maar eerlijk gezegd denk ik daar liever niet aan.

Sinds mijn moeder een nieuwe vriend had, Bram, is ze nog meer veranderd. Ze is zo vaak met hem bezig, dat ze zichzelf en mij volledig wegcijfert. Het is pijnlijk om dat te zien gebeuren, ookal gaf ze nooit iets om mij. Ze is en blijft mijn moeder, ze heeft me dit leven geschonken, ik wil dat alles goed met haar gaat. Dat ze gelukkig is, maar daar twijfel ik niet aan. Ze is gelukkig zolang ze Bram heeft en ik haar niet stoor. En aangezien ik haar zo veel mogelijk ontwijk en ontloop, kan ze niet anders dan gelukkig zijn. Toch ben ik dat niet, in tegenstelling tot mijn moeder.

Ik heb altijd wel iets gemist in mijn leven, maar tot nu toe wist ik niet wat dat was. Tot nu besefte ik het niet, wàt ik precies miste. Ik miste liefde. En niet de liefde van vrienden, liefjes, of wat dan ook. Nee, die liefde hoefde ik niet eens. Ik wil voelen hoe het is om geliefd te zijn. Geliefd door mensen om je heen, geliefd door familie, en dan in het bijzondere door je ouders. Je bloedeigen ouders die je liefhebben, het lijkt zo normaal, zo alledaags. Maar als je het zo bekijkt, is mijn leven niet alledaags. Is het dan speciaal? Nee, dat is het ook niet vermoed ik. Zeker niet.
Maar ruilen met iemand anders leven? Nee, dat wil ik in geen geval. Ik zou nooit tot de persoon zijn gekomen, die ik nu ben. En ik ben fier op die persoon, ik ben fier over hoe ik denk, over hoe ik met mijn gevoelens omga. En trouwens, wat ben je met iemand anders' leven? Helemaal niks.
Ik denk dat ik het wel overleef, samen met mijn laptop, mijn iPod, mijn spelcomputer, mijn televisie en met mezelf. Volgens mij hoef ik geen dingen die niet betaalbaar zijn, ik ben het zo gewend.
Ik heb alles wat ik nodig heb om te overleven; eten, kledij, school, onderdak. Ik sla me er door.
Ik heb alles, maar tegelijk heb ik niets. Ik vind het prima zo.

Reageer (6)

  • Sid

    Aww ):
    Ik vind haar echt zielig ):
    Heel mooi geschreven x

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen