Chapter 3
De zon scheen dwars door de dunne gordijnen heen en de vogels floten alsof hun leven er vanaf hing toen Oliver zijn ogen opende. Boven hem hingen niet de teamfoto's die er altijd hingen en toen hij zich omdraaide om op de klok te kijken hoe laat het was, viel hij op de grond. Zijn bed was een heel stuk smaller dan hij gewend was en toen hij nog een keer goed keek, bleek het zijn bed ook niet te zijn, maar een oude, versleten bank.
Boven klonk gestommel en een paar seconden later verscheen Percy in de kamer. Zijn haar zat door de war en de slaap was nog duidelijk zichtbaar in zijn ogen, waardoor het even duurde voordat hij de vreemde man die in zijn woonkamer stond, registreerde.
"Wat doet u hier?" klonk het vervolgens zo kil mogelijk. "Verlaat het gebouw alstublieft. Contacteer me ook niet. Ik weet niet wat er gisteravond gebeurd is, maar er zal geen herhaling komen, begrepen?"
"Wat? Nee, nee, er is niks gebeurd tussen ons. Ik heb je alleen thuisgebracht," bracht Oliver uit. Dat er niks gebeurd was tussen ze was wel compleet aan zijn zelfbeheersing te danken. Toen ze die avond bij Percy's appartement - voor zover je dat hok een appartement kon noemen - waren aangekomen, had Percy zich letterlijk op Oliver willen storten en een deel van Oliver had daar totaal geen problemen mee gehad. Gelukkig was er een ander deel dat verstandiger was en Percy had weggeduwd, om hem vervolgens naar zijn slaapkamer te brengen en zelf weer naar beneden te gaan. Hij wilde niet denken wat er gebeurt zou zijn als hij bij Percy zou zijn gebleven, zoals Percy had voorgesteld. Het was niet gebeurd en het zou ook niet gebeuren.
"Toch verzoek ik je om te vertrekken." Het klonk nog steeds kil, maar ergens leek Percy toch iets meer ontspannen. Iets.
"Gaat het wel goed met je, Perce?" Oliver zette een stap naar de ander toe en Percy zette meteen een stap achteruit.
"Het gaat prima. Nou, daar is de deur." De muren die toch al hoog waren opgetrokken werden ondertussen voorzien van prikkeldraad en Oliver zou niet verbaasd zijn als er ook nog een slotgracht met krokodillen zou zijn. Een vlugge blik om zich heen liet hem weten dat er geen enkel voorwerp was dat een persoonlijke sfeer aan de kamer toevoegde, zelfs geen foto's. Het zou een hotelkamer geweest kunnen zijn als het niet zo versleten en bouwvallig zou zijn geweest. Nee, het ging duidelijk niet goed met Percy.
"Ga je nog?" Percy stond ondertussen ongeduldig bij de deur.
"Red je het wel?" vroeg Oliver zacht aan hem terwijl langs hem heen naar buiten liep.
"Ik red me wel. Dat heb ik altijd gedaan." De deur werd met een klap dichtgeslagen en Oliver stond alleen voor een dichte deur. Ik red me wel. Nee, hij redde het niet en dat kon Oliver zien. De noodkreet was duidelijk zichtbaar voor hem, maar niet voor degene die de hulp nodig had en pas als hij de kreet ook hoorde, zou er hulp mogelijk zijn.
Oliver liet zijn hoofd tegen de deur rusten. Hij wilde zo graag helpen. Hij kon het niet aanzien dat Percy er zo aan toe was.
Wat hij niet wist, was dat aan de andere kant van de deur Percy in precies dezelfde houding stond en dat ze door slechts een dunne deur en een hoop schuldgevoel werden gescheiden.
Reageer (2)
Dit doe ik vanaf nu gewoon altijd met de beste zin van je hoofdstuk. Er zullen altijd reacties zijn.
Moehaha. 8 jaar geleden
Perce laat Oliver binnen again
8 jaar geleden