Toekomstige Herinnering
Als kind was ik vaak naar dit park gekomen om te spelen met mijn beste vriend. Als tiener had ik op de bankjes gezeten, starend naar mijn grote liefde. Als volwassen vrouw was ik hierheen gekomen om te wandelen met de hond. Als dertigjarige had ik tussen de bomen gezigzagd, spelend met mijn eigen kinderen. Als vrouw van veertig had ik hier mijn eenzaamheid verdreven. En uiteindelijk, als bejaarde, had ik me weer op de bankjes gezet, dit keer niet starend naar mijn geliefde, maar wenend om zijn dood.
Deze plek was gebruikt als plek om tot rust te komen, als speelplek en als locatie voor een groot buurfeest. De herinneringen aan deze plek waren bijna tastbaar toen ik hier zat, denkend aan alle dingen die ik in mijn leven had beleefd. Al mijn avonturen, al mijn fouten - die uiteindelijk toch in mijn voordeel waren uitgedraaid -, al mijn gedachten, al mijn plezieren...
Bob, mijn trouwe Schotse herder, lag rustig aan mijn voeten te snurken. Ik streelde met mijn oude, gerimpelde handen door zijn vacht. Hij werd weer wakker en keek nieuwsgierig op. Ik zag de onrust in zijn ogen nog voor hij als een wilde begon te blaffen. Ik probeerde hem nog te kalmeren, maar alle kracht vloeide uit mijn lichaam. De leiband rolde uit mijn handen en mijn ogen vielen definitief dicht.
Ik had veel mensen heen zien gaan in mijn leven, en nu was het eindelijk mijn beurt om de eeuwige slaap binnen te treden.
Mijn zwarte labrador liep als een gek voor me uit en sleurde me met zich mee zonder rekening te houden met de capaciteiten van mijn zwakke, menselijke lichaam. Zijn tong hing uit zijn bek en speeksel droop over zijn mondhoeken. Ik holde op bijna dezelfde manier achter hem aan. Ik stond net op het punt om dood neer te vallen toen hij eindelijk stopte - te plots. Onoplettend en klunzig struikelde ik over mijn eigen hond. Gelukkig viel ik in het zachte mos. Een paar grassprietje kietelde mijn kin.
'Wat is dat nu voor rotstreek?' vroeg ik geïrriteerd. Ik keek om naar Loki - genoemd naar de god die ook goed was in rotstreken uithalen - en zag dat hij ergens naar staarde. Langzaam volgde ik de lijn van zijn blik. Mijn ogen kwamen uit bij een oude vrouw die voorover gevallen was op het bankje. Haar hond, die naast haar op het bankje was gaan liggen, jankte zachtjes.
'Hé!' riep ik naar de vrouw. 'Gaat het wel?'
Ze reageerde niet.
Argwanend bewoog ik me naar het vrouwtje. Ik raakte haar schouder aan. Hij voelde ijskoud aan. Ik rilde. 'Mevrouw?' zei ik aarzelend. 'Mevrouw?' herhaalde ik.
Ze antwoordde nog steeds niet.
Nogmaals tikte ik tegen haar schouder. Dit keer harder. Te hard. Ze gleed van het bankje en plofte dof neer op de grond. Ik bekeek haar beter. Haar ogen waren dicht. Het leek alsof ze in het gras sliep. Haar hond begon ongecontroleerd te blaffen. De zon drong door het bladerdek boven ons en scheen in mijn ogen toen ik ben een schok besefte wat er aan de hand was. Ze was gestorven.
Haar hond begon te janken. En op dat moment was hij niet meer de enige. Want degene die daar op de grond lag, kwam me bekend voor, ook al had ik haar nog nooit gezien. Misschien was het een illusie, misschien was het een droom, maar voor een moment had ik het gevoel dat ik degene was die daar op de grond lag, als een toekomstige herinnering.
Reageer (2)
Wow.... Kom ik even een jaar later aan zetten...
8 jaar geledenIk las dit tegelijk met een zielig liedje, dat afliep tegelijk met de tekst.
Ik voelde een paar keer kippenvel langs mijn lichaam lopen.
Echt nice!
Mooi!
9 jaar geleden