Chapitre 13
Het was een ochtend zoals alle anderen.
Tenminste dat dacht ik.
Het was 21 mei.
De wolken boven mijn hoofd waren een grote massa waar geen doorkomen aanwas. Met moeite kon ik zien waar de zon vandaag gestaan zou moeten hebben. Maar toch zag het er mooi uit. De wolken waren niet wit en niet grijs en het zag er uit als een egaal vlak met een aantal leuke bubbels er in. Het deed me denken aan badschuim. Als ik vroeger in bad zat deed ik enorm veel badschuim in het water zodat ik helemaal onder de kleine belletjes kon verdwijnen. Maar ook voelde het heerlijk om met mijn hand langs de onderkant van al dat schuim te glijden omdat het zo zacht en glad voelde en tegelijk ook zo licht vanwege de kleine belletjes waaruit het schuim bestond.
Iedereen liep hectisch heen en weer te lopen. Er werd gefluisterd. Er werd gekeken.
Ik begon in paniek te geraken ook al trok ik me normaal gezien niets aan van de anderen. Ik leefde altijd in mijn eigen wereld met mijn eigen mensen, maar nu wist ik dat mijn wereld en de realiteit elkaar hadden gekruist. Maya was Maya niet meer. Ik had het geweten, maar niet onder ogen durven komen.
Maya was er niet meer.
Ik had het gezien in haar ogen. Haar stralende groene ogen, dat magische woud, dat ineens een grijze mist was geworden. Haar adem die als vrolijke klotsende golfjes uit haar mond kwam, was er niet meer;
In de gangen werd haar naam gefluisterd door mensen die haar niet eens gekend hadden en het maakte me gek. Haar naam galmde door mijn hoofd heen en de rest was leegte. Maya sprak nooit met woorden maar met stilte, toch wist ik dat deze stilte anders zou zijn dan alle andere stiltes daarvoor. Ik voelde me alsof er twee handen zich rond mijn nek hadden gewrongen en niet los wilden laten, alsof ik moeite moest doen om te ademen, alsof ik mijn hart er aan moest herinneren te blijven kloppen en mijn benen moest blijven herinneren dat ik op hen moest steunen.
Ik had het geweten.
Ik had het altijd al geweten.
Ik kon mezelf wel de kop inslaan op dit moment.
Alles voelde ineens zo benauwd. Alles leek dichtbij te zijn dat veraf moest zijn en het enige dat dichtbij moest zijn, was nu zo veraf. Maya zou de enige persoon zijn die me hieruit zou kunnen helpen en net zij was er niet meer. Het leek of de muren op me af kwamen gestormd. De wolken die ik nog zo mooi had gevonden, leken dreigend alsof ze op mijn hoofd neer zouden vallen en me gingen verpletteren. Ik voelde me plots zo mietig klein. Mijn mond hapte naar adem maar leek geen voldoening te krijgen van de zuurstof in de lucht.
Het was mijn schuld.
Ik had haar tegen moeten houden.
Iedereen zei dat ze het niet hadden zien aankomen, dat ze niets anders hadden gemerkt aan Maya de laatste tijd en ik voelde de lucht nog harder op me neer drukken want ik had het gezien. Want ik zag haar niet als een geheel maar als deeltjes.
eindelijk betere wifi hier in Italië (in een cafeetje).
Ik heb dit verhaal al afgeschreven dus nu moeten jullie alleen wachten tot ik verder activeer :p
Reageer (2)
wat erg!
9 jaar geledenIk ga snel verder lezen, want ik ben benieuwd naar hoe het zit en wat er precies is gebeurd.
Heeft ze nou zelfmoord gepleegd? X
9 jaar geleden