Foto bij Chapter 6

Langzaam word ik wakker. Ik kijk even rond. Ik ben in Jorrvaskr, nu weet ik het weer. Ik ga vandaag met Farkas op pad. Ik sta op, en strek mijn uitrusting aan. Het is een oude uitrusting van Ria. Hij past redelijk. De kleren van Aela en Nadja waren veel te groot. Nords zijn zo groot. Ik rek me even uit. Tijd om te ontbijten. Ik loop naar boven. Ik zie Athis al zitten. Hij kijkt op van zijn bord. 'Goed geslapen?' vraagt hij. Ik knik. 'Ja, best wel.' Ik ga zitten, en pak een stuk brood. 'Dus, vandaag je eerste training?' vraagt hij. Ik knik. 'Ja. Ik heb geen idee wat we gaan doen.' 'Ik ken het. Ik weet nog steeds niet wat ik bij Aela moet verwachten. Maak je maar geen zorgen. Farkas is wel oké.' 'Goedemorgen!' Ik kijk op, en zie Farkas aanlopen. 'Ah, mooi. Je bent al aangekleed. Als je klaar bent, gaan we meteen op pad. Ik ga even een wapen voor je uitkiezen.'
We lopen door het veld. Achter ons ligt Whiterun. Het bewolkt. Ik hoop dat het niet gaat regenen. 'Wat gaan we precies doen?' vraag ik hem. Hij staat stil, en draait zich om. 'Ik heb overlegd met Skjor. Hij vindt, dat je geen echt krijgerslichaam hebt. Het is daarom het beste dat we je leren boogschieten, en sluipen. Daarom gaan we vandaag jagen. Ik wil zien hoe geluidloos je kunt zijn. Dat zul je nodig hebben, in Bleak Falls Barrows. Ik zal je laten zien hoe je je boog vast moet houden.' Hij neemt de boog van me over. 'Kijk, dan houd je hem hier vast, dan heb je de meeste controle. En met je andere hand kun je dan de pijl afschieten. Duidelijk?' Ik knik. Ik pak een pijl. 'Kom, dan gaan we verder het veld in. We zijn te dicht bij de stad, hier zul je geen herten zien.' We lopen verder. In de verte zie ik iets bewegen. 'Is dat een hert?' vraag ik aan Farkas. Ik wijs het aan. Farkas schudt zijn hoofd. 'Nee. Veel te groot. Dat is een mammoet. Dat betekent dat er ook reuzen in de buurt zijn. Laat die maar lopen. Daar loopt wel een hert.' Hij wijst het aan. Ik zie het lopen. Wat een mooi beest. Zonde om neer te schieten, eigenlijk. 'Oké, we staan goed. Zak maar door je knieën.' Langzaam zak ik een beetje door mijn knieën. 'Ik zal je helpen met richten.' Ik pak een pijl, en span mijn boog. 'Oké, iets meer naar...wacht, ik help wel even.' Hij gaat achter me staan, en pakt de boog vast. Met zijn andere hand, houdt hij mijn hand vast. 'Iets zakken.' Ik zak iets meer door mijn knieën. 'Goed zo...En laat maar gaan!' Ik laat de pijl los. Bingo! Ik raak het dier in zijn zij. Het hert valt op de grond. 'Mooi schot. Die gaat nergens meer naartoe.' We lopen naar het dier toe. Hij spartelt nog een beetje. Farkas haalt een dolk tevoorschijn, en maakt de klus af. 'Goed zo, je eerste hert.' Hij trekt de pijl uit het lichaam, en bekijkt hem. 'Hmm, deze kun je nog wel gebruiken. Controleer altijd of de pijl nog goed is. Het zou zonde zijn om deze achter te laten.' Ik neem de pijl aan. 'Kom, dan gaan we verder.'
Het begint al te schemeren als we weer bij Whiterun aankomen. Ik ben helemaal op, maar we hebben avondeten bij ons, en een paar huiden. 'Je hebt het heel goed gedaan,' zegt Farkas. Ik knik. 'Dank je. Ik ben helemaal op. Ik kan wel een goede nachtrust gebruiken.' Hij grinnikt. 'Dat zie ik, ja. Ik hoop wel dat je honger hebt.' Ik knik. 'Ja, ook.' Hij grinnikt. We kijken elkaar aan. Wat heeft hij prachtige blauwe ogen... Hij komt iets dichterbij. We kijken elkaar nog steeds aan. Moet ik iets zeggen? Maar ik wil niks zeggen. Dat verpest het alleen maar. 'Arwen...' zegt hij. 'Ja, Farkas?' Hij zoekt naar woorden. 'Ik...En jij...En...Ik...We moeten verder. De rest wacht op ons.' Ik ontwaak uit mijn trans. 'Eh, ja. Natuurlijk. Laten we ze niet wachten.'
Ik zit in het woonvertrek, samen met Athis en Ria. Nadja is nog boven, net als de rest. Alleen Kodlak is op zijn kamer. 'Je bent erg stil,' zegt Ria. 'Is er iets gebeurd, vandaag?' Ik zucht. Moet ik het haar vertellen? Ze is een van de weinige hier, die echt aardig tegen me is. De rest vind me allemaal maar een watje. 'Ik weet het niet.' Athis gaat wat rechter zitten. 'Farkas was ook erg rustig. Normaal eet en drinkt hij als een orc, maar hij kreeg nauwelijks wat door zijn keel.' Ik trek mijn benen op, en leun wat meer naar achteren. 'Oké, jullie moeten beloven om dit niet door te vertellen.' Ze knikken. 'Oké. Ik denk dat ik verliefd ben op Farkas.' Het is even stil. 'Op Farkas? Weet je dat zeker?' vraagt Athis. 'Niet op Vilkas?' vraagt Ria. 'Op Farkas, ja.' Het is weer stil. Ik kijk ze alle twee aan. 'Is daar iets mis mee?' vraag ik hen. Athis schudt zijn hoofd. 'Nee hoor. Het is alleen zo, dat Farkas normaal gesproken niet goed bij de dames ligt. De meesten komen op Vilkas af. En dan knappen ze op hem af, omdat hij een beetje arrogant is.' Ria knikt. 'Farkas is niet goed met eerste indrukken. En hij is een beetje...simpel van geest. De meeste vrouwen houden daar blijkbaar niet van.' Nou, minder concurrentie voor mij. 'Vindt hij jou ook leuk?' vraagt Athis. Ik haal mijn schouders op. 'Ik zou het bij god niet weten. We hadden net een soort momentje, toen we net Whiterun inliepen. We keken elkaar aan, best wel lang. En toen wilde hij wat zeggen, maar hij kwam niet uit zijn woorden. En toen zei hij, dat we maar naar huis moesten gaan.' Ria begint te giechelen. Athis zucht. 'Ria, je bent geen tiener meer.' 'Maar volgens mij vindt hij haar leuk!' Ik kijk haar aan. 'Denk je?' Ze knikt. 'Farkas is niet erg lang van stof, maar hij komt altijd uit zijn woorden. Ik denk dat hij je sowieso een beetje leuk vindt.' Ik zucht. 'Waarom zegt hij dan niks?' Athis grinnikt. 'Omdat Farkas uiteindelijke een echte mannelijke Nord is, en die praten niet over hun gevoelens. Je zult dus zelf initiatief moeten tonen.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen