Evelyn

We slenterden nu door de ruwe bergen en we hoorden al van verre woeste aanval kreten. We liepen die richting op en zagen al wat mensen lopen richting het slagveld. Woeste kreten galmde mijn oorschelp in. Een lichte bries ging langs mijn schouder en voor mij kwam een speer in de rots want terecht. Vlug draaide ik mij om en de rest volde, achter ons stonden tientallen Teutolanders. Snel hijs ik mijn Sabel en Jesper pakte trok zijn zwaard uit zijn schede. We gingen in een rondje staan er rug aan zodat we meer verdediging hadden. Een gespierde man kwam op ons afgelopen en zijn strijdblij kwam boven mijn hoofd. Ik hief mijn Sabel en met mijn werp mes zocht ik ondersteuning zodat ik zijn slag kon houden maar dat was niet genoeg want en ander volgde en die gene kwam door ons verdediging heen. We splitsen en Oglak werd bij zijn keel gegrepen, het was voor bij met ons…

We waren nu al meerde dagen gevangen genomen door de Teutolanders en we kregen nauwelijks te eten. Zacht hoorde ik mijn maag knorren en één van de bewakers had dat gehoord. ‘Ons kleine meisje heeft honger Dracon.’ Sprak de man met een griezelige stem. ‘Nou omdat het mijn kleine meisje is mag ze van mij een klein kopje soep.’ De bewaker liep naar het midden van het kamp en daar bevond zich een ketel. Daar zat de soep in, smerige soep. De man liep ook nog verder het kamp ik en nu konden we onze kans pakker, we zouden vluchten

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen