Ze werd wakker door het zonlicht dat door haar raam naar binnen scheen. Ze keek op naar de koffer die voor haar bed stond. Vandaag was de grote dag, ze zou naar zweinstein gaan. Ze stond op en ging huppelend naar beneden. "Zo, jij bent vrolijk vandaag" zei haar vader. "Hoe laat vertrekken we?" Ze wist dat ze moest opschieten omdat ze niet zo snel in Londen zouden zijn. "half acht" antwoorde haar moeder. Ze knikte. Toen ze klaar was ging ze naar haar kamer om voor de laatste keer te controleren of ze wel alles had. Om stipt half acht zat ze in de auto op weg naar Londen, op weg naar haar nieuwe school. Na uren in de auto te hebben gezeten kwamen ze aan bij het king cross station. Ze had misschien niet opgelet toen er uitgelegd werd hoe ze naar de wegisweg moesten, maar gelukkig wel toen er werd verteld hoe ze op het perron moest komen. Ze lade haar koffers op een kar en ging op zoek naar de muur tussen perron 9 en 10. Die niet moeilijk te vinden bleek. Ze wachtte op haar ouders en rende toen op de muur af. Terwijl ze rende bedacht ze zich wat er allemaal mis kon gaan: Het zou een grap kunnen zijn of de muur was misschien dicht. Voor ze alle mogelijkheden had bedacht was ze al door de muur heen en stonden haar ouders achter haar. Ze keek op en zag honderden kinderen die instapte in een vuurrode trein. Terwijl ze afscheid nam van haar ouders vroeg ze zich af of de kinderen hier wel aardig waren en of ze wel ergens bij mocht zitten.Toen ze afscheid had genomen van haar ouders liep ze aarzelend naar de trein en stapte in. Ze wandelde wat door de trein en kwam tenslotte bij een coupé uit waar twee meisjes zaten die waarschijnlijk ook eerstejaars waren. Ze stapte naar binnen en keek de meisjes angstig aan, maar deze glimlachte haar toe. gerustgesteld ging ze zitten en stelde zichzelf voor: "Hoi, ik ben Simona Vissers en hoe heten jullie"? Ze stelden zich voor als Roos en Eva de Ruiter en waren een tweeling en halfbloed. "Jij bent zeker een dreuzelgeborene" vroeg Eva. Ik knikte. "In welke afdeling wil je eigenlijk"? Ik dacht even na en antwoorde toen: Ravenklauw. Roos glimlachte even maar Eva keek licht teleurgesteld. Ik keek ze vragend aan maar Roos antwoorde: Ik wil ook graag in ravenklauw komen, maar Eva wil naar Griffoendor. De rest van de treinreis waren ze zo druk aan het kletsten dat ze zich vijf minuten voor de trein ariveerde zo snel mogelijk moesten omkleden. Ze stapte uit de trein en volgde Roos en Eva naar buiten. Op het perron stond een reus van een man die riep dat de eerstejaars naar hem moesten komen. Aarzelend liepen ze met z'n drieën naar de man. Ze moesten de man die zich had voorgesteld als Hagrid volgen naar een meer waar allemaal bootjes lagen. Ze ging zitten en tot haar verbazing voer de boot vanzelf. Toen zag ze het kasteel en voelde zich meteen thuis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen