Opdracht 1 inzending 7
Waarom de foto zo is?
WAAROM NIET?! O ja, en ik heb geen goede thank you foto's meer ...
Valerie van district 1!
De roestvlokken vlogen in het rond zodra ik het teiltje oppakte, en bleven plakken aan de muren en de vloer. Niet dat het me iets kon schelen. Zuchtend wandelde ik over de koude stenen vloer naar de achterdeur. Beter gezegd, deuropening, de deur was jaren geleden bij een storm omgekomen. En van splinters kon je nu eenmaal geen deur meer maken. 'De boete begint zo, Val!' Mijn zusje stond me met angstige ogen aan te kijken, maar gelukkig was ze pas 11 en hoefde ze volgend jaar pas mee te doen. Ik trok een wenkbrauw op bij het zien van haar veel en veel te grote jurk, die hoogstwaarschijnlijk afkomstig was uit mijn kledingkast. 'Verdomme May, trek die jurk uit!' Arrogant zette May haar handen in haar zij. Ze was me al bijna voorbij gegroeid. 'Nee! Ik wil er mooi uit zien!' Koppig keek ze me aan, met een blik die van mij had kunnen zijn. Er mooi uitzien was in ons district gewoon een jurk, die grof gestikt was en nog het meest weg had van een vreemd ogende paardendeken. Ze droeg geen schoenen, en aan het opgedroogde bloed op haar grote teen te zien droeg ze al een paar dagen geen schoenen. Ze zag me kijken. 'Mijn schoenen zijn stuk.' Pruilde ze. 'Verdomme! We hebben geen geld voor nieuwe May, dan ga je maar op je sokken mee!' Ik liep de kleine ruimte die een woonkamer moest voorstellen uit. 'En trek verdomme die jurk uit!'
De reden dat we geen geld hadden was omdat mijn moeder lang geleden overleden was, en onze vader bijna altijd aan het werk was. Ik wist niet wat hij deed, maar hij kwam altijd zwetend en bloedend thuis. Ik was hier degene die zorgde dat er eten op tafel stond, en dat het huis zo goed als schoon was. Ons huis bestond uit 2 kamers, een woonkamer en een kamer met 3 oude matrassen en dunne lakens, die je moeilijk een echte slaapkamer kon noemen. Slecht hadden we het zeker, maar er stond altijd eten op tafel, al was het meestal net genoeg voor 1 persoon, en gingen we altijd met een rammelende maag naar bed. We waren gelukkig.
Het Plein waar ieder jaar de Boete gehouden werd was al bijna vol toen we aankwamen, en mijn vader en May namen plaats naast de touwen. Ik ging me aanmelden, en de vrouw aan mijn tafel keek me misprijzend aan terwijl ze mijn bloed scande. Na 10 seconden stuurde ze me naar het vak van de andere 14-jarigen. Ik wist zeker dat er weer een twaalfjarige getrokken zou worden, zoals de afgelopen 2 jaar. En dat ik straks thuis een feestmaal klaar zou maken, omdat ik alweer niet gekozen was. Voor graan en oliebonnen had ik me expres in niet ingeschreven. Weinig eten was beter dan een kans te lopen dat ik getrokken zou worden.
De vrouw die onze boete presenteerde heette Goldy Pamela. Haar knalroze haar was altijd opgestoken, en haar schoenen hielden het temidden tussen twee baby olifantjes en veel te hoge hakken. Haar hoofd was veel te groot voor haar lijf, en ze zwikte altijd met haar voeten als ze liep. Ze Was net zo beleefd als de gemiddelde bruine beer. Eerst keken we een saaie film van het Capitool, en de burgemeester deed ook zijn zegje. Goldy zwikte naar de bol van de jongens. 'Felix Larinson!' Ik kende hem wel, een grote gespierde 18-jarige, die nog het meest weg had van een kruising tussendelen baviaan en een neusaap. Hij was de pestkop van de school en zijn ouders waren welgesteld. Grijnzend ging hij staan. 'Wul jie nug wa segguh?' Blèrde Goldy met dat belachelijke accent van haar. 'Ik ga winnen!' Zei hij, met diezelfde grijns van hem. Goldy negeerde hem en trippelde naar de meisjesbol, pakte een papiertje, legde het weer terug en herhaalde dat zo'n drie keer. Toen pakte ze een papiertje, en streek het tergend langzaam glad. 'Valerie Jefferson!'
De grond zakte weg onder mijn voeten. Ik krabbelde overeind, en in een overweldigende trance liep ik met gebogen hoofd naar het podium. Ik klom er met moeite op, en ging staan. Goldy vroeg wat, maar ik was te verdoofd om te antwoorden. Het enige wat ik opving was iets over of ik iets wilde zeggen. En toen werd ik weggeleid van het podium, een auto in.
Bij het gemeentehuis werd ik een kamer in gebracht, en mijn vader stormde als eerste binnen. Ik had hem nooit zien huilen, zelfs niet toen we hoorden dat mijn moeder dood was. Maar nu huilde hij, duidelijk. May stormde erachteraan. Mijn vader nam me in zijn armen, en wiegde me heen en weer. We wisten allemaal dat ik dood zou gaan. Ik was zwak, en mijn enige pluspunt was mijn intelligentie en kennis over survivallen. Ik huilde ook , tranen met tuiten. Mijn vader haalde iets uit zijn binnenzak. 'Deze was van je moeder, en ze vroeg me, als 1 van jullie ooit getrokken zou worden, het mee te geven als aandenken.' Het was een bronzen kettinkje, met aan het uiteinde een ietwat verbleekt hangertje, met een lok haar van mijn moeder, vader, mij en May erin. Ik herinnerde me dat ze me om een pluk haar vroeg. Na 2 minuten vol knuffels en beloftes werden ze weggehaald. Er kwam niemand meer, en ik wachtte tot ik weggeleid zou worden, de trein in.
Mijn commentaar: Het is heel goed geschreven, met goede details, het enige "Minpunt" is dat er gescholden werd in het begin, maar ja, ik scheld ook, dus daarom is het een "Minpunt" tussen haakjes.
Cijfer: 8,2
Reageer (4)
okee haha
9 jaar geledenIk vond het toch een beetje raar dus ja..
Maartje niet iedereen in de beroeps districten zijn rijk ( verwijst naar mijn verhaal)
9 jaar geledenMaar winter was toch het meisje uit district 1?
9 jaar geledenBij de inschrijving is ze in 3 gezet...
En komt er nog een nieuw opdracht? * kijkt hoopvol met puppy oogjes* en snel? *knippert heel lief*
Mooi geschreven trouwens!
Maar in 1 zijn ze toch allemaal rijk? *snapt het niet*
Thanks!
9 jaar geleden