Achterover gebogen hang ik tegen de boom. Mijn hoofd valt tussen de bladeren die van de bomen zijn gevallen. Ik lig nu in één van de hoogste bomen van gans Mirkwood. Het een erg mooi uitzicht om te zien. Je kan heel ver kijken over het landschap. Daar helemaal achter ligt de eenzame berg, die al een tijdje geleden ingenomen is door een grote bloeddoristige draak. Ik moet denken aan al die vele dwergen die hun huis door die draak zijn verloren. Mijn vader is nog goed bevriend geweest met de koning van het rijk. Ik ben er zelf ook een paar keer geweest maar daar herinner ik me heel weining van ik was toen nog erg jong. Ik weet wel dat ik als kind de dwergen bewonderde, nu nog steeds. Dwergen hebben vaak lange baarden en dat vond ik wel als kind erg geweldig, ik ging er zelf aan hun lange baarden hangen. Waarbij mijn vader zich vaak beschamend moest excuseren, want mijn vader doet dat niet graag is is een trots en edele man. Ons contact met de dwergen verloren we uiteindelijk omdat mijn vader eens te koppig was om hun te helpen. De dwergen wouden niets meer met ons te maken hebben, dat begrijp ik eigenlijk wel. Ik vind het wel jammer dat ik hun niet meer kan bewonderen. Mijn vader zou het gewoon verbieden, Legolas waarschijnlijk ook hij is soms gewoon als mijn vader. Daar erger ik mij wel vaak aan. Ik snuif de lekkere geur van de bloemen op, niet ver van mij vandaan en ik doe even mijn ogen toe en vergeet even alles om me heen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen