Tobias POV


Eenmaal onderweg, waren Chloë en Nigel in gesprek en luisterde ik een beetje mee. Ik had geen zin om mee te praten, ook al probeerden ze me er wel in te betrekken.
Ik zei steeds minder en uiteindelijk gaven ze het op. Ik vond het niet erg.
Eindelijk waren we bij de kust. Ik stapte snel uit en pakte onze tassen. Chloë hielp Nigel met uitstappen en betaalde daarna de chauffeur.
Net toen Chloë aan de chauffeur wilde vragen waar pier 9 is, scheurde hij weg. Ik grinnikte om haar gezicht en zei: "De meeste mensen houden niet zo van deze wijk, dus gaan ze hier zo snel mogelijk weg als ze hier komen" Chloë knikte begrijpend, maar Nigel keek me raar aan. "Waarom houden ze niet van deze wijk? Wat is er mis mee?" vroeg hij dan ook.
"Er gaan geruchten dat er hier wel eens mensen zijn vermoord" antwoorde ik. Nigel slikte. "En zijn die geruchten waar?" "Geen idee" zei ik en ik haalde mijn schouders op. Ik zette de tassen neer bij Nigel en liep naar de eerste boot die ik tegen kwam. "Waar kan ik pier 9 vinden?" vroeg ik aan de nan die op de boot bezig was.
Hij keek me peinzend aan en zei daarna bijna onverstaanbaar: "Aan het eind van de weg"
Ik bedankte de man en wilde weglopen, marvhij riep me terug. "Pas op bij die pier jochie, het is daar niet pluis. Die mensen daar zijn niet te vertrouwen. En hun boten trouwens ook niet."
Ik keek de man aan, hijbleek het te menen. Ik bedankte hem nog eens en liep terug naar Chloë en Nigel. "Waar moeten we heen?" vroeg Chloë.
"De pier is aan het eind van de weg zei hij" antwoorde ik terwijl ik naar de man op de boot gebaarde. "Red je dat, Nigel?" vroeg ik aan hem. "Ik denk het wel" zei hij met een glimlachje.
"Mooi. Ik neem je tas wel mee" zei ik tegen hem.
Chloë pakte ook haar tassen en kwam naast me lopen terwijl Nigel voor ons uit hinkte.
"Wat vind je van hem?" vroeg Chloë aan me met een hoofdknik naar Nigel. "Ik vind hem wel aardig" antwoorde ik. "En jij?" "Ik ook wel"
"Je had het wel gezellig met hem in de auto hé?" vroeg ik. Ze keek mee een beetje verbaasd aan, en zei: "Dus je luisterde wel" "In het begin wel" gaf ik toe. Ze glimlachte naar me en keek weer voor haar. Ik bleef echter naar haar kijken, waardoor ik tegen Nigel aanliep. "Hé!" riep hij. Ik greep hem nog snel vast, zodat hij niet in het water viel. Chloë grinnikte en ik werd rood. "Sorry Nigel, ik lette niet op" zei ik tegen hem. "Maakt niet uit" lachte hij.
We liepen de pier op en ik sprak een vrouw aan die er ook stond. "Weet u waar ik de boot naar Gran Canaria kan vinden?" vroeg ik haar. Ze keek me aan, haalde haar neus op en zei met bekakte stem: "Zeker, daar staat u voor" en ze wees naar de boot. Ik probeerde beleefd te blijven en zei: "bedankt" Ik stapte de boot op en hielp eerst Chloë en daarna Nigel om er ook op te komen. Toen de vrouw haar hand naar me uitstak, keek ik haar met opgetrokken wenkbrauwen aan.
"Wacht je op, help me er op!" zei de vrouw.
Mijn wenkbrauwen gingen nog verder omhoog en ik bleef haar nog even aanstaren. Daarna draaide ik me om en wenkte Chloë en Nigel achter me aan te komen. Ik liep verder de boot op en ging op zoek naar de kapitein, de vrouw verbouwereerd achterlatend.
"Waarom hielp je haar niet?" vroeg Chloë aan me.
"Ik help geen mensen die me comanderen, ik ben geen hond" antwoorde ik. "De brutaliteit!" riep de vrouw, die ondertussen de boot opgeklommen was. Chloë moest haar lach inhouden en liep weg. "Pardon?" vroeg ik aan de vrouw.
"U helpt niet eens een dame aan boord van een schip, zoals een echte heer dat doet! Schaamt u zich niet?" riep de vrouw met een boze stem.
Ik grijnste. De vrouw zag het en werd nog bozer. "Vind je dat grappig jongeman?!" Mijn grijns werd nog breder. De vrouw keek me boos aan en mompelde: "Uitschot" Ik hoorde het en mijn grijns verdween. Mijn ogen schoten vuur. De vrouw zag het. Ze werd bang en deinsde achteruit. Opeens bewoog het schip en kwam er een man met een baard aangelopen. "Ah, u moet de heer Eaton zijn" zei hij vrolijk. "We gaan vertrekken, komt u mee?" Ik schudde de hand va nde man en knikte. "Mijn naam is Ronald, maar zeg maar gewoon Ron" "Tobias Eaton, maar zeg maar gewoon Tobias" antwoorde ik. Ron lachte. "U heeft humor, ik mag u wel" zei hij.
Hij wenkte. "Kom dan laat ik u het schip zien"
Ik wierp nog een boze blik op de vrouw en volgde Ron. Chloë kwam aangelopen. "Tobias weet jij waar…" begon ze, tot ze Ronald zag. "Oh laat maar" lachte ze. "Chloë, aangenaam" "Ronald, zeg maar Ron"
De vrouw kwam weer aangelopen. Ze keek bang naar me en stelde zich voor. " Angelique Murdoch" zei ze. Chloë schudde haar hand en glimlachte vriendlijk. Ik knikte enkel naar haar, ik mocht haar niet.
Ron glimlachte en liep verder. "Goed, nu we elkaar kennen, stel ik voor dat we gaan vertrekken" "Goed idee" zei ik.
"Oké, Tobias, kun jij me even helpen net die touwen, dat is altijd zo'n warboel" Ikbkeek even naar Chloë of ze het goed vond. Ze knikte, dus ik liep met Ron mee. "Als jij jou even die pakt…"


Chloë POV
Tobias liep weg met Ron om het schip klaar te maken voor voor vertrek. Ik keek de vrouw, Angelique, even aan. Ze keek Tobias na en ik zag dat ze een beetje bang keek.
Ik draaide me om en ging op zoek naar Nigel.
Ik vond hem aan het werk met Tobias en Ron. Ik bleef even staan kijken maar draaide me daarna om. Ik ging naar de voorkant van het schip en daar op een bankje zitten.
Angelique kwam naast me zitten, maar ik keek niet naar haar. "Waar ken je die jongen van?" vroeg ze plotseling. Ik keek op. "Welke, die van 15 of die van 21?" "Die van 21" glimlachte ze.
Ik glimlachte niet terug. "Waarom wilt u dat weten?" vroeg ik haar nu.
"Gewoon, een vraagje"
"Ik heb hem ontmoet op het station" zei ik.
"Hmm" Ze knikte. "Kent u hem dan?" vroeg ik aan haar. "Ik heb hem wel eens gezien"

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen