1.21
Dit is het einde van deel 1 van dit verhaal! Deel 2 zal gewoon binnen deze story geplaatst worden, dus jullie hoeven niet een abo te nemen op een volgende story. Deel twee zal echter een nieuw verhaal vertellen. Het is het vervolg op dit verhaal, maar het zal niet langer gaan over Emily die smacht naar vrijheid en daarom wordt het een tweede deel.
Liefs,
Marjanne.
Een gil ontsnapte aan haar lippen toen er plotseling een groot wezen de man van achteren besprong en met zijn poten neersloeg. De mens bewoog niet meer, maar het wezen kwam op hen aflopen. Emilys hart klopte in haar keel terwijl ze naar het dier keek. Het had een spitse snuit en was volledig bedekt met haar. Met zijn vier enorme poten liep het naar hen toe, zijn bruine ogen strak op Cordelia gericht.
Emily wist niet of haar zingen ook op dit wezen zou werken en toen ze haar mond opende om het te proberen, rende Cordelia plotseling naar het wezen toe. Kato! Ze sloeg haar armen om hem heen en zakte snikkend bij hem neer.
Was dit Kato? Was dit de halfwolf? Het leek in geen enkel opzicht op het wezen dat Emily zich had voorgesteld bij een halfwolf en hij leek ook niet op een waterwezen. Misschien was het wel helemaal geen waterwezen!
Emily had niet door wat Cordelia tegen Kato zei, maar bleef vooral gefascineerd naar hem kijken. Ze had nog nooit een wezen gezien dat zoveel haren had. Alleen zijn ogen en zijn zwarte neus waren niet met een vacht bedekt.
Pas na een tijdje richtte hij zijn aandacht op Emily. Cordelia stelde haar voor en Emily glimlachte naar de halfwolf. Nu ze wist dat hij goed was, hoefde ze niet langer bang voor hem te zijn, al vond ze het maar raar dat Cordelia met zon dier een relatie had.
Het bleek dat Kato gewond was en daardoor had hij moeite met lopen, maar toen Cordelia hem vroeg of Emily en zij hem moesten dragen (Emily had geen idee hoe ze zon zwaar dier moest dragen terwijl ze zelf nog maar net kon lopen), maar de halfwolf gaf aan dat dat niet nodig was.
Haliae heeft ook geholpen, zei Cordelia tegen haar vriend.
Is zij ook een zeemeermin? vroeg Emily.
Nee. Zij is een nereïde.
Haar moeder had haar wel eens over de nereïdes verteld. Het waren ook wezens met benen, die allemaal in een grote nereïdegrot leefden en hun tijd vooral besteedden aan het weven van doeken, kleding en dat soort dingen.
Ze besloten om s nachts verder te reizen, omdat de kans dan minder groot was dat ze ontdekt zouden worden. Tot het donker werd, wachtten ze onder wat Cordelia een pier noemde, waar Kato kon rusten en waar de kans kleiner was dat ze ontdekt zouden worden door de mensen.
Emily hield zich redelijk rustig en observeerde vooral de twee personen die nu haar metgezellen waren. Cordelia wierp verschillende ongeruste blikken op Kato, die veel pijn had. 'Ik heb geleerd voor mezelf te zorgen,' zei Emily, die naar zijn diepe wond keek. 'Daardoor heb ik een krachtig wier gevonden dat de pijn verzacht. Ik heb het vanmorgen nog zien staan. Moet ik het halen?'
Graag. Cordelia klonk opgelucht en ze glimlachte naar Emily.
Emily klom onder de pier vandaan en liep op haar benen richting het water. Het was nog steeds wennen om op haar benen te lopen, maar ze begon het alleen maar leuker te vinden. Ze voelde zich minder beperkt.
Toen ze het water in ging en ze haar vertrouwde staart weer terug had, ging ze direct op zoek naar het wier. De vissersboot was inmiddels weer uit de baai verdwenen en daardoor was de kust weer veilig. Heel even spookte de gedachte door haar hoofd dat ze nu gewoon weer weg zou kunnen zwemmen. Het bestaan oppakken dat ze drie jaar lang had gehad, op zoek naar haar ouders, hopend om hen tegen te komen, maar alleen de gedachte eraan al zorgde dat er een rilling over haar rug liep. Ze had lang genoeg op haar ouders gewacht. Dit was haar kans op een nieuw avontuur, een nieuw bestaan, en ze wilde die kans niet laten schieten. Daarom zocht ze naar het wier en zodra ze het gevonden had, zwom ze terug naar het Bovenwater.
Reageer (7)
Yay
9 jaar geledenNaaahw Emily <3
9 jaar geleden