Foto bij Prologue

Voetstappen klonken hard buiten de deur. Tegenover me zag ik een dame met hoogblond haar snel iets intypen op het doorzichtige beeldscherm dat voor haar neus zweefde. Van boven af werd een figuur van een vrouw op het midden van de tafel geprojecteerd. Ik herkende gelijk wie het was. Iedereen stond op. Ik volgde hun voorbeeld. Net op tijd. Een lange vrouw kwam binnen. Ze was vreselijk dun en droeg een strakke jurk waardoor ze nog dunner leek. Haar hakken waren minstens twaalf centimeter hoog en ze zette ze extra hard neer op de stenen vloer. Ze liep als een supermodel, een voet voor de andere zettend bij elke stap. Haar haar zat in een strakke paardenstaart. Bij het voorbijgaan streek ze over de achterkant van de stoelen tegenover me. Haar nagels waren net klauwen, fel rood en perfect scherp. Ze ging zitten op de leren stoel aan het uiteinde van de tafel. Het was de eerste keer dat ik haar gezicht zag. Ik wist hoe oud ze moest zijn, maar ik kon geen enkele rimpel op haar gezicht ontdekken. Haar ogen hadden een onnatuurlijk groene kleur en haar volle lippen hadden dezelfde kleur als haar nagels. ‘Goedendag.’ Haar stem klonk hoog en scherp. Ze gebood ons te gaan zitten. De doorzichtige schermen verschenen weer voor ons gezicht. Ik wist wat mijn taak was, maar mijn handen trilden en mijn brein voelde leeg. Ze begon te praten. ‘We zijn hier vandaag om iets heel belangrijks vast te leggen. Ik heb een nieuw lid gevonden.’ Ik hoorde een paar mensen naar adem happen. Ze was zeker een vrouw van weinig woorden. De hoogblonde dame lachte even nerveus. ‘Mag ik vragen hoe dit zo snel gelukt is, Mevrouw.’ Mevrouw lachte haar stralend witte tanden bloot in een emotieloze glimlach. ‘Zo moeilijk is dat helemaal niet, Talia.’ Talia werd rood. ‘Twijfel jij aan mijn kunnen?’ Ze schudde verwoed haar hoofd. ‘Absoluut niet, Mevrouw. Ik ben diep onder de indruk.’ Mevrouw had nog steeds diezelfde glimlach op haar gezicht toen ze naar Talia toeboog en een vinger op haar wang legde. Talia deed duidelijk haar best om niet in huilen uit te barsten. Op dat moment boog Mevrouw weer terug. Op de plek waar zojuist haar vinger had gelegen had Talia een blauwe plek waar ze ongelovig aan voelde. ‘Hoe dan ook, we kunnen pas verder als we compleet zijn.’ Ik keek verbaast om me heen. Elke stoel was bezet en er waren niet meer plaatsten aan de tafel beschikbaar. ‘Jij.’ Ze keek naar me. Ik voelde haar blik op me branden. Als vanzelf keek ik op en werd meteen gevangen in haar blik. Letterlijk. Hoe hard ik ook mijn best deed om weg te kijken, haar ogen waren het enige wat ik zag. ‘Jij bent nieuw, of niet?’ Ik knikte, te bang om een geluid uit te brengen. ‘Wat is je naam?’ Mijn naam stond op een naambordje vlak voor me, maar ze wilde het van mijn lippen horen. ‘Matthieu.’ Ik verbaasde mezelf door niet te stotteren. ‘Aha. Jij kent Madame Gabrielle-Suzanne Barbot de Villeneuve zeker wel.’ Zei ze met een perfecte Franse uitspraak. ‘Ja.’ Ik was te bang om met meer dan een woord te spreken. ‘Heb je ooit gehoord van Belle en het Beest?’ Ik vond het een rare vraag. Iedereen had gehoord van dat verhaal. Er waren films over gemaakt en boeken mee gevuld. ‘Ja.’ Ze stond op. Haar hakken tikten op de grond, tot ik haar adem in mijn nek kon voelen. Haar handen gleden als slangen over mijn schouders. Er was complete stilte in de zaal. Iedereen hield zijn adem in. Haar handen gleden over mijn borst en terug naar mijn schouders. Ze boog naar mijn oor toe. ‘Ik ben het beest.’ Kippenvel schoot razendsnel over mijn rug heen. ‘Laten we zeggen dat jij Belle’s vader bent. Je bent verdwaalt geraakt. Je word hier gastvrij onthaald, als in een kasteel. Je mag van mij zoveel lopen door de paleistuin als je wilt.’ Haar vinger kroop naar beneden langs mijn arm. ‘Zodra jij een roos plukt, is dat over. Dan wil ik jou Belle hebben.’ Ze had haar nagels in mijn hand gezet. Mijn hand verstijfde. Ze boog zich nog dichter naar me toe. ‘Dit sprookje hoeft geen happy end te hebben.’ Ik kneep mijn ogen onbewust dicht. Toen liet ze me los. Haar hakken tikten terug naar haar stoel. Een zucht ging door de ruimte. Ik besefte me dat ik ook geen adem had gehaald en zoog een teug lucht in mijn longen. Mijn hand werd langzaam blauw, maar ik kon hem tenminste weer bewegen. De plekken die ze had aangeraakt voelden alsof ze in brand stonden. ‘Matthieu, Conall, Aleska.’ Een rossige man en een lange vrouw aan weerzijden van me stonden op. ‘Ik wil Sungri hier.’ Ik geef jullie twee uur.’ Ze knikten beiden en liepen de kamer uit. Ik stommelde achter ze aan, me afvragend wie Sungri was en waarom ik, de secretaris nota bene in godsnaam mee moest op wat een missie leek te zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen