9e hoofdstukjee alweer :) :) :)

‘Ginny!’
‘Ginny!’
‘Ginny!’ klonk het van alle kanten.
‘Ginny!’
‘Ginny!’
‘Lieke!’ zei Lieke in de hoop ook wat aandacht te krijgen. Ze kreeg slechts een geïrriteerd ‘sssst’ te horen.
‘Ja, Ginny,’ zei Ginny en ze liep verder de zaal in. ‘En ik weet precies wat er is gebeurd op het zwerkbalveld!’
‘Hallo, je bent van je stokje gegaan!’ klonk het vanuit het publiek.
Iedereen keek om naar George. Hij ging weer zitten en keek bestraffend naar een nietsvermoedende lege stoel naast hem. ‘Sst.’
‘Ik ging pas van mijn stokje toen de wedstrijd afgelopen was,’ zei Ginny. ‘En jij, Moss…’ Ze wees met haar lange wijsvinger haar kant op, ‘… jij hebt een neppe gouden Snaai gevangen.’
‘Ah, echt niet!’ protesteerde Moss. ‘Kijk, hij is zo echt als maar kan!’ Ze haalde hem uit haar broekzak. ‘Nog nooit zo’n echte gouden Snaai gezien!’ Ze veegde het balletje schoon met haar mouw. ‘Hij is zelfs te echt om in de buurt te zijn van valsspelers!’ Ze wierp een vuile blik op Morgan.
Morgan stak haar tong uit.
‘Ah!’ zei Moss beledigd. ‘Professor, zag u dat?’
‘Ja, ik zag het,’ zei professor Anderling verveeld. Dit duurde haar veel te lang.
‘En u zegt er niks van?’ zei Moss verontwaardigd.
‘Ze is de prinses!’ siste professor Anderling, alsof Morgan dat niet zou horen.
‘Ammehoela!’ zei Moss. ‘Ze speelt vals én liegt!’
‘Hoogverraad!’ riep Morgan meteen.
‘You filthy little halfblood!’ krijste Bellatrix.
‘Wat heb je met dat zinnetje, wat overigens nergens op slaat?’ vroeg Moss. ‘Mijn ouders zijn allebei volbloed, wat mij ook een volbloed maakt.’
‘Joh,’ zei Morgan, waarna ze onschuldig fluitend om zich heen keek.
‘Als je commentaar moet hebben, Bellatrix,’ ging Moss verder, ‘en blijkbaar moet je dat, klaag dan over onze zogenaamde koninklijke hoogheid.’
‘Wie?’ vroeg Nathalie, die iets blijkbaar niet helemaal mee had gekregen.
‘Morgan,’ fluisterde George.
Nathalie kreeg grote ogen. Haar aartsvijand een koninklijke hoogheid. Maarja, ze had nou eenmaal goede manieren geleerd. Ze knielde neer. ‘Uwe Griffoendorheid.’
‘O lieve Heer, nu krijgt ze helemaal praatjes,’ mompelde Moss hoofdschuddend.
‘Laat hem erbuiten!’ zei Morgan. ‘Hij heeft geen tijd voor jouw zielige praatjes!’ Ze wendde zich tot Nathalie. ‘Betekent dit dat ik het nieuwe hoofd van Griffoendor ben?’
‘OBJECTION!’ schreeuwde professor Anderling, waarna ze zei: ‘Toegestaan.’
Iedereen in de zaal deelde een verveelde blik.
‘Morgan, uwe hoogheid,’ ging professor Anderling verder. ‘Ik zou u niet willen belasten met de verantwoordelijkheden van het leiden van een afdeling.’
‘Denk jij, simpele sterveling, dat ik dat soms niet aankan?’ vroeg Morgan en ze keek de professor verwaand aan.
‘Oooh,’ zei professor Perkamentus. (Ja, hij is er ook nog).
‘Nou… ik…’ stamelde professor Anderling. Had Morgan – MORGAN!! – haar nou een simpele sterveling genoemd? Dat… dat… wicht?! ‘Uwe hoogheid,’ zei professor Anderling beleefd. ‘U heeft al zoveel te verdragen elke dag. Les in en les uit al die moeilijke woorden die u uit uw hoofd moet leren.’
‘Pf, praat me er niet van,’ zei Morgan. ‘Ik begrijp nog steeds niet waar dat hele woord “studeren” over gaat.’
‘Vertel mij wat,’ mompelde professor Anderling met een diepe zucht.
‘Wat?’ vroeg Morgan.
‘Wat?’ zei professor Anderling.
‘Ze vroeg wat je zei, Minerva,’ zei professor Perkamentus, waarna hij een klap met het hamertje ontving.
‘Misschien moeten we ons richten op de rechtszaak,’ stelde Ginny voor.
‘Je probeert gewoon de aandacht, mijn aandacht, op jou te richten,’ beweerde Morgan.
‘Natuurlijk joh,’ zei Ginny sarcastisch.
‘Hoogverraad!’ gilde Morgan.
‘You filthy little halfblood!’ krijste Bellatrix opnieuw.
‘Zijn dat soms de enige woorden die je kent?’ merkte Ginny op.
Bellatrix was hier even stil van. ‘Wat?’ brulde ze toen.
‘Zijn dat soms de enige woorden die je kent?’ herhaalde Ginny. ‘Het is normaal Nederlands.’
Bellatrix liep rood aan. ‘Wat?’
Ginny zuchtte diep. ‘Zijn dat soms de enige woorden die je kent?’
Lieke draaide zich om naar Bellatrix en maakte de handgebaren. Nog steeds keek Bellatrix Ginny niet-begrijpend aan.
‘Haar vocabulaire is niet zo groot,’ verklaarde Narcissa.
Ginny zuchtte diep.
‘Dat had je wel even eerder mogen zeggen,’ zei Lieke en ze draaide zich weer om.
‘Om even terug te komen op de zaak,’ zei George, die er vaart achter wilde zetten (hij wilde ontsnappen aan een kwijlende Nathalie, zijn schoenen raakten doorweekt (IEL!)).
‘Inderdaad,’ zei Ginny. ‘Moss is schuldig.’
‘Ah!’ Moss haar mond viel ver open.
‘Poe, het tocht hier!’ zei Nathalie.
Moss koos ervoor dat te negeren. ‘Kijk mijn bal!’
‘Liever niet,’ zei Ginny met een vies gezicht.
Moss keek haar verveeld aan. ‘Deze bal.’ Ze hield de gouden Snaai omhoog. ‘Hij is echt.’
Ginny pakte hem over en liet hem op de grond vallen.
‘NEE!’ klonk het vanuit de hele zaal.
Iedereen stond er gelijk met zijn neus bovenop. Ginny stuurde ze terug naar hun plek en pakte het balletje weer op. Ze rook eraan met haar speurhondenneus. ‘Hij is nep.’
‘Maar… wat weet jouw neus er nou van?’ vroeg Moss.
‘Geef nou maar toe dat je schuldig bent,’ zei Morgan en – alweer- plukte ze onzichtbare stofjes van haar shirt.
‘Ik heb echt niet vals gespeeld!’ zei Moss met tranen in haar ogen. ‘Echt niet.’ Ze keek op naar professor Anderling. ‘Lieve professor, ik weet dat we niet altijd goed met elkaar overweg kunnen…’
Professor Anderling schraapte haar keel.
‘… Ik weet dat we nooit goed met elkaar overweg kunnen,’ verbeterde Moss zichzelf. ‘Maar u moet me deze ene keer geloven. Dit balletje zweefde door de lucht! Ik ben een echte Zwadderaar, ik heb mijn eer en trots. Ik zou niet vals spelen om te winnen. Dat is iets voor Griffoendor.’
‘Zo!’ zei Morgan. ‘Zo win je deze zaak dus niet.’
Moss keek haar even kwaad aan. ‘Morgan wil me erin luizen. Zij is het. Zij heeft vals gespeeld. Fijne avond.’ Ze wilde weglopen, maar Ginny stak haar been uit en Moss viel languit op de grond.
Iedereen lachte, tot Morgan – de prinses – haar keel schraapte en daarmee iedereen stil kreeg.
‘Dank je, Morgan,’ zei professor Anderling. Woorden waarvan ze nooit verwacht had die te zeggen.
‘Graag gedaan, professor Anderling,’ zei Morgan. Woorden waarvan ze nooit verwacht had die te zeggen.
‘Ginny, heb je bewijs voor je beschuldiging?’ vroeg professor Anderling.
‘Zie hier.’ Ginny hield het neppe balletje omhoog. ‘Hij ziet er goud uit, maar dat is hij niet.’
‘Hij is wel echt!’ zei Nathalie. ‘Griffoendors zijn slechte verliezers.’
‘Houd je kop!’ klonk het vanaf Lieke.
‘Wat een kapsones!’ zei Nathalie. ‘Had je wat?’
‘Had jij wat?’ kaatste Lieke terug.
‘Vechten! Vechten!’ riep professor Perkamentus.
‘Ik stel voor dat we allemaal overgaan op het uitdelen van handtekeningen,’ zei professor Smalhart. ‘En met allemaal bedoel ik natuurlijk mezelf.’ Hij lachte, tot hij merkte dat hij de enige was die lachte. ‘Excuse me, princess.’
‘Aanvaard,’ zei Morgan. ‘Professor Anderling, zijn we nou eindelijk klaar? Het bewijs spreekt boekdelen!’
‘Het bewijs is anders erg stil,’ merkte Ginny op en ze lachte om haar eigen misplaatste grap.
Ze stopte toen ze merkte dat ze de enige was, samen met professor Smalhart, die Ginny zijn kam wilde lenen. Maar nee, dat wilde ze niet. Uiteindelijk kreeg ze wel zijn handtekening op haar shirt.
‘Deze ga ik dus verbranden,’ zei ze met een zucht. ‘Goed. We hebben dus vastgesteld dat het bewijs niet spreekt…’ ze giechelde weer, ‘… en dat Morgan onzin uitkraamt.’
‘Inderdaad!’ klonk het vanaf de grond, waar Moss het zichzelf gemakkelijk had gemaakt. ‘Dus, zijn we eruit? Ik ben onschuldig. Grappenmakers, mij een beetje de schuld geven.’
‘Nee, we zijn nog niet klaar,’ zei Ginny betweterig.
‘Nee, we zijn nog niet klaar,’ herhaalde Moss met een piepstemmetje en een lelijk gezicht. Ze nam een schop van Ginny in ontvangst.
‘We zijn wel in de buurt van deze spannende ontknoping,’ ging Ginny verder.
‘Jij schijnt de enige te zijn die hier de spanning van inziet,’ merkte Nathalie op. ‘Ik wilde de eettafels gaan zoeken! Noot, hoever ben je met het uitwerken van mijn plannen.’
‘Bijna klaar, meesteres,’ zei hij nederig.
‘Ik ben je enige eigenaar,’ zei Marten kwaad. ‘Dat vrouwenmens misbruikt je.’
‘Dat vrouwenmens kan je horen,’ zei Nathalie duister.
‘De dader is!’ schreeuwde Ginny, zodat ze de aandacht weer had.
‘Het werd tijd,’ merkte Moss op. Ze lag nu languit en haar arm ondersteunde haar o zo zware hoofd.
Ginny keek haar even dodelijk aan. Als antwoord zwaaide Moss.
‘De dader is,’ herhaalde Ginny. ‘George!’
Het werd even stil en iedereen keek George aan.
Hij had even niet opgelet en keek nu op. ‘Hm?’
‘Je bent schuldig,’ zei Ginny voor de duidelijkheid.
‘Ik weet niet waar je het over hebt,’ zei hij poeslief.
‘Heb je wel enig idee wie hij is?’ zei Nathalie beledigd. ‘Hij is mijn vriendje!’
‘Ik ben bang dat je het mis hebt,’ zei George. ‘Ik ben George.’
‘Je bent mijn vriendje en verder niet zeuren,’ zei Nathalie.
‘Zeg mij niet wat ik moet doen!’ beval George.
‘Ja meneer,’ zei Nathalie nederig.
‘Je bent schuldig,’ hield Ginny vol. ‘Griffoendor heeft de wedstrijd gewonnen.’
De Griffoendors begonnen te juichen en Moss barstte in tranen uit. ‘NEE!’
‘Jij verliest, wij winnen. We gaan naar huis met mooie dingen!’ zong Morgan.
‘Prinses, u moet nog een paar maanden lessen volgen,’ zei professor Anderling.
Morgan keek haar even emotieloos aan. ‘Jammer.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen