- r.1:
'olla vogalla' is de bijnaam van Homeros. Hij was de eerste mens op aarde en daarom vindt Kreud het passend zijn meesterwerk te openen met een (nogal duidelijke) verwijzing naar hem en zijn werk.

-r.4
In deze regel is sprake van een hyperbool. Kreud doet dit waarschijnlijk omdat hij zijn lezers wil tonen dat dit 100% een serieuze zaak is.
Ja, Kreud.

-r.6
Dit epos is in te delen bij de ridderromans, maar het heeft ook veel kenmerken van een chicklit. Vooral het aanroepen van de goden duidt daarop.

-r.7
Hij bedoelt hiermee God, maar het is bedoeld als een soort indirecte seksistische grap. In één van zijn latere werken (de Georgica) verwijst hij hier weer naar terug en lacht hij er schriftelijk nog eens om.

-r.8
Waarschijnlijk doelt hij met ‘fiese dingen’ op het hardop lezen van ongepaste fanfics over Brutus en Caesar. Dit was zijn gewoonlijk onfeilbare manier om zijn patiënten te genezen.

-r. 11
Met ‘dit tragisk bokje’ bedoelde hij hetzelfde spreekwoordelijke bokje dat we ook zien in de archaïsche uitdrukking ‘het bokje zijn’. Dit bokje is overduidelijk een verwijzing naar Sint Jodocus, die leefde rond 10 na christus. Hij wordt sinds zijn overlijden geassocieerd met de mannelijke geslachtsdelen. Waarom weet niemand zeker, maar er gaan geruchten over een sextape die nog steeds in de archieven van het Vaticaan opgeborgen zou zijn.

- vanaf r. 12
De vertelwijze is plots erg onduidelijk; welke tijd precies wordt er bedoeld? Als Kreud nog aan het woord was geweest had hij dit zeker verduidelijkt; hij is een man van de feiten en de details.

- r.13
In deze regel staan een polysyndeton en een ellips. Het polysyndeton is er om de hakkelende manier waarop Dideau spreekt over te brengen, en het ellips is er om al die overbodige verbindingswoorden weer weg te laten zodat de tekst leesbaar blijft.

-r. 14-15
Kreud was duidelijk fan van stijlfiguren. Hij droomde in stijlfiguren, zoveel hield hij ervan. Elk woord in deze twee regels is een stijlfiguur op zich.

-r. 20-24
Anio vertrekt omdat hij een erg slechte verliezer is. Ze hebben zojuist een potje poker gespeeld in de grot, waarbij Anio bij wijze van grap zijn lievelingssokken inzette. Toen Dideau net zou winnen, deed hij alsof hij een visioen kreeg en krijsde hij plots heel hard ‘MIJN LOT, MIJN LOT’, om zijn geliefde te laten denken dat dat de reden was voor zijn vertrek.

-r. 24
Het huis Anubis. Dit is tevens een voorbeeld van dramatische ironie; Dideau zou ooit nog een kleine rol in deze serie gaan vertolken en hier Anio, die de titelrol vertegenwoordigde, tegen het lijf lopen. Wij als lezers weten dit hier al, maar Dideau zelf niet.

-r. 26
‘flaubergasted’ en ‘aseneca’ verwijzen beide naar de Metamorphosen van Ovidius; dit werk eindigt met de nimf Flaubertus die verliefd wordt op een oude man, Aseneca. Beide figuren veranderen tragisch in multivitaminedrank, waar Dideau zo allergisch voor was dat een klein slokje haar al geveld zou hebben.

'je le jure' verwijst naar ‘La geluide de musique’, een Franse musical die pas vierhonderd jaar nadat hij geschreven was voor het eerst werd opgevoerd.

- r.28
TCL staat voor Tragische Chronische Liefdes

-r.30
Met ‘1’ in plaats van ‘een’ geeft ze aan dat Ania de enige ware voor haar was (en laten we wel wezen, dat kwam hoogstwaarschijnlijk vooral door gebeurtenissen in de grot die aan het potje poker voorafgingen).

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen