ik weet het ik weet het..
normaal is George niet zo gemeen maar..... dit is ook Voor zweinstein dusss :P
en meer verklap ik lekker niet!
6e hoofdstukjeee :)

Lucius zat in de leerlingenkamer van Zwadderich in een hoekje. Het rare gevoel had hij nog steeds. Hij kon niks eten, niks drinken, hij kon niet eens aan school werken als hij dat had gewild (wat overigens niet, ofwel: nooit (niet te verwarren met Noot), voorkwam). Hij moest constant en non-stop denken aan Narcissa. Maar hoe durfde het vrouwelijke wezen zijn hoofd zo in beslag te nemen? Lucius stond op en besloot hier korte metten mee te maken.
Op dat moment kwamen Nathalie en Moss de leerlingenkamer ingelopen en ze keken allebei afkeurend naar Lucius, die de meiden op zijn beurt weer vies aankeek.
‘Zit je weer eens in je eentje, Malfidus?’ snauwde Moss en ze liet zich vallen op de bank.
‘Dat zijn jouw zaken niet, Moss,’ zei Lucius scherp en hij sprak “Moss” uit alsof het een ziekte was.
‘Wat mijn zaken zijn, zijn jouw zaken niet,’ zei Moss. ‘Dus gaat het jou niet aan dat jouw zaken ook mijn zaken zijn. Wat voer je zoal in je schild, zo in je eentje?’
‘Gaat je niks aan,’ hield Lucius vol en hij liep snel de leerlingenkamer uit. Hij hoorde de stemmen van Nathalie en Moss nog achter hem zingen: ‘Daar gaat Malle Fidus, Maffe Fidus!’ Hij trok zich er niks aan van. Ooit zou hij een grote gevreesde tovenaar zijn en als wraak zou hij liedjes zingen over hún achternamen! Karma, allemaal karma.

Bij een paar zekere Griffoendortjes, ergens in de gangen van Zweinstein…

Ginny hing wat tegen de muur aan en keek naar Lieke die naast haar op de grond zat en een paar spreuken oefende uit het lesboek.
Morgan kwam de hoek omgelopen en zag het tweetal niks doen. Haar oren waren zojuist te weten gekomen over de zwerkbalselectie. Normaal gesproken zou ze nooit praten met Ginny en Lieke, maar dit nieuws kon ze niet voor zichzelf houden!
‘Hé, Twiedeldie en Twiedeldom!’ zei ze, waarop Ginny en Lieke omkeken.
‘Ik ben Twiedeldie, jij bent Twiedeldom,’ zei Lieke vlug tegen Ginny.
‘Ik ben geen van twee, ik ben Ginny!’ zei ze beledigd. ‘Wat moet je, Morgan? Kon je geen andere mensen vinden om lastig te vallen?’
Morgan koos ervoor om dat te negeren. ‘Hebben jullie het al gehoord?’
Nu waren de meiden toch wel een beetje geïnteresseerd.
‘Wat gehoord?’ vroeg Lieke, maar ze probeerde nonchalant te klinken.
‘Over de zwerkbalselectie,’ zei Morgan. ‘Vanmiddag is het zover!’
‘Echt?’ zei Ginny. ‘We moeten meedoen, Lieke!’
‘Neh,’ zei ze en ze keek weer naar haar lesboek. ‘Ik heb het niet zo op die sport.’
‘Wat?’ Ginny wist even niet wat ze hoorde. ‘Ik zeg het anders. We gaan meedoen!’
Lieke sloeg haar lesboek dicht en stopte het in haar tas. ‘Oké, maar ik ga niet mijn best doen!’

Bij Moss en Nathalie…

De twee kleine heksjes hadden de leerlingenkamer gelaten voor wat het was (de boel overhoop alsof er een bombardement plaats had gevonden) en ze zetten koers richting het zwerkbalveld, waar de selectie gehouden zou worden.
Iedereen had verwacht dat mevrouw Hooch de selectie zou leiden, maar niemand minder dat professor Smalhart stond glimlachend tussen de bezems.
‘Kom maar dichterbij!’ zei hij tegen alle aanwezigen.
‘Ik zie daar Morgan staan!’ zei Nathalie tegen Moss en ze trok haar mee.

Morgan had net Ginny en Lieke geloosd en zag haar twee echte vrienden.
‘Wat gezellig dat jij ook meedoet, Morgan!’ zei Moss. ‘Ik zie ons al tegen elkaar spelen!’
‘Wat laat je denken dat je in het team zal komen?’ vroeg Lieke, die opeens opdook achter Moss en Nathalie.
Moss gilde van de plotselinge verschijning en duwde Lieke achteruit. ‘Je stond in mijn ego! Oppassen, jij!’
Lieke deed uitdagend weer een stap naar voren. Moss gilde weer en gaf Lieke een klap. Ginny, die geboeid luisterde naar de preek van professor Smalhart (‘Mijn nieuwste boek Hoe ik Pluisje in slaap kreeg en zo versloeg’) zag het in haar ooghoek gebeuren en snelde naar Lieke toe.
‘Lieke, doe iets terug!’ zei ze.
‘Ga ik ook doen,’ zei ze heldhaftig en ze pakte een bezem van de grond. ‘Ben je in de lucht net zo goed als op de grond, Moss?’ Ze ging goed zitten en vloog de lucht in.
‘Oh, daag me niet uit!’ zei Moss en ze greep ook een bezem vast. Toevallig had professor Smalhart ook net die bezem vast en hij trok hem terug.
‘Zeg!’ Moss begon harder te trekken. ‘Geef hier!’
‘Jongedame, kijk eens naar mijn glimlach en laat die bezem los!’ zei professor Smalhart.
‘Ammehoela!’ zei Moss en ze gaf een harde ruk aan de bezem.
Professor Smalhart liet los en met bezem en al viel Moss op de grond. Ze herstelde zich snel en vloog ook de lucht in.
Ginny en Morgan keken elkaar aan.
‘Laten we het ze alleen uitvechten?’ vroeg Ginny.
Morgan haalde haar schouders op. ‘Als we ons ermee zouden bemoeien, dan zou ik achter Moss staan. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt.’
‘Uiteraard,’ zei Ginny knikkend.
‘En daar in de lucht zullen we vijanden van elkaar zijn,’ ging Morgan verder.
‘Meer dan normaal?’ vroeg Ginny lichtelijk geschrokken.
‘Yep, meer dan normaal,’ zei Morgan.
‘Nou… omdat het moet dan maar.’ Ginny pakte een bezem en ging de lucht in.
Morgan volgde dat voorbeeld.

Nathalie had alle heisa niet doorgehad. Ze keek wat om zich heen en zag opeens een heerlijk mannelijk schepsel staan!
‘Hm, hm, hm. What do we have here?’ zei ze tegen zichzelf. Ze liep richting het ernstig heerlijke wezen en ging voor hem staan. Daar lachte ze haar mooiste glimlach.
‘Haal die belachelijke grijns van je smoelwerk en zeg me je naam,’ commandeerde de jongen.
‘En nog grof gebekt ook!’ zei Nathalie dromerig. ‘We zijn gemaakt voor elkaar! Ik ben Nathalie.’
‘George,’ zei hij emotieloos.
‘Een man van weinig woorden, precies waar ik naar zocht!’ zei Nathalie tevreden.

Bij Lucius…

Lucius wist dat hij in de buurt kwam van Narcissa, want zijn koelbloedige hart begon sneller te slaan. En toen zag hij haar staan. Helemaal alleen, het raamkozijn schoonboenend.
Hij liep nader en zei: ‘Narcissa?’
Ze keek om. Haar haren in pieken omhoog en een bezweet gezicht van het harde werken.
Lucius was even sprakeloos van de schoonheid van het meisje voor hem. Maar hij hervond zijn spraakvermogen. ‘Narcissa… ik wil je vriendelijk verzoeken om uit mijn hoofd te blijven.’
Ze keek Lucius niet-begrijpend aan. Toen zei ze: ‘Ik zou ook helemaal niet in je hoofd willen zitten.’
Lucius was geschrokken van deze woorden. Wist Narcissa wel hoeveel ze voor hem betekende?

Bij de zwerkbalselectie…

Moss, Morgan, Lieke en Ginny vlogen achter elkaar aan. Ze probeerden elkaar van de bezems af te slaan. Toen Ginny en Lieke beiden een knuppel in handen kregen, werd het wel erg gevaarlijk!
Professor Smalhart had zijn preek over zijn nieuwste boek gepauzeerd om het schouwspel boven hem goed in zich op te nemen. Ginny en Lieke zouden uitstekende Drijvers zijn! Moss en Morgan zouden vreselijk fantastische Zoekers zijn! Maar die arme, arme professor Smalhart dacht dat Morgan in Zwadderich zat, omdat ze niet voor herhaling vatbare woorden schreeuwde tegen Ginny en Lieke samen met Moss. Ieders vocabulaire was weer bijgewerkt.

Opeens dook Lieke voor Moss op. Moss was hier niet van onder de indruk. Ze pakte de knuppel van Lieke af en sloeg haar daarmee van haar bezem.
‘Eén-nul voor Zwadderich!’ zei Moss en zij en Morgan juichten allebei luidkeels.
‘Stelletje valsspelers!’ zei Ginny geschokt.
‘Jij verliest, wij winnen! We gaan naar huis met mooie dingen!’ zingen Morgan en Moss tegen Ginny.
‘Kinderen, kom naar beneden en wel nu!’ zei professor Smalhart opeens.
Gek genoeg gehoorzaamden Ginny, Morgan en Moss meteen.
‘Ik heb jullie talent gezien,’ ging de professor verder. ‘Ginny en Lieke, jullie zijn de nieuwe Drijvers van Griffoendor. Moss, jij bent de nieuwe Zoeker. Morgan is je vervanger.’
‘Morgan is haar wat?’ zei Morgan geschrokken.
‘Er kunnen niet twee Zoekers tegelijk spelen,’ zei professor Smalhart. ‘Maar terwijl je wacht tot Moss knock-out gaat om welke reden dan ook, mag je naar mijn verblindende glimlach kijken!’ De beste man lachte zijn bekende glimlach.
‘Doe normaal,’ zei Morgan met een vies gezicht. ‘En ik kan geen vervanger zijn van Moss! Ten eerste ben ik veel beter en ten tweede zit ik in Griffoendor!’
‘Dat klopt,’ zei Moss knikkend, tot alle woorden tot haar doordrongen. ‘Beter? Weet je wel wie je tegenover je hebt staan?’
‘Moss?’ gokte Morgan.
‘Inderdaad,’ zei ze. ‘Dat je het maar even weet!’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen