~ 004 ~ Sokka ~
Zenuwachtig stond Sokka tegen de reling van de brug geleund en staarde naar de grote poorten van de Noordelijke Waterstam. Hij had een naar gevoel in zijn binnenste dat er zelfs voor had gezorgd dat hij zijn vlees niet helemaal had kunnen opeten en dat vond hij toch behoorlijk jammer. Aang had hem zelfs getrakteerd op een preek over de Luchtnomaden, zijn volk met eeuwenoude tradities waaronder het vegetarisme.
Sokka floot een deuntje om de tijd te doden en hoopte maar dat Yue hem niet vergeten was. Hij kon het wel begrijpen dat ze dat zou doen, maar wilde daar tegelijkertijd ook niet helemaal van uit gaan.
’Hoi, Sokka.’
Even was hij zo erg in gedachten verzonken geweest, dat hij niet had gemerkt dat Yue al naast hem was komen staan. Gauw richtte hij zich op, zij het wat onhandig, en grijnsde.
‘Goedenavond, prinses Yue.’
Ze lachte en zijn glimlach werd breder bij het zien van haar ogen die meelachten. Hij dromde toch niet?
Hij bood haar beleefd zijn arm aan – dat was gelukkig een tip van Aang waar hij wel wat aan had, al zou hij dat nooit toegeven. Hij was immers de vrouwenverslinder en niet Aang, die meer dan de helft van zijn leven in een ijsberg had gezeten.
Yue leek te aarzelen en Sokka voelde dat hij een blunder had begaan, maar ze pakte zijn arm uiteindelijk toch vast.
Hij zuchtte opgelucht en er viel een stilte terwijl ze over de wegen van sneeuw liepen.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Yue nieuwsgierig. Het maanlicht scheen op haar spierwitte haren en weerkaatste in haar ogen, zodat het was alsof ze van ijskristallen waren gemaakt.
‘Ik dacht dat een avondwandeling wel op zijn plaats was,’ zei Sokka die nog altijd zijn best deed om koninklijk en beleefd te klinken.
‘Dat is het zeker,’ antwoordde Yue, die nog altijd geamuseerd leek, al wist Sokka niet of dat kwam door hoe hij deed of dat ze het gewoon al prettig vond om bij hem te zijn. Hij vond het in ieder geval wel prettig om bij haar te zijn, al voelde hij zich dan een beetje opgelaten. Hij wist niet zo goed wat hij moest zeggen en was blij dat Yue als eerste een vraag stelde.
‘Hoe is het om met de Avatar te reizen?’
Sokka sloeg zichzelf bijna voor zijn gezicht, maar wist dat halverwege af te kappen, zodat zijn arm nu een vreemde hoek omhoog maakte en hijs treek maar vlug over zijn haar om het te verdoezelen. Natuurlijk begon ze over de Avatar. Iedereen begon over de Avatar. Toen ze in het Aarderijk waren geweest, had Aang zelfs hordes meisjes achter zich aan gehad en Sokka was alleen maar opgelucht dat dat op de Noordpool nog niet het geval was geweest. Dit was immers zijn volk en hij had de eerste keuze.
Als antwoord haalde Sokka zijn schouders op.
‘Het is wel oké. We vliegen veel met Appa en proberen uit de handen van de Vuurnatie te komen.’
Hij zag Yue een verschrikt gezicht trekken. Sokka vroeg zich af hoe erg zij hadden geleden in de oorlog. De Noordelijke Waterstam zag er niet geavend uit, zoals de zijne wel was. Er waren hier watermeesters, er was een bestuur en een grote vloot. Alles wat zij niet hadden, was hier wel. Hij kon het niet helpen dat hij jaloers was, niet op Yue, maar wel op het land waar ze in leefde.
‘Het is hier prachtig,’ verzuchtte hij uiteindelijk.
Yue keek hem aan. Haar blik was niet alleen maar geschokt, maar ook ongelovig. Sokka werd er een beetje bang van toen ze weer voor zich uit staarde en eventjes helemaal van de wereld leek.
‘Vind je dat echt?’
Sokka knikte langzaam.
‘Het is hier een gevangenis,’ zei ze zonder hem aan te kijken. Haar blik was op de grond gericht en Sokka voelde dat ze gespannen was toen ze dat zei.
Reageer (5)
asdfghjkl; ik word hier echt heel blij van
1 decennium geledendromde >droomde
1 decennium geledengeavend > gehavend
hijs treek > hij streek
Leuk hoofdstukje. (;
Snel verder!!!
1 decennium geledenIk kan me inderdaad inbeelden dat het niet altijd zo leuk voor haar moet zijn...
Oh, arme Yue
1 decennium geledenAaaaaah, Yue !
1 decennium geleden