Foto bij OO2. Mike

Mike was lichamelijk aanwezig, maar geestelijk zat hij in een totaal andere wereld. Hij was er niet bij met zijn hoofd, hij was zich nauwelijks bewust van de ruimte waar hij zich in bevond. De klas met leerlingen en zijn mentrix leken als het ware even niet te bestaan. Hij was op een heel andere plek, ergens op een verlaten bouwterrein met op de achtergrond zo nu en dan het geluid van een voorbij razende trein. Meer zag hij ook niet, op dat bouwterrein. Hij stond daar maar, helemaal alleen. Het stonk er een beetje, naar grofvuil dat al tijden geleden was gedumpt en waar nooit meer naar was omgekeken. Het stonk er echter ook naar andere dingen, uitwerpselen van dieren vermoedelijk. Mike lette er niet zo op, al drong de geur toch zo nu en dan zijn neusgaten binnen. Hij trok dan even zijn neus op en staarde vervolgens weer verder. Zijn ogen waren leeg en dof. Al jaren waren de pretlichtjes en de twinkeling gedoofd.
Weg, nooit meer terug.
'Mike. Mike!' Het duurde even voor Mike met een klap in zijn binnenste terug werd gehaald naar het hier en nu. 'Al net zo onoplettend als Jacqueline, blijkbaar,' zei Broekema een beetje schamper. Haar hand had even op zijn schouder gerust en hij sloeg hem er met een woeste blik vanaf. De naam Jacqueline zei hem niets, en waar bemoeide dat mens zich mee? Het was maar een stomme introductie.
'Raak me niet aan,' beet hij haar toe. Hij schoof zijn stoel achteruit en liep zonder nog een woord te zeggen het lokaal uit. Hij had niets te zoeken in deze ballentent. Ze hadden zogenaamd allemaal het beste met hem voor, maar het waren allemaal leugenaars. Hij had niemand nodig. Thuis waren ze al net zulke grote leugenaars. Ze bleven beweren dat alles goed was en dat het op den duur wel zou slijten. Dat de pijn en het verdriet minder zouden worden. Er was niets van waar. Geen enkel woord. Niet alleen op school en thuis werd er gelogen. De grootste leugenaar van allemaal was nog wel de dokter. De psychiater. Hij lachte even verbitterd in zichzelf en schudde zijn hoofd.
'Praten helpt,' zeiden ze dan. Dat was nu juist het probleem. Hij wilde niet praten, en hij wilde er al helemaal niet steeds aan denken. Mike liep de school uit en liep richting het fietsenhok. Het was een regenachtige dag en Mike pakte zijn fiets. Hij begon te rijden, overal en nergens heen. Uiteindelijk gooide hij ergens zijn fiets neer in een grasveldje en stak met trillende handen een sigaret aan. Het gaf hem niet genoeg voldoening. Algauw smeet hij hem weg en verruilde de sigaret voor marihuana. Stukken beter, dacht hij, terwijl hij langzaam maar zeker voelde hoe hij weer rustig werd. De marihuana bracht hem echter ook terug naar die andere plek. Dat verloren bouwterrein met op de achtergrond het geluid van een voorbij razende trein. Zijn wereld bestond uit niets meer dan dat.

Reageer (2)

  • Ringwraith

    Ik ben benieuwd wat daar gebeurd is...

    1 decennium geleden
  • Zoldyck

    Dit is eigenlijk zo zielig...
    Ik hoop dat het snel beter wordt voor hem!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen