Foto bij Hoofdstuk 2 ~

Noah’s point of view

Als ik vraag wat ik kan doen, wijst Iris meteen op de rommel in haar kamer. Alsof ze dat niet zelf op kan ruimen, op haar bureau kan ze er makkelijk bij. Maar ik sputter niet tegen en doe gewoon wat ze zegt. Ik begin bladen en boeken te ordenen. Zo te zien leest ze veel, ze heeft meer boeken dan de bibliotheek in mijn stad. Ik leg ze in de kast waar alle andere boeken staan. De papieren leg ik op een stapel en mijn oog valt er op. Het zijn bladen van school nog, en niet bepaald de makkelijkste. Ik pak er een op, eentje met wiskunde. ‘Zo, jij bent zeker niet op je achterhoofd gevallen? Lastige algebra.’ Ze kijkt me even fel aan en antwoord dan kalm dat ze vwo doet. Ik weet niet zeker wat ze bedoelde toen ze me zo kwaad aankeek, maar volgens mij wou ze daarmee zeggen dat er geestelijk niks mis is met haar. Dat een gehandicapte ook gewoon een hoge opleiding kan doen.
Ik ruim verder, stop de pennen in een etui, snoeppapiertjes in de prullenbak en stapel de lege bekers op. Er ligt een fotolijstje met de goede kant naar beneden op haar bureau en ik zet hem weer rechtop. In een flits zie ik er vier mensen op staan, maar voor ik de foto goed in me op kan nemen, duwt Iris hem met haar hand hard terug zoals hij lag waardoor er een klap door de kamer klinkt. Ik schrik ervan, want ik had niet gehoord dat ze zo dicht achter me was en ik had dit niet verwacht. Ik kijk haar verward aan, maar zij rolt haar rolstoel alweer weg. Om een verklaring hoef ik niet te vragen, want die zal ik niet krijgen. Maar ik zal er wel achter komen. Zwijgend begin ik haar kleren van de grond af op te rapen.

Iris’ point of view

Zodra Noah vraagt wat hij kan doen, wijs ik naar mijn bureau en hij begint het op te ruimen. Met tegenzin weliswaar, maar hij doet het zonder te klagen. Ik kijk toe hoe hij ruimt, mijn boeken, papieren, pennen, afval. Hij vindt een van de bladen van mijn huiswerk, die ik nog niet heb weggegooid, hoewel het al vakantie is. Zal ik toch maar eens doen binnenkort. Hij heeft een algebrablad in zijn handen en zegt dat dat lastig is. ‘Ik doe vwo.’ Zeg ik kortaf en kijk hem fel aan. Ik ben niets anders dan anderen. Hij ruimt verder en zodra ik merk dat hij de foto rechtop wil zetten, rol ik snel naar hem toe en duw de foto met een klap terug op het bureau zoals hij lag, met de foto naar beneden. Ik zie dat hij schrikt en dat was niet eens mijn intentie. Maar ik wil niet dat hij de foto ziet. Ik wil niet dat ík de foto weer moet zien. Nu ik me er eindelijk een beetje overheen heb weten te zetten, wil ik er niet weer aan herinnerd worden en terugvallen in mijn vorige gedachtes en gedrag. Ik ben er gewoon nog niet klaar voor, nu nog niet. Misschien wel nooit…

Reageer (2)

  • 1001Words

    Hahaha ik doe mijn best, mijn toetsenbord kan mijn vingers al nauwelijks bijhouden ;3

    1 decennium geleden
  • purphose

    Wauw.. hm ik denk dat het een foto is van haar met haar ouders en nog iemand, een broer ofzo. ;o

    Snel verduurrr.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen