OO1. Jacqueline
In tegenstelling tot vrijwel al haar klasgenoten vond Jacy de eerste schooldag een genot. Ze vond het heerlijk om haar vriendinnen weer te zien, om te kijken hoe bruin iedereen was geworden en eigenlijk was ze ook blij dat de routine van het naar-school-gaan weer zou starten. Het zou natuurlijk wennen zijn en volgens de leraren zou het veel zwaarder worden, nu ze toetsweken zouden hebben, maar al met al was ze blij dat ze iets te doen had in haar dagelijkse bestaan.
In de zomervakantie hield alles op. Niet alleen het leren en huiswerk maken, ook het volleyballen stopte ermee, het afspreken met vriendinnen (omdat iedereen steeds op vakantie was). Ze had zich stierlijk verveeld. Het enige lichtpuntje was de week die ze met haar vader en Angela en haar halfbroertje Niek mee was gegaan om te kamperen in Noord-Holland. Al was lichtpuntje eigenlijk niet het goede woord, want het licht (en de warmte) van de zon was de hele week weggebleven. Het was best gezellig geweest, maar bakken aan het strand was helemaal niks geworden.
De rest van de vakantie had ze doordeweeks bij haar moeder gespendeerd, die het helaas niet meer over iets anders kon hebben dan die fantastische Jack. Hij moest wel héél goed in bed zijn, dacht Jacy grimmig, om haar moeder zo gepassioneerd over hem te laten spreken. Jacy had hem nog niet ontmoet omdat hij een aantal weken op vakantie was met zijn vrienden, maar haar moeder had wel laten ontvallen dat hij 'wel wat jonger dan haar' was en dat ze 'niet moest schrikken' als ze hem wel zou ontmoeten. Gruwelbeelden van één van haar klasgenoten, zoenend met haar moeder, doken op op haar netvlies en waren pas weer verdwenen toen haar moeder haar ervan had verzekerd dat ze hem nog niet kende. Dus moest ze maar accepteren dat haar moeder een toyboy voor zichzelf had gevonden.
Toen Jacy het schoolgebouw inliep, snoof ze de vertrouwde geur op van het gebouw waar ze zo'n groot deel van haar leven spendeerde. Ze was aan de late kant en de introductie was waarschijnlijk al begonnen, maar ze dacht niet dat haar mentor, mevrouw Broekema, haar direct een briefje zou laten halen op de eerste schooldag. In de tweede klas was Broekema haar mentor ook geweest en Jacy wist uit ervaring dat ze prima om te praten was, zolang je een vlotte babbel had en haar kon overtuigen dat je, ondanks dat je te laat was, toch écht heel gemotiveerd was om goede cijfers te halen. Jacy beschikte prima over die vaardigheid en maakte zich dan ook niet druk.
Toen ze het goede lokaal binnenliep, hoefde ze niet eens moeite te doen om Broekema te overtuigen: die gebaarde alleen met een glimlach dat ze moest gaan zitten. Jacy deed wat haar gevraagd werd en kwam daardoor in haar eentje vooraan. Ze hoopte maar dat er niet, zoals vorig jaar, een klassenplattegrond gemaakt zou worden, waardoor ze minstens de eerste periode alleen zou zitten. Ze wist zeker dat zich dan kapot zou vervelen.
Terwijl Broekema haar algemene praatje hield, draaide Jacy zich om om te kijken wie haar klasgenoten waren. De algemene introductie van school hadden ze maandag al gehad, vandaag was de introductie met de klas. Ze had gehoord dat ze allemaal 'leuke activiteiten' zouden gaan doen, maar ze had werkelijk geen idee wat ze zich daarbij moest voorstellen en had het geduld niet om te wachten tot Broekema erover zou beginnen.
Ze herkende enkele klasgenoten van haar van gezicht, omdat ze die wel eens op school had rond zien lopen. Er waren er vier of vijf die ze bij naam kende, al verwachtte ze niet van hen dat zij haar ook bij naam kenden. Ze was de enige van haar vorige klas die in deze klas was geplaatst, dus hier zat ze, met allemaal onbekenden. Het was maar goed dat ze snel contacten legde en dat haar vriendinnen nog wel bij haar op school zaten.
Plotseling viel haar oog op de jongen die in de rij links van haar zat. Hij zat ook alleen; ze moest hem over het hoofd hebben gezien toen ze een plekje zocht. Hij leunde op zijn hand, met zijn elleboog op tafel, en keek verveeld uit het raam. Misschien was verveeld niet het goede woord: hij leek eerder diep in gedachten te zijn.
Zijn gezicht kwam Jacy bekend voor en ze kneep haar ogen stijf samen; waar kende ze hem van? Op dat moment werd ze uit gedachten gerukt doordat ze haar naam hoorde.
'Jacqueline.' Ze draaide zich verward om en keek naar Broekema, die haar streng aankeek met haar vriendelijke, grijsblauwe ogen. 'Ik zou het fijn vinden als je het jaar niet begint met te laat komen én niet opletten.'
Jacy knikte. 'Sorry, mevrouw.' Ze zette haar meest schijnheilige gezicht op en glimlachte er verontschuldigend bij. Wat een goed begin van het jaar.
Reageer (6)
Gaaaaf !
1 decennium geledenLeuk abo!
1 decennium geledenLeuk!!
1 decennium geledenSnel verder
Gnagna Natas. Goed begin van het verhaal, al ben ik wel wat huiverig voot de toyboy van mams.
1 decennium geledenHaha, ik dacht het hele stuk lang dat het Alicia dit geschreven had. :'D
1 decennium geledenIk maar denken dat ik jullie wel uit elkaar kon houden, maar niet dus .
Goed hoofdstuk, al wist ik natuurlijk allang dat jullie stuk voor stuk goed schrijven. C: