11.3
Aurora
Ik ben nog nooit echt veilig geweest. Zelfs toen mijn vader leefde was ik nooit echt veilig. De dreiging van de koning is er altijd geweest. Maar nu, het prachtige uitzicht over de vallei trekt mijn aandacht en ik glimlach, nu heb ik dat gevoel niet. Samen met Mica ben ik hier veilig.
En met mij.
Grijnzend kijk ik omhoog, waar ik Salazar door het blauw van de lucht rondjes zie cirkelen. Ook met jou.
In mijn hoofd hoor ik hem tevreden neuriën als hij wegvliegt naar het meer. Misschien dat hij Mica nu gaat accepteren. En misschien dat Nyx mij ooit accepteert. Dat zou geweldig zijn.
Ik draai me om en zie Nyx samenzitten met Michaël. Mica leunt ontspannen tegen haar aan en aan hun uitdrukkingen te zien zijn ze diep in gesprek. Om ze niet te storen loop ik de grot uit en ga op een stukje gras zitten naast een veld vol met vergeet me nietjes.
Die zouden mooi staan in een boeket. Samen met madeliefjes of andere witte bloemen. Met een zachte zucht laat ik me achterovervallen in het gras. Ik ben verloofd. Eigenlijk klinkt het best raar, maar ook weer zo normaal. Ik had nooit gedacht dat ik ooit nog blij zou zijn om verloofd te zijn. Of dat ik zou uitkijken naar de bruiloft en alle momenten daartussenin en daarna. Toch doe ik dat.
Natuurlijk zal het niet de bruiloft worden, die me al mijn hele leven is voorgespiegeld. Het zal niet groot of grandioos zijn met honderden gasten. Er zal geen 10 verdieping tellende taart zijn. Maar er zal wel iemand op me wachten, die van me houdt. Niet van mijn titel of de lijn, die ik in me draag, maar van mij. Dat maakt alles goed. Al die dingen op mijn voorgespiegelde bruiloft heb ik nooit gewild, maar nu hoef ik ze helemaal niet meer.
Mijn hand glijdt over de wollen stof van de jurk, die ik nu aanheb. Behalve misschien de kleding. Waarschijnlijk zal ik moeten trouwen in de jurk, die ik nu aanheb. Een simpele jurk, gemaakt van ruw wol. Deze keer geen fluwelen of zijden jurken afgezet met een randje kant voor mij en dat vind ik erg. Op mijn eigen bruiloft zou ik er op mijn mooist uit moeten zien. Nu lijk ik eerder op een zwerver.
Ik draai me op mijn buik en pluk een klein bloemetje. In ieder geval zal Michaël het niet erg vinden dat ik er zo uitzie. Volgens mij zal het hem niet eens opvallen, maar ik zal het weten… Misschien dat ik toch in het dorp naar een kleermaker moet gaan zoeken.
Reageer (1)
Wow! Echt geweldig dit, net alsof ik een boek Lees! Ik neem zeker een abbo
1 decennium geleden