11.2
Michaël
Tot mijn eigen verbazing slaagde ik erin Aurora over te halen om in het warme water te komen zitten. Ze begon blijkbaar of over haar angst heen te komen of ik was beter in afleiden dan ik zelf dacht.
Ze zat tussen mijn benen tegen mijn borst geleund, terwijl ik mijn armen om haar heen had geslagen. Mijn vingers jeukten om haar naakte borsten te strelen en de dunne stof van haar onderrok van haar heupen en benen te trekken, maar ik hield me in. Vastbesloten om me aan mijn belofte te houden; ik zou het niet met haar doen voordat we getrouwd waren, dat was ik haar wel verschuldigd.
‘Mm, je had gelijkt,’ mompelde ze loom met haar hoofd tegen mijn schouder. ‘Dit is heerlijk. Net een bad.’
‘Weet ik.’ Ik kon mijn handen niet helemaal stil houden, dus streek ik traag over haar buik en haar heupen. ‘Mag ik iets vragen?’
‘Mm-m.’ Ze kraste met haar nagels over mijn been, wat zelfs door de stugge, doorweekte stof van mijn broek een schok door me heen stuurde.
‘Als je er niet over wilt praten is dat ook goed.’ Teder drukte ik een kus op haar zachte haren. ‘Ik vroeg me af… je rug…’ Ik wist niet precies hoe ik moest verwoorden wat ik wilde weten, maar Aurora begreep me zo ook. Ik voelde hoe haar spieren zich spanden en ze ging iets rechter op zitten, maar in plaats van bij me weg te gaan, draaide ze zich naar me toe om me aan te kijken.
‘Nadat mijn vader was verdronken werd mijn oom mijn voogd. Ik… ik moest nog heel veel leren en hij was streng. Tegenwoordig weet ik hoe ik me moet gedragen, maar soms… lukt me dat me niet.’ Zoals ze het zei klonk het alsof het iets doodnormaals was.
‘Bedoel je dat hij je sloeg als straf?’ Goden wat wilde ik die man graag in mijn handen hebben.
‘Ons allemaal.’ Aurora sloeg haar ogen neer en haalde haar schouders op. ‘We kunnen ons gewoon niet gedragen zoals andere mensen, wij horen ons ten alle tijden netjes en beleefd te gedragen. Zo is het altijd geweest en gevoelens maken dat alleen maar lastiger.’
‘Alle goden…’ voordat ik de koning zou vermoorden zou ik hem eerst laten inzien wat hij Aurora en haar familie aan deed. ‘Ik zweer je dat niemand je ooit nog op die manier pijn zal doen, liefje.’ Beschermend trok ik haar dichter tegen mijn borst en ze glimlachte triest.
‘Het hoort erbij, Mica. Je krijgt straf als je iets verkeerd doet.’
‘Ik sta niet toe dat iemand je ooit nog pijn doet. Van mijn vrouw blijven ze af.’ Ze knikte zwijgend en bleef me onderzoekend aankijken en ineens drong het tot me door: ‘Je denkt toch niet echt dat ik je zou slaan?!’
Ze knipperde en mompelde aarzelend: ‘Ik heb nog niets gedaan wat verkeerd was…’
‘Goden!’ ik pakte haar kin en dwong haar me recht aan te kijken. ‘Nooit, Aurora. Ik zweer je dat ik je nooit zal slaan en dat ik niet zal toestaan dat iemand anders dat doet. Er is niets wat jij kunt doen waardoor ik jou pijn zou willen doen. Ik hou van je, zo waanzinnig veel. En als je van iemand houdt dan wil je niet dat iemand pijn heeft of bang is, dan wil je alleen maar alles doen om dat te voorkomen. Begrijp je me?’
‘Ik- Oh.’ Ze hapte naar adem toen ik haar ruw kuste en mompelde tegen mijn lippen: ‘Ja, mm.’
Er zijn nog geen reacties.